Objet in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor objet (Frans) in het Spaans

l'objet (article; chose; truc; camelote; produit)
la cosa; el artículo; el bien; el objeto
- cosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
- bien [el ~] zelfstandig naamwoord
- objeto [el ~] zelfstandig naamwoord
l'objet (appareil; instrument; truc; machine; engin; outil; gadget)
el aparato; la máquina
- aparato [el ~] zelfstandig naamwoord
- máquina [la ~] zelfstandig naamwoord
l'objet
el objeto
- objeto [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aparato	appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; outil; truc	appareil; dispositif; instrument; machine; matériel; objet d'usage courant; outil
artículo	article; camelote; chose; objet; produit; truc	article; clause; composition; condition; conférence; essai; exposé; matière de base; matière première; mot clé; phrase; proposition; stipulation
bien	article; camelote; chose; objet; produit; truc	bien
cosa	article; camelote; chose; objet; produit; truc	affaire; cas; chose; fait; magasin; problème; question; substance; truc
máquina	appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; outil; truc	appareil; dispositif; instrument; machine; matériel; outil
objeto	article; camelote; chose; objet; produit; truc	but; cible; dessein; destination; intention; objectif; planification; point de mire
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artículo		article; publication
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bien		accommodant; agréable; agréablement; aimable; alléchant; amusant; approprié; appétissant; avec application; avec satisfaction; avenant; bien; bon; conciliant; confortable; confortablement; correct; correctement; divertissant; délectable; délicieux; exact; exactement; familier; intact; intacte; intime; intimement; juste; minutieuse; minutieusement; minutieux; net; non endommagé; plaisant; positif; précis; précisément; satisfaisant; sec; sociable; soigneusement; sympathique; sèchement

objet

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• objet	→ objeto	↔ object — thing
• objet	→ objeto; complemento	↔ object — in grammar
• objet	→ objeto	↔ object — in object-oriented programming
• objet	→ objeto	↔ voorwerp — een object, iets dat fysiek bestaat
• objet	→ objeto	↔ Gegenstand — materielle Sache, die nicht allzu groß ist: Ding, Sache, Objekt
• objet	→ objeto	↔ Objekt — Gegenstand, auf den sich jemand bezieht, auf den das Denken oder Handeln ausgerichtet ist