Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. viveur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor viveur (Frans) in het Spaans

viveur:

viveur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le viveur (bon vivant; noceur; bambocheur; vadrouilleur; vieux marcheur)
    el parrandero; el juerguista; el juergón

Vertaal Matrix voor viveur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
juerguista bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur fêtard
juergón bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur
parrandero bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur

Synoniemen voor "viveur":


Computer vertaling door derden: