Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal arrêt

Synoniemen voor "arrêt" in het Frans

Overzicht

Frans

Uitgebreide synoniemen voor arrêt in het Frans

arrêt:

arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord

l'arrêt
l'arrêt; l'halte; la station
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- halte [la ~] zelfstandig naamwoord
- station [la ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
la décision; la résolution; la détermination; la décision gouvernementale; l'arrêt; l'arrêté gouvernemental; le décret; l'arrêt du conseil municipal
- décision [la ~] zelfstandig naamwoord
- résolution [la ~] zelfstandig naamwoord
- détermination [la ~] zelfstandig naamwoord
- décision gouvernementale [la ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêté gouvernemental [le ~] zelfstandig naamwoord
- décret [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt du conseil municipal [le ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
l'arrêt
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
l'embarcadère; l'arrêt; l'aire de montée
- embarcadère [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- aire de montée [la ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
l'arrêt; la saisie; la confiscation
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- saisie [la ~] zelfstandig naamwoord
- confiscation [la ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
le bouchage; l'arrêt
- bouchage [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
l'arrêt; le décret; l'arrêt du conseil municipal; l'arrêté gouvernemental; la décision gouvernementale
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- décret [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt du conseil municipal [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêté gouvernemental [le ~] zelfstandig naamwoord
- décision gouvernementale [la ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
la stagnation; l'immobilité; la cessation; le bouchon; l'arrêt; l'embouteillage; l'encombrement; le cumul; la constipation; l'obstruction; l'amoncellement; l'entassement
- stagnation [la ~] zelfstandig naamwoord
- immobilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- cessation [la ~] zelfstandig naamwoord
- bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- embouteillage [le ~] zelfstandig naamwoord
- encombrement [le ~] zelfstandig naamwoord
- cumul [le ~] zelfstandig naamwoord
- constipation [la ~] zelfstandig naamwoord
- obstruction [la ~] zelfstandig naamwoord
- amoncellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- entassement [le ~] zelfstandig naamwoord
l'arrêt
la condamnation; l'arrêt; le jugement; la sentence; le prononciation de jugement
- condamnation [la ~] zelfstandig naamwoord
- arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
- jugement [le ~] zelfstandig naamwoord
- sentence [la ~] zelfstandig naamwoord
- prononciation de jugement [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "arrêt":

ardillon; pointe; jugement; halte; blocage; barrage; stabilisation; cessation; fin; interruption; suspension; abandon; répit; rémission; relâche; apaisement; suppression; condamnation; punition; peine; sanction; sentence; damnation; excommunication; interdit; réprobation; procès; accusation; désaveu; discontinuité; intermittence; escale; port; étape; station; repos; arrivée; route; fermeture; barricade; coupure; pause; entracte; rupture; hiatus; vacance; chômage; verdict; décision; loi; législation; droit; code; justice; légalité; acte; arrêté; édit; constitution; jurisprudence; ordonnance; charte; mi-temps; neutralisation; étouffement; compensation; panne; poutre; barde; intervalle; interclasse; silence; récréation; relais; hôtel; poste; commutateur; détente; sommeil; sieste; délassement; loisir; inaction; inactivité; séjour; demeure; villégiature; stage; décret; arbitrage; pensée; adage; aphorisme; maxime; paix; tranquillité; mutisme; discrétion; stagnation; stase; marasme; immobilisme; inertie; engourdissement; atrophie; langueur; attitude; position; posture; stop; auto-stop; trêve; armistice; cessez-le-feu; ukase; commandement

Verwante synoniemen voor arrêt