Plein in het Spaans vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

plein:
- lleno; completo; pleno; colmado; cargado; acolchado; empastado; sonoro; sólido
- plenitud; totalidad
Wiktionary:
- plein → lleno
- plein → lleno, completamente, entero, completo

Frans

Uitgebreide vertaling voor plein (Frans) in het Spaans

plein:

plein bijvoeglijk naamwoord

plein (bourré; fourré; rempli; rembourré; comble)
lleno; completo; pleno; colmado; cargado
- lleno bijvoeglijk naamwoord
- completo bijvoeglijk naamwoord
- pleno bijvoeglijk naamwoord
- colmado bijvoeglijk naamwoord
- cargado bijvoeglijk naamwoord
plein (bourré; rembourré; fourré; rempli; farci; comble)
pleno; cargado; completo; colmado; acolchado; empastado
- pleno bijvoeglijk naamwoord
- cargado bijvoeglijk naamwoord
- completo bijvoeglijk naamwoord
- colmado bijvoeglijk naamwoord
- acolchado bijvoeglijk naamwoord
- empastado bijvoeglijk naamwoord
plein (sonore; musical)
sonoro
- sonoro bijvoeglijk naamwoord
plein (qui n'est pas creux; massif; massivement)
sólido
- sólido bijvoeglijk naamwoord

plein [le ~] zelfstandig naamwoord

le plein (plénitude)
la plenitud; la totalidad
- plenitud [la ~] zelfstandig naamwoord
- totalidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plein:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plenitud	plein; plénitude
totalidad	plein; plénitude	totalité; état complet
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
completo	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli	accompli; achevé; complet; complètement; consommé; de qualité supérieure; disposé; en bon état; entier; entièrement; exécuté; fait; fini; inaltéré; intact; intégral; non endommagé; non entamé; passé; plénier; plénière; préparé; prêt; terminé; total; totalement; à part entière; à plein temps
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acolchado	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli	ouatiné
cargado	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli	chargé; couvert de poussière; empoussiéré; fade; hébété; poussiéreux
colmado	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli
empastado	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli
lleno	bourré; comble; fourré; plein; rembourré; rempli	complet; plénier; plénière; rassasié; repu
pleno	bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli	rassasié; repu
sonoro	musical; plein; sonore	clair; clairement; harmonieusement; harmonieux; limpide; lucide; résonnant; sonnant; sonore; vibrant; éclaircissant
sólido	massif; massivement; plein; qui n'est pas creux	adipeux; appartenant au noyau dur; bien baraqué; bien charpenté; bien charpentée; charpenté; constant; continuel; corpulent; de forte carrure; du noyau; du noyau dur; durable; ferme; fiable; fort; fortement charpenté; fortement charpentée; gros; lourd; obèse; permanent; robuste; résistant; résistant à longue durée; solide; solidement; solidement charpenté; stable; épais

Synoniemen voor "plein":

bondé; bourré; comble; complet; empli; farci; rempli; truffé; chargé; excessif; lourd; tarabiscoté; empilé; éméché; soûl; gris; parti; aviné; émoustillé; entier; intact; intégral; total; plénier; absolu; achevé; massif; épais; pur; gros; pesant; trapu; garni; débordant; saturé; peuplé; occupé; repu; rassasié; ras; tondu; égal; encombré; saoul; gorgé; enivré; grisé; ivre; somme; quantité; global; tout; ensemble

Wiktionary: plein

plein

adjective

Qui contient tout ce qu’il est capable de contenir ; il est opposé à vide. (Sens général).
- plein → lleno

Cross Translation:

From	To	Via
• plein	→ lleno	↔ full — containing the maximum possible amount
• plein	→ lleno	↔ vol — geheel gevuld
• plein	→ completamente; entero; completo	↔ compleet — volledig, voltallig
• plein	→ lleno	↔ voll — vollständig, vollkommen, gänzlich gefüllt

Verwante vertalingen van plein

Remove Ads

Vertaal plein van Frans naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor plein (Frans) in het Spaans

plein:

plein bijvoeglijk naamwoord

plein (bourré; fourré; rempli; rembourré; comble)

plein (bourré; rembourré; fourré; rempli; farci; comble)

plein (sonore; musical)

plein (qui n'est pas creux; massif; massivement)

plein [le ~] zelfstandig naamwoord

le plein (plénitude)

Vertaal Matrix voor plein:

Synoniemen voor "plein":

Wiktionary: plein

Verwante vertalingen van plein