Morsure in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

morsure:
- morder; mordisco; mordedura; picadura; mordida; dentellada; escoplo; picar
Wiktionary:
- morsure → mordimiento
- morsure → mordisco

Frans

Uitgebreide vertaling voor morsure (Frans) in het Spaans

la morsure
el morder
- morder [el ~] zelfstandig naamwoord
la morsure (coup de dents)
el mordisco; la mordedura; la picadura; la mordida; la dentellada
- mordisco [el ~] zelfstandig naamwoord
- mordedura [la ~] zelfstandig naamwoord
- picadura [la ~] zelfstandig naamwoord
- mordida [la ~] zelfstandig naamwoord
- dentellada [la ~] zelfstandig naamwoord
la morsure (piqûre)
el escoplo
- escoplo [el ~] zelfstandig naamwoord
la morsure (action de mordre dans; happement; coup de dent)
el morder; el picar
- morder [el ~] zelfstandig naamwoord
- picar [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dentellada	coup de dents; morsure
escoplo	morsure; piqûre	ciseau
mordedura	coup de dents; morsure
morder	action de mordre dans; coup de dent; happement; morsure	fait de mordre
mordida	coup de dents; morsure
mordisco	coup de dents; morsure	bouchée
picadura	coup de dents; morsure	bitte; con; injection; membre viril; piqûre; poteau; pénis; zizi
picar	action de mordre dans; coup de dent; happement; morsure
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
morder		cingler; fouetter; graver à l'eau forte; grignoter; ronger; éroder
picar		abattre; abattre des arbres; bouffer; chatouiller; chiper; choper; cisailler; consommer; corroder; couper; crever; encocher; enlever au marteau; entailler; entamer; escroquer; extorquer; faire passer; faire une encoche; faucher; graver; graver à l'eau forte; inciser; inciter à; manger; mendier; mendigoter; mordre; percer; perforer; piller; piquer; provoquer; rafler; rainer; rainurer; ravaler; ronger; scarifier; subtiliser; susciter; tailler; transpercer

morsure

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• morsure	→ mordisco	↔ Biss — der Vorgang des Beißens
• morsure	→ mordisco	↔ beet — een samenklemming tussen de kaken