Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
rustre:
- campesino; agricultor; paleto; cateto; grosero; descarado; gamberro; capullo; persona torpe; tonto; torpe; bruto; jota; granjero; granuja; patán; mentecato; palurdo; aldeano; eructo; mal educado; travieso; golfillo; hijo de puta; cabrón; buche; tronera; polla; gilipollas; saco; picha; imbécil; gilipuertas; sodomita
- desmañado; palurdo; sin vergüenza; bruto; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto; romo; primitivo; mal criado; incivilizado; desafilado; lerdo; burdo
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor rustre (Frans) in het Spaans
rustre:
-
le rustre (agriculteur; paysan; fermier; valet de ferme; plouc; péquenot; cultivateur)
-
le rustre (butor; malotru; mufle)
-
le rustre (homme grossier; paysan; sauvage; homme rude; manant)
-
le rustre
-
le rustre (péquenot; plouc)
-
le rustre (petit voyou; malappris)
-
le rustre (salopard; con)
el hijo de puta; el cabrón; el buche; el tronera; la polla; el gilipollas; el saco; el bruto; la picha; el granuja; el imbécil; el patán; la gilipuertas; el sodomita
-
rustre (effronté; prétentieux; insolent; champêtre; présomptueux; insolemment; sans gêne; prétentieusement; impertinemment; sans façons; effrontément; rustaud; sans vergogne; à la paysanne; rural; grossier; rustique; impertinent; campagnard; villageois; grossièrement; impudent; impudemment; en rustre; de façon rustique; sans se gêner)
desmañado; palurdo; sin vergüenza; bruto; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto-
desmañado bijvoeglijk naamwoord
-
palurdo bijvoeglijk naamwoord
-
sin vergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
zote bijvoeglijk naamwoord
-
sin respeto bijvoeglijk naamwoord
-
fresco bijvoeglijk naamwoord
-
rural bijvoeglijk naamwoord
-
campesino bijvoeglijk naamwoord
-
torpe bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
descarado bijvoeglijk naamwoord
-
nacional bijvoeglijk naamwoord
-
maleducado bijvoeglijk naamwoord
-
incapaz bijvoeglijk naamwoord
-
rústico bijvoeglijk naamwoord
-
impertinente bijvoeglijk naamwoord
-
tosco bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
fastidioso bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
arrogante bijvoeglijk naamwoord
-
pastoral bijvoeglijk naamwoord
-
aldeano bijvoeglijk naamwoord
-
desvergonzado bijvoeglijk naamwoord
-
campestre bijvoeglijk naamwoord
-
descortés bijvoeglijk naamwoord
-
zafio bijvoeglijk naamwoord
-
pastoril bijvoeglijk naamwoord
-
de pueblo bijvoeglijk naamwoord
-
mal educado bijvoeglijk naamwoord
-
inhábil bijvoeglijk naamwoord
-
mastuerzo bijvoeglijk naamwoord
-
desfachatado bijvoeglijk naamwoord
-
en estado natural bijvoeglijk naamwoord
-
con desenvoltura bijvoeglijk naamwoord
-
demasiado desenvuelto bijvoeglijk naamwoord
-
-
rustre (grossier; mal élevé; vulgaire; non civilisé; maladroit; impoli)
torpe; grosero; romo; maleducado; bruto; insolente; primitivo; descortés; desmañado; mal educado; mal criado; incivilizado; desafilado-
torpe bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
romo bijvoeglijk naamwoord
-
maleducado bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
primitivo bijvoeglijk naamwoord
-
descortés bijvoeglijk naamwoord
-
desmañado bijvoeglijk naamwoord
-
mal educado bijvoeglijk naamwoord
-
mal criado bijvoeglijk naamwoord
-
incivilizado bijvoeglijk naamwoord
-
desafilado bijvoeglijk naamwoord
-
-
rustre (inélégant; maladroit; lourd; gauche; impoli; insolent; grossier; grossière; grossièrement; insolemment)
-
rustre (grossier; non civilisé; vulgaire; impoli; mal élevé)
torpe; insolente; grosero; bruto; maleducado; incapaz; aturdido; tosco; palurdo; primitivo; romo; mal educado; inhábil; mal criado; mastuerzo; incivilizado; desafilado-
torpe bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
maleducado bijvoeglijk naamwoord
-
incapaz bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
tosco bijvoeglijk naamwoord
-
palurdo bijvoeglijk naamwoord
-
primitivo bijvoeglijk naamwoord
-
romo bijvoeglijk naamwoord
-
mal educado bijvoeglijk naamwoord
-
inhábil bijvoeglijk naamwoord
-
mal criado bijvoeglijk naamwoord
-
mastuerzo bijvoeglijk naamwoord
-
incivilizado bijvoeglijk naamwoord
-
desafilado bijvoeglijk naamwoord
-
-
rustre (villageois; champêtre; rustique; rural; grossier; campagnard; rustaud; en rustre; de façon rustique; à la paysanne)
de pueblo; campesino; grosero; rural; torpe; bruto; nacional; maleducado; incapaz; rústico; tosco; aturdido; insolente; pastoral; palurdo; aldeano; campestre; zafio; pastoril; zote; desmañado; mal educado; inhábil; mastuerzo; en estado natural-
de pueblo bijvoeglijk naamwoord
-
campesino bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
rural bijvoeglijk naamwoord
-
torpe bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
nacional bijvoeglijk naamwoord
-
maleducado bijvoeglijk naamwoord
-
incapaz bijvoeglijk naamwoord
-
rústico bijvoeglijk naamwoord
-
tosco bijvoeglijk naamwoord
-
aturdido bijvoeglijk naamwoord
-
insolente bijvoeglijk naamwoord
-
pastoral bijvoeglijk naamwoord
-
palurdo bijvoeglijk naamwoord
-
aldeano bijvoeglijk naamwoord
-
campestre bijvoeglijk naamwoord
-
zafio bijvoeglijk naamwoord
-
pastoril bijvoeglijk naamwoord
-
zote bijvoeglijk naamwoord
-
desmañado bijvoeglijk naamwoord
-
mal educado bijvoeglijk naamwoord
-
inhábil bijvoeglijk naamwoord
-
mastuerzo bijvoeglijk naamwoord
-
en estado natural bijvoeglijk naamwoord
-