Overzicht
Frans Synoniemen: Meer gegevens...
-
inébranlable:
- inébranlable; inébranlablement; imperturbable; imperturbablement; persévérant; vigoureux; irréductible; ferme; immuable; fermement; tenace; constant; constamment; fixe; solide; stable; solidement; permanent; décidé; résolument; résolu; tenacement; fort; costaud; robuste; incontestable; carré; incontestablement; irréfutable; inattaquable; quadratique; de façon inébranlable; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; obstiné; en rebelle; insubordonnée; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante
Frans
Uitgebreide synoniemen voor inébranlable in het Frans
inébranlable:
-
inébranlable
inébranlable; inébranlablement; imperturbable; imperturbablement-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlablement bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
persévérant; vigoureux; irréductible; inébranlable; ferme; immuable; fermement; tenace; constant; constamment-
persévérant bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
irréductible bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
immuable bijvoeglijk naamwoord
-
fermement bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
constant bijvoeglijk naamwoord
-
constamment bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
fixe; solide; inébranlable; stable; solidement; permanent; constant-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
stable bijvoeglijk naamwoord
-
solidement bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
constant bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
ferme; solide; décidé; résolument; inébranlable; tenace; résolu; solidement; tenacement-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
résolument bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
résolu bijvoeglijk naamwoord
-
solidement bijvoeglijk naamwoord
-
tenacement bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
ferme; vigoureux; fort; costaud; robuste; fermement; solide; stable; inébranlable; solidement-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
costaud bijvoeglijk naamwoord
-
robuste bijvoeglijk naamwoord
-
fermement bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
stable bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
solidement bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
incontestable; carré; incontestablement; inébranlable; irréfutable; inattaquable; quadratique; de façon inébranlable-
incontestable bijvoeglijk naamwoord
-
carré bijvoeglijk naamwoord
-
incontestablement bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
irréfutable bijvoeglijk naamwoord
-
inattaquable bijvoeglijk naamwoord
-
quadratique bijvoeglijk naamwoord
-
de façon inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
tendu bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
insubordonnée bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
taciturne bijvoeglijk naamwoord
-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
intransigeant bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
insoumis bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
fixement bijvoeglijk naamwoord
-
indocile bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
inébranlable
incontestable; irréfutable; incontestablement; inébranlable-
incontestable bijvoeglijk naamwoord
-
irréfutable bijvoeglijk naamwoord
-
incontestablement bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-