Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. jouissance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor jouissance (Frans) in het Spaans

jouissance:

jouissance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la jouissance (plaisir; délectation)
    el goce; el placer; el usufructo; el deleite
    • goce [el ~] zelfstandig naamwoord
    • placer [el ~] zelfstandig naamwoord
    • usufructo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • deleite [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. la jouissance
    la participación

Vertaal Matrix voor jouissance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deleite délectation; jouissance; plaisir
goce délectation; jouissance; plaisir
participación jouissance apport; cogestion; dépôt; part; participation; quote-part
placer délectation; jouissance; plaisir allégresse; badinage; belle humeur; bien être; bien-être; blague; bonne humeur; bordel; bouffonnerie; bêtise; cocasserie; contentement; cris d'allégresse; drôlerie; enjouement; farce; folie; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; passion; plaisanterie; plaisir; pulsion sexuelle; raillerie; rigolade; réjouissance; satisfaction; sottise; stupidité; trait d'esprit
usufructo délectation; jouissance; plaisir usufruit

Synoniemen voor "jouissance":


Wiktionary: jouissance

jouissance
noun
  1. Satisfaction voluptueuse

Verwante vertalingen van jouissance