Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. informateur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor informateur (Frans) in het Spaans

informateur:

informateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'informateur (envoyé spécial; reporter; correspondant; )
    el reportero; el corresponsal; el periodista; el portavoz; el informante; el comentarista
  2. l'informateur (indicateur; informant; délateur; tuyauteur; dénonciateur)
    el informante; el soplón; el denunciante; el delator

Vertaal Matrix voor informateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comentarista chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur
corresponsal chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur correspondant; relation d'affaires
delator délateur; dénonciateur; indicateur; informant; informateur; tuyauteur délateur; dénonciateur; informant; mouchard; rapporteur; rapporteuse; traître; traîtresse
denunciante délateur; dénonciateur; indicateur; informant; informateur; tuyauteur délateur; délatrice; dénonciateur; dénonciatrice; informant; rapporteuse
informante chroniqueur; commentateur; correspondant; délateur; dénonciateur; envoyé spécial; indicateur; informant; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur délateur; dénonciateur; informant; informatrice
periodista chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur correspondant; envoyé spécial; journaliste; reporter
portavoz chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur mégaphone; orateur; organe phonateur; porte-parole; tuyau acoustique
reportero chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur correspondant
soplón délateur; dénonciateur; indicateur; informant; informateur; tuyauteur délateur; dénonciateur; faux jeton; hochet; hypocrite; informant; mouchard; rapporteur; rapporteuse; roublard; sournois; traître; traîtresse

Synoniemen voor "informateur":


Wiktionary: informateur


Cross Translation:
FromToVia
informateur chivato; chivata; soplón; delator; sapo snitch — informer, usually one who betrays his group