Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. présence:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor présence (Frans) in het Spaans

présence:

présence [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la présence (existence; vie; réalité)
    la existencia
  2. la présence
    la presencia; la asistencia
  3. la présence (informations de présence)
    la presencia

Vertaal Matrix voor présence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asistencia présence Assistance sociale; adoucissement; aide; aide familiale; aide sociale; allocation de chômage; approvisionnement; appui; assistance; collaboration; concours; coopération; coup de main; domestique; femme de ménage; homme de ménage; modération; participation; procuration; secours; service; soins; soulagement; soutien; support
existencia existence; présence; réalité; vie encaisse
presencia informations de présence; présence

Synoniemen voor "présence":


Wiktionary: présence

présence
noun
  1. existence d’une personne dans un lieu donner.

Cross Translation:
FromToVia
présence presencia tegenwoordigheid — aanwezigheid
présence presencia aanwezigheid — het aanwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
présence presencia presence — fact or condition of being present

Verwante vertalingen van présence