Overzicht
Frans Synoniemen: Meer gegevens...
-
naïf:
- naïf; bête; naïvement; fidèle; trop confiant; pieux; crédule; pieusement; croyant; religieux; dévot; religieusement; facile; simple; léger; pratique; légère; aisé; confortable; facilement; simplement; agréable; confortablement; seul; commode; puérilement; sobre; adroit; niais; obtus; très vite; agile; sans peine; aisément; ingénu; sans effort; pas difficile; naturel; enfantin; en bon enfant; sans prétention; sans esprit; comme un enfant; terne; élémentaire; borné; puéril; commodément; ordinaire; d'enfant; simple d'esprit; d'une façon enfantine; infantile; candide; ingénument; sans artifice; décontracté; spontané; sans contrainte; libre; détendu; pur; sans art; dégagé; relâché; relaxé
Frans
Uitgebreide synoniemen voor naïf in het Frans
naïf:
-
naïf
-
naïf
naïf; naïvement; fidèle; trop confiant; pieux; crédule; pieusement; croyant; religieux; dévot; religieusement-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
fidèle bijvoeglijk naamwoord
-
trop confiant bijvoeglijk naamwoord
-
pieux bijvoeglijk naamwoord
-
crédule bijvoeglijk naamwoord
-
pieusement bijvoeglijk naamwoord
-
croyant bijvoeglijk naamwoord
-
religieux bijvoeglijk naamwoord
-
dévot bijvoeglijk naamwoord
-
religieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïf
facile; simple; léger; pratique; légère; aisé; confortable; facilement; simplement; agréable; confortablement; naïf; seul; commode; puérilement; sobre; adroit; niais; obtus; très vite; agile; sans peine; aisément; ingénu; sans effort; pas difficile; naturel; enfantin; en bon enfant; sans prétention; sans esprit; comme un enfant; terne; élémentaire; borné; puéril; commodément; naïvement; ordinaire; d'enfant; simple d'esprit; d'une façon enfantine-
facile bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
léger bijvoeglijk naamwoord
-
pratique bijvoeglijk naamwoord
-
légère bijvoeglijk naamwoord
-
aisé bijvoeglijk naamwoord
-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
facilement bijwoord
-
simplement bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
seul bijvoeglijk naamwoord
-
commode bijvoeglijk naamwoord
-
puérilement bijvoeglijk naamwoord
-
sobre bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
niais bijvoeglijk naamwoord
-
obtus bijvoeglijk naamwoord
-
très vite bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
sans peine bijvoeglijk naamwoord
-
aisément bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
sans effort bijvoeglijk naamwoord
-
pas difficile bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
enfantin bijvoeglijk naamwoord
-
en bon enfant bijvoeglijk naamwoord
-
sans prétention bijvoeglijk naamwoord
-
sans esprit bijvoeglijk naamwoord
-
comme un enfant bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
élémentaire bijvoeglijk naamwoord
-
borné bijvoeglijk naamwoord
-
puéril bijvoeglijk naamwoord
-
commodément bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
ordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
d'enfant bijvoeglijk naamwoord
-
simple d'esprit bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon enfantine bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïf
infantile; enfantin; puéril; naïf; ingénu; naïvement; comme un enfant; puérilement; d'enfant; en bon enfant; d'une façon enfantine-
infantile bijvoeglijk naamwoord
-
enfantin bijvoeglijk naamwoord
-
puéril bijvoeglijk naamwoord
-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
comme un enfant bijvoeglijk naamwoord
-
puérilement bijvoeglijk naamwoord
-
d'enfant bijvoeglijk naamwoord
-
en bon enfant bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon enfantine bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïf
naïf; bête; candide; trop confiant; crédule; infantile; ingénu; naïvement; ingénument; sans artifice-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
candide bijvoeglijk naamwoord
-
trop confiant bijvoeglijk naamwoord
-
crédule bijvoeglijk naamwoord
-
infantile bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénument bijvoeglijk naamwoord
-
sans artifice bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïf
naturel; décontracté; sans artifice; spontané; sans contrainte; ingénu; simple; libre; détendu; pur; naïf; sans art; dégagé; relâché; relaxé-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
sans artifice bijvoeglijk naamwoord
-
spontané bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
ingénu bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
libre bijvoeglijk naamwoord
-
détendu bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
sans art bijvoeglijk naamwoord
-
dégagé bijvoeglijk naamwoord
-
relâché bijvoeglijk naamwoord
-
relaxé bijvoeglijk naamwoord
-
-
naïf
-
naïf
-
naïf
enfantin; naïf; naïvement; d'enfant; en bon enfant; d'une façon enfantine; comme un enfant-
enfantin bijvoeglijk naamwoord
-
naïf bijvoeglijk naamwoord
-
naïvement bijvoeglijk naamwoord
-
d'enfant bijvoeglijk naamwoord
-
en bon enfant bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon enfantine bijvoeglijk naamwoord
-
comme un enfant bijvoeglijk naamwoord
-