Frans

Uitgebreide synoniemen voor devanture in het Frans

devanture:

devanture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la devanture
    la façade; la devanture; le pignon
    • façade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devanture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pignon [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la devanture
    la vitrine; l'étalage; la devanture; l'armoire faisant office d'étalage
  3. la devanture
    la façade; la devanture; le devant; le front
    • façade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devanture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • devant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • front [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. la devanture
    la devanture
  5. la devanture
    la devanture; la vitrine; l'étalage; le vitrine de magasin
  6. la devanture
    l'apparence; la mascarade; le masque; la façade; le déguisement; la couverture; le pignon; la devanture; le travestissement; le manteau; le camouflage; le changement d'habits
  7. la devanture
    la vitrine; la devanture

Alternatieve synoniemen voor "devanture":


Verwante synoniemen voor devanture