Franse synoniemen van bricoleur, ander woord voor bricoleur

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide synoniemen voor bricoleur in het Frans

le bricoleur
le bricoleur
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
le bricoleur
le bricoleur; le bousilleur
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
le bricoleur
le bricoleur; la bricoleuse
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bricoleuse [la ~] zelfstandig naamwoord
le bricoleur
l'amateur; le bricoleur; le bousilleur; le gâte-métier
- amateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- gâte-métier [le ~] zelfstandig naamwoord