Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal timidité

Vertaal timidité van Frans naar Spaans

Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. timidité:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor timidité (Frans) in het Spaans

timidité:

timidité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la timidité (lâcheté; frousse)
    el empacho; el temor; la cobardía; la timidez
    • empacho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • temor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cobardía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • timidez [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la timidité (humeur sauvage; sauvagerie)
    el embarazo; el timidez; el empacho; el encogido
    • embarazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • timidez [el ~] zelfstandig naamwoord
    • empacho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • encogido [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. la timidité (pudicité; crainte)
    el embarazo; el recato; el timidez; el empacho; el encogido; la esquivez
    • embarazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recato [el ~] zelfstandig naamwoord
    • timidez [el ~] zelfstandig naamwoord
    • empacho [el ~] zelfstandig naamwoord
    • encogido [el ~] zelfstandig naamwoord
    • esquivez [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la timidité
    la timidez
    • timidez [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la timidité
    el embarazo; el recato; la timidez; el encogido; la esquivez; el carácter huraño
  6. la timidité (gêne; réserve; embarras)
    la incomodidad; el embarazo; el retraimiento; el carácter huraño; el recato; el timidez; el empacho; el carácter cerrado

Vertaal Matrix voor timidité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carácter cerrado embarras; gêne; réserve; timidité discrétion; mutisme; silence
carácter huraño embarras; gêne; réserve; timidité caractère farouche; caractère ombrageux
cobardía frousse; lâcheté; timidité angoisse; anxiété; crainte; lâcheté; peur; pleutrerie
embarazo crainte; embarras; gêne; humeur sauvage; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité attente; caractère farouche; caractère ombrageux; embarras; grossesse; gêne
empacho crainte; embarras; frousse; gêne; humeur sauvage; lâcheté; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité angoisse; anxiété; caractère farouche; caractère ombrageux; crainte; embarras; gêne; peur
encogido crainte; humeur sauvage; pudicité; sauvagerie; timidité
esquivez crainte; pudicité; timidité caractère farouche; caractère ombrageux; fraîcheur; froideur
incomodidad embarras; gêne; réserve; timidité affection; discorde; déplaisir; dérangement; désaccord; désagrément; embarras; gêne; inconfort; inconvénient; mal; maladie chronique; malaise; mécontentement
recato crainte; embarras; gêne; pudicité; réserve; timidité
retraimiento embarras; gêne; réserve; timidité contrainte; discrétion; mutisme; réserve; réticence; silence
temor frousse; lâcheté; timidité angoisse; anxiété; appréhension; caractère farouche; caractère ombrageux; crainte; effroi; frayeur; inquiétude; peur
timidez crainte; embarras; frousse; gêne; humeur sauvage; lâcheté; pudicité; réserve; sauvagerie; timidité angoisse; anxiété; appréhension; caractère farouche; caractère ombrageux; crainte; effroi; embarras; frayeur; gêne; inquiétude; peur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encogido diminué; réduit; rétréci

Synoniemen voor "timidité":


Wiktionary: timidité

timidité
noun
  1. Caractère de celui qui est timide.
Cross Translation:
FromToVia
• timidité → timidez ↔ bevangenheid — het bevangen zijn
• timidité → timidez ↔ shyness — quality of being shy







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1354 seconde
Page rendered in 1.0 seconds