Logeur in het Spaans vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

logeur:
- propietario; dueño de la casa; conserje; arrendador; hacendado; posadero; dueño de la posada; propietario de una casa; dueño de una casa; propietario de la casa; propietario de tierras; hotelero; propietario de un hotel

Frans

Uitgebreide vertaling voor logeur (Frans) in het Spaans

logeur:

logeur [le ~] zelfstandig naamwoord

le logeur (propriétaire; concierge; gardien; propriétaire foncier; patron d'une pension)
el propietario; el dueño de la casa; el conserje; el arrendador; el hacendado; el posadero; el dueño de la posada; el propietario de una casa; el dueño de una casa; el propietario de la casa; el propietario de tierras
- propietario [el ~] zelfstandig naamwoord
- dueño de la casa [el ~] zelfstandig naamwoord
- conserje [el ~] zelfstandig naamwoord
- arrendador [el ~] zelfstandig naamwoord
- hacendado [el ~] zelfstandig naamwoord
- posadero [el ~] zelfstandig naamwoord
- dueño de la posada [el ~] zelfstandig naamwoord
- propietario de una casa [el ~] zelfstandig naamwoord
- dueño de una casa [el ~] zelfstandig naamwoord
- propietario de la casa [el ~] zelfstandig naamwoord
- propietario de tierras [el ~] zelfstandig naamwoord
le logeur (hôtelier; aubergiste)
el hotelero; el propietario de un hotel
- hotelero [el ~] zelfstandig naamwoord
- propietario de un hotel [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor logeur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arrendador	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	bailleur; emphytéote; loueur; propriétaire
conserje	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	concierge; conservateur; domestique; dépositaire; garde; gardien; gardien d'immeuble; gardien de prison; gardienne; genre humain; guet; homme; huissier; humanité; individu; laquais; patrouille; portier; portière; protecteur; protectrice; sentinelle; surveillant; surveillante; valet; valet de chambre; veilleur; être humain
dueño de la casa	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	homme au foyer; maître de la maison
dueño de la posada	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	aubergiste; cafetier; châtelain; débitant de boissons; marchand de vins; propriétaire
dueño de una casa	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	concierge; gardien d'immeuble; portier
hacendado	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	gentleman-farmer; propriétaire foncier; propriétaire terrien; seigneur
hotelero	aubergiste; hôtelier; logeur	aubergiste; hôtelier
posadero	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	aubergiste; cafetier; châtelain; débitant de boissons; hôtelier; marchand de vins
propietario	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	concierge; container; conteneur; détenteur; gardien d'immeuble; porteur; portier; possesseur; propriétaire; propriétaire foncier; propriétaire terrien; seigneur; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence
propietario de la casa	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier
propietario de tierras	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier	propriétaire foncier; propriétaire terrien; seigneur
propietario de un hotel	aubergiste; hôtelier; logeur	aubergiste; hôtelier
propietario de una casa	concierge; gardien; logeur; patron d'une pension; propriétaire; propriétaire foncier

Synoniemen voor "logeur":

hôte; hôtelier

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal logeur van Frans naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor logeur (Frans) in het Spaans

logeur:

logeur [le ~] zelfstandig naamwoord

le logeur (propriétaire; concierge; gardien; propriétaire foncier; patron d'une pension)

le logeur (hôtelier; aubergiste)

Vertaal Matrix voor logeur:

Synoniemen voor "logeur":