Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal immobilisation

Vertaal immobilisation van Frans naar Spaans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

immobilisation:
- fijar; inmovilizar; encarcelar; paralización; cojera; activo fijo
Wiktionary:
- immobilisation → inmovilización, parada

Frans

Uitgebreide vertaling voor immobilisation (Frans) in het Spaans

immobilisation:

immobilisation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'immobilisation (attache; fixation)
el fijar; el inmovilizar; el encarcelar
- fijar [el ~] zelfstandig naamwoord
- inmovilizar [el ~] zelfstandig naamwoord
- encarcelar [el ~] zelfstandig naamwoord
l'immobilisation (paralyse)
la paralización; la cojera
- paralización [la ~] zelfstandig naamwoord
- cojera [la ~] zelfstandig naamwoord
l'immobilisation
activo fijo
- activo fijo

Vertaal Matrix voor immobilisation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cojera	immobilisation; paralyse	boiterie; infirmité
encarcelar	attache; fixation; immobilisation
fijar	attache; fixation; immobilisation
inmovilizar	attache; fixation; immobilisation
paralización	immobilisation; paralyse	constipation; immobilité; paralysie; signal d'arrêt; stagnation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
encarcelar		arrêter; attraper; capturer; choper; conserver; détenir; emprisonner; enfermer; faire prisonnier; fixer; garder; immobiliser; interner; mettre derrière les barreaux; mettre sous les verrous; piquer; retenir; saisir; suprendre à; surprendre; tenir
fijar		adapter; adhérer; agrafer; ajuster; assujettir; attacher; attacher à qc; attraper; caler; choper; coller; commander; constater; découvrir; définir; dépanner; déterminer; estimer; faire un prix d'ami à quelqu'un; ficeler; fixer; identifier; installer; lier; localiser; marquer; mettre; mettre au point; mettre à l'attache; nouer; parapher; piquer; pistonner; placer; poser; prescrire; qualifier; raccommoder; rapiécer; rattacher; reconstituer; remettre en état; renforcer; renouveler; restaurer; régler; rénover; réparer; rétablir; suprendre à; surprendre; timbrer; trouver; vérifier; épingler; établir
inmovilizar		attraper; choper; déposer sur un compte bancaire; geler; immobiliser; piquer; suprendre à; surprendre
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
activo fijo	immobilisation

Synoniemen voor "immobilisation":

amarrage; ancrage; mouillage; fixation; enclavement; inclusion; figement; coagulation; congélation; gel; solidification; immobilité; confiscation

Wiktionary: immobilisation

Cross Translation:

From	To	Via
• immobilisation	→ inmovilización	↔ immobilisatie — (medisch, nld) onbeweeglijk maken
• immobilisation	→ parada	↔ standstill — complete immobility

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van immobilisation

interdiction d'immobilisation