Frans

Uitgebreide vertaling voor rabâcheur (Frans) in het Spaans

rabâcheur:

rabâcheur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rabâcheur (casse-pieds; emmerdeur; casse-cul; radoteur)
    el pelmazo; el letoso; la palisa
    • pelmazo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • letoso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • palisa [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. le rabâcheur (bavardeur; pipelette; radoteur; )
    la charladora; la parlanchina; la habladora; el parlanchines; el hablador; la parlanchín; el charlatán; la charlatana; el charlador

Vertaal Matrix voor rabâcheur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charlador bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavard; bluffeur; causeur; emmerdeur; emmerdeuse; fanfaron; hâbleur; moulin à paroles; parleur; radoteur; radoteuse; raseur; vantard
charladora bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavarde; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
charlatana bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavarde; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
charlatán bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavard; blagueur; bluffeur; bousilleur; bricoleur; camelot; charlatan; emmerdeur; emmerdeuse; fanfaron; hâbleur; lambin; radoteur; radoteuse; raseur; retardataire; tire-au-flanc; tonneau creux; traînard; vantard
hablador bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavard; bavarde; bavardeur; bluffeur; causeur; emmerdeur; emmerdeuse; fanfaron; hâbleur; marmotteur; marmotteuse; moulin à paroles; parleur; péroreur; radoteur; radoteuse; raseur; vantard
habladora bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavarde; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
letoso casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
palisa casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
parlanchina bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavarde; perruche; rabâcheuse; radoteur; radoteuse
parlanchines bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavardes; bavards; lambin; rabâcheurs; radoteurs; retardataire; tire-au-flanc; traînard
parlanchín bavard; bavardeur; causeur; commère; concierge; jacasseur; personne qui parle dans le vide; pipelette; rabâcheur; radoteur bavard; bavarde; bavardeur; bluffeur; causeur; fanfaron; hâbleur; lambin; moulin à paroles; parleur; radoteur; retardataire; tire-au-flanc; traînard; vantard
pelmazo casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charlador bavard; bavarde
parlanchín babillard; bavard; indiscret; indiscrètement; jaseur; loguace; volubile

Synoniemen voor "rabâcheur":