Frans

Uitgebreide vertaling voor marcheur (Frans) in het Spaans

marcheur:

marcheur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le marcheur (jogger; coureur; sprinter)
    el corredor; el corredor de footing
  2. le marcheur (coureur cycliste; coureur)
    el corredor de carreras; el ciclista; el corredor
  3. le marcheur (voyageur à pied; piéton)
    el caminante; el peatón; el paseante

Vertaal Matrix voor marcheur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caminante marcheur; piéton; voyageur à pied flâneur; piéton; randonneur
ciclista coureur; coureur cycliste; marcheur cycliste
corredor coureur; coureur cycliste; jogger; marcheur; sprinter corridor; couloir; coureur; coureur automobile
corredor de carreras coureur; coureur cycliste; marcheur coureur
corredor de footing coureur; jogger; marcheur; sprinter
paseante marcheur; piéton; voyageur à pied flâneur; piéton; randonneur
peatón marcheur; piéton; voyageur à pied flâneur; piéton; randonneur

Synoniemen voor "marcheur":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van marcheur