Minceur in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

minceur:
- esbeltez; mareo; arcadas; delgadez; flaqueza; putrefacción; ganas de vomitar; blascas

Frans

Uitgebreide vertaling voor minceur (Frans) in het Spaans

la minceur (sveltesse; maigreur)
la esbeltez
- esbeltez [la ~] zelfstandig naamwoord
la minceur (maigreur)
el mareo; la arcadas; la delgadez; la flaqueza; la putrefacción; la ganas de vomitar; la blascas
- mareo [el ~] zelfstandig naamwoord
- arcadas [la ~] zelfstandig naamwoord
- delgadez [la ~] zelfstandig naamwoord
- flaqueza [la ~] zelfstandig naamwoord
- putrefacción [la ~] zelfstandig naamwoord
- ganas de vomitar [la ~] zelfstandig naamwoord
- blascas [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arcadas	maigreur; minceur
blascas	maigreur; minceur
delgadez	maigreur; minceur	frugalité; maigreur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité
esbeltez	maigreur; minceur; sveltesse	hauteur; sveltesse
flaqueza	maigreur; minceur	fadeur; faiblesse; fragilité; frugalité; impuissance; maigreur; manque de goût; misère; pauvreté; rudesse; rugosité; sensibilité
ganas de vomitar	maigreur; minceur
mareo	maigreur; minceur	haut-le-coeur; mal d'auto; mal de coeur; mal de l'air; mal de mer; nausée; nausées; éblouissement; écoeurement; étourdissement
putrefacción	maigreur; minceur	dissolution; décomposition; dégradation; détérioration; moisi; moisissure; pourrissement; pourriture; putréfaction