Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal goulu

Vertaal goulu van Frans naar Spaans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

goulu:
- comilón; zampabollos; glotón; tiburón; comilona; glotona; tragón; tragona; zampatortas
Wiktionary:
- goulu → goloso
- goulu → glotón, ávido, codicioso, tragón, tragaldaba, comilón, goloso

Frans

Uitgebreide vertaling voor goulu (Frans) in het Spaans

goulu:

goulu [le ~] zelfstandig naamwoord

le goulu (goinfre; gourmand; glouton)
el comilón; el zampabollos; el glotón; el tiburón; la comilona; la glotona; el tragón; la tragona; el zampatortas
- comilón [el ~] zelfstandig naamwoord
- zampabollos [el ~] zelfstandig naamwoord
- glotón [el ~] zelfstandig naamwoord
- tiburón [el ~] zelfstandig naamwoord
- comilona [la ~] zelfstandig naamwoord
- glotona [la ~] zelfstandig naamwoord
- tragón [el ~] zelfstandig naamwoord
- tragona [la ~] zelfstandig naamwoord
- zampatortas [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor goulu:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
comilona	glouton; goinfre; goulu; gourmand	festin; gloutonnement; gueuleton
comilón	glouton; goinfre; goulu; gourmand
glotona	glouton; goinfre; goulu; gourmand
glotón	glouton; goinfre; goulu; gourmand
tiburón	glouton; goinfre; goulu; gourmand	requin; requin blanc; squale
tragona	glouton; goinfre; goulu; gourmand
tragón	glouton; goinfre; goulu; gourmand	avaleur; engloutisseur
zampabollos	glouton; goinfre; goulu; gourmand
zampatortas	glouton; goinfre; goulu; gourmand
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
glotón		glouton
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tragón		glouton; vorace

Synoniemen voor "goulu":

bâfreur; glouton; goinfre; bouffeur; ogre; ripailleur; vorace; avide; insatiable; mange-tout; dépensier

Wiktionary: goulu

goulu

adjective

Qui aime à manger, qui mange avec avidité.
- goulu → goloso

Cross Translation:

From	To	Via
• goulu	→ glotón	↔ gluttonous — given to excessive eating; prone to overeating
• goulu	→ ávido; codicioso	↔ gluttonous — greedy
• goulu	→ tragón; tragaldaba; comilón; glotón; goloso	↔ gourmand — a person given to excess in the consumption of food and drink. A greedy or ravenous eater; a glutton