Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
fort:
- fuerte; poderoso; musculoso; fornido; potente; firme; duro; alto; riguroso; en voz alta; muy; mucho; tumultuoso; bullicioso; estrepitoso; inflexible; ruidoso; severo; agitado; velozmente; estruendoso; muy fuerte; violento; gordo; masivo; puesto; graso; espeso; hinchado; grasiento; penoso; corpulento; grave; negrilla; extenso; obeso; voluminoso; grueso; reducido; entrado; sólido; movido; fértil; lucrativo; rollizo; llenito; entrado en carnes; pesado; importante; repleto; gravemente; robusto; bastante; notable; extraordinariamente; particular; extremo; sumamente; extremadamente; extravagante; sobremanera; extremado; lo sumo; superior; lamentable; especial; extraordinario; supremo; lo supremo; excéntrico; extremista; en extremo; fantástico; buenísimo; fabuloso; estupendo; fenomenal; formidable; colosal; enorme; excelente; recio; espléndido; duradero; con fuerza; con firmeza; justo; considerable; resistente; vigoroso; considerablemente; fuertemente; firmemente; irrefutable; inquebrantable; intensivo; intenso; forzudo; fortachón; profundo; enérgico; intensamente; membrudo; con intensidad; sincero; agudo; vital; profundamente; lacertoso; recio de músculos; agraviante; hiriente; ofensivo; vejatorio; insultante; lacerante; correoso; animado; sazonado; picante; condimentado
- castillo; fortaleza; fortificación; ciudadela; fuerte; torre; plaza fuerte; cierre; final; roque; fin; cerradura
-
Wiktionary:
- fort → alcázar, fortaleza
- fort → fuerte
- fort → en voz alta, musculoso, corpulento, fuerte, fortaleza, ruidosamente, enérgico, vigoroso, potente, rudo, adusto, ruda, adusta, arisca, arisco, brusco, malhumorado, brusca, malhumorada, intenso
Frans
Uitgebreide vertaling voor fort (Frans) in het Spaans
fort:
-
fort (costaud; solide; robuste)
-
fort (à haute voix; bruyant; haut; bruyamment; agité; effervescence; tapageur; tapageuse; tapageusement)
fuerte; duro; alto; riguroso; en voz alta; muy; mucho; tumultuoso; bullicioso; estrepitoso; inflexible; ruidoso; severo; agitado; velozmente; estruendoso-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
duro bijvoeglijk naamwoord
-
alto bijvoeglijk naamwoord
-
riguroso bijvoeglijk naamwoord
-
en voz alta bijvoeglijk naamwoord
-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
mucho bijvoeglijk naamwoord
-
tumultuoso bijvoeglijk naamwoord
-
bullicioso bijvoeglijk naamwoord
-
estrepitoso bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
ruidoso bijvoeglijk naamwoord
-
severo bijvoeglijk naamwoord
-
agitado bijvoeglijk naamwoord
-
velozmente bijvoeglijk naamwoord
-
estruendoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (intense; intensément; vif; fortement; véhément; vivement)
-
fort (corpulent; gros; obèse; épais; lourd; adipeux)
gordo; masivo; puesto; graso; espeso; hinchado; grasiento; penoso; corpulento; grave; negrilla; extenso; obeso; voluminoso; grueso; reducido; entrado; sólido; movido; fértil; lucrativo; rollizo; llenito; entrado en carnes; pesado; importante; severo; repleto; gravemente-
gordo bijvoeglijk naamwoord
-
masivo bijvoeglijk naamwoord
-
puesto bijvoeglijk naamwoord
-
graso bijvoeglijk naamwoord
-
espeso bijvoeglijk naamwoord
-
hinchado bijvoeglijk naamwoord
-
grasiento bijvoeglijk naamwoord
-
penoso bijvoeglijk naamwoord
-
corpulento bijvoeglijk naamwoord
-
grave bijvoeglijk naamwoord
-
negrilla bijvoeglijk naamwoord
-
extenso bijvoeglijk naamwoord
-
obeso bijvoeglijk naamwoord
-
voluminoso bijvoeglijk naamwoord
-
grueso bijvoeglijk naamwoord
-
reducido bijvoeglijk naamwoord
-
entrado bijvoeglijk naamwoord
-
sólido bijvoeglijk naamwoord
-
movido bijvoeglijk naamwoord
-
fértil bijvoeglijk naamwoord
-
lucrativo bijvoeglijk naamwoord
-
rollizo bijvoeglijk naamwoord
-
llenito bijvoeglijk naamwoord
-
entrado en carnes bijvoeglijk naamwoord
-
pesado bijvoeglijk naamwoord
-
importante bijvoeglijk naamwoord
-
severo bijvoeglijk naamwoord
-
repleto bijvoeglijk naamwoord
-
gravemente bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (robuste; costaud; robustement; solide; fortement; d'importance)
-
fort (spécial; très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; original; au plus haut point; extraordinairement; bizarre; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême)
muy; extraordinariamente; mucho; particular; extremo; sumamente; extremadamente; extravagante; sobremanera; extremado; lo sumo; superior; lamentable; especial; extraordinario; supremo; lo supremo; excéntrico; extremista; en extremo-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
mucho bijvoeglijk naamwoord
-
particular bijvoeglijk naamwoord
-
extremo bijvoeglijk naamwoord
-
sumamente bijvoeglijk naamwoord
-
extremadamente bijvoeglijk naamwoord
-
extravagante bijvoeglijk naamwoord
-
sobremanera bijvoeglijk naamwoord
-
extremado bijvoeglijk naamwoord
-
lo sumo bijvoeglijk naamwoord
-
superior bijvoeglijk naamwoord
-
lamentable bijvoeglijk naamwoord
-
especial bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinario bijvoeglijk naamwoord
-
supremo bijvoeglijk naamwoord
-
lo supremo bijvoeglijk naamwoord
-
excéntrico bijvoeglijk naamwoord
-
extremista bijvoeglijk naamwoord
-
en extremo bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (sonore; bruyant; criard; à haute voix; bruyamment; brayard)
-
fort (bruyant; bruyamment; animé; tumultueux; turbulent; à haute voix; tapageur; tumultueuse; criard; tapageuse; brayard; tapageusement)
-
fort (costaud; robuste; solide; solidement)
-
fort (formidable; magnifique; fantastique; sensationnel; épouvantable; de façon formidable; excellent; superbe; formidablement; respectable; énorme; redoutable)
fantástico; buenísimo; fabuloso; estupendo; muy; pesado; fenomenal; formidable; poderoso; colosal; enorme; excelente-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
buenísimo bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
pesado bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
formidable bijvoeglijk naamwoord
-
poderoso bijvoeglijk naamwoord
-
colosal bijvoeglijk naamwoord
-
enorme bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (solide; résistant; ferme; robuste)
-
fort (robuste)
-
fort (formidable; magnifique; fantastique; génial; mirobolant; violent; prodigieux; fameux; énorme; véhément; inégalé; grand; démesuré; furieux; extrême)
espléndido-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (vigoureux; ferme; costaud; robuste; fermement; solide; stable; inébranlable; solidement)
fuerte; firme; duradero; con fuerza; con firmeza; justo; considerable; resistente; vigoroso; considerablemente; fuertemente; firmemente; irrefutable; inquebrantable-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
firme bijvoeglijk naamwoord
-
duradero bijvoeglijk naamwoord
-
con fuerza bijvoeglijk naamwoord
-
con firmeza bijvoeglijk naamwoord
-
justo bijvoeglijk naamwoord
-
considerable bijvoeglijk naamwoord
-
resistente bijvoeglijk naamwoord
-
vigoroso bijvoeglijk naamwoord
-
considerablemente bijvoeglijk naamwoord
-
fuertemente bijvoeglijk naamwoord
-
firmemente bijvoeglijk naamwoord
-
irrefutable bijvoeglijk naamwoord
-
inquebrantable bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; vif; violent; vivement; vigoureux; violemment; énergique)
intensivo; intenso; muy; vigoroso; forzudo; fortachón; profundo; enérgico; intensamente; membrudo; con intensidad; fuerte; mucho; sincero; agudo; potente; vital; violento; profundamente; robusto; fornido; musculoso; muy fuerte; lacertoso; recio de músculos-
intensivo bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
muy bijvoeglijk naamwoord
-
vigoroso bijvoeglijk naamwoord
-
forzudo bijvoeglijk naamwoord
-
fortachón bijvoeglijk naamwoord
-
profundo bijvoeglijk naamwoord
-
enérgico bijvoeglijk naamwoord
-
intensamente bijvoeglijk naamwoord
-
membrudo bijvoeglijk naamwoord
-
con intensidad bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
mucho bijvoeglijk naamwoord
-
sincero bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
potente bijvoeglijk naamwoord
-
vital bijvoeglijk naamwoord
-
violento bijvoeglijk naamwoord
-
profundamente bijvoeglijk naamwoord
-
robusto bijvoeglijk naamwoord
-
fornido bijvoeglijk naamwoord
-
musculoso bijvoeglijk naamwoord
-
muy fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
lacertoso bijvoeglijk naamwoord
-
recio de músculos bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (gras; lourd; potelé; épaisse; gros; obèse; replet; consistant; corpulent; enflé; volumineux; volumineuse)
-
fort (aigu; fortement; intensément; vif; intense; vive; vivement)
intenso; intensamente; profundo; con intensidad-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
intensamente bijvoeglijk naamwoord
-
profundo bijvoeglijk naamwoord
-
con intensidad bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (offensant; distinctement; mordant; aigu; outrageant; fin; âpre; acerbe; vexant; corrosif; injurieux; avec perspicacité; bien affilé; avec virulence; avec netteté)
agraviante; hiriente; ofensivo; vejatorio; insultante; lacerante-
agraviante bijvoeglijk naamwoord
-
hiriente bijvoeglijk naamwoord
-
ofensivo bijvoeglijk naamwoord
-
vejatorio bijvoeglijk naamwoord
-
insultante bijvoeglijk naamwoord
-
lacerante bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (robuste; vigoureusement; vigoureux)
-
fort (énergique; ferme; résolu)
-
fort (extrêmement; très; extraordinaire; excessivement; notamment; extrême; extraordinairement)
extraordinario; extremadamente-
extraordinario bijvoeglijk naamwoord
-
extremadamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (d'importance; substantiel; fortement; robuste; solide)
notable; considerable; bastante-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
considerable bijvoeglijk naamwoord
-
bastante bijvoeglijk naamwoord
-
-
fort (énergique; animé; dynamique; ferme; alerte)
-
fort (épicé; aromatique; relevé; pimenté; assaisonné; piquant; salé; corsé)
sazonado; picante; condimentado-
sazonado bijvoeglijk naamwoord
-
picante bijvoeglijk naamwoord
-
condimentado bijvoeglijk naamwoord
-
-
le fort (château; citadelle; forteresse; bastion; château fort; palais)
-
le fort (citadelle; château; château fort; forteresse)
Vertaal Matrix voor fort:
Synoniemen voor "fort":
Wiktionary: fort
fort
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fort | → en voz alta | ↔ aloud — loudly |
• fort | → musculoso; corpulento | ↔ burly — well-built |
• fort | → fuerte; fortaleza | ↔ fort — fortified defensive structure stationed with troops |
• fort | → fuerte | ↔ hard — of drink: strong |
• fort | → fuerte | ↔ loud — of a sound |
• fort | → ruidosamente; en voz alta | ↔ loudly — in a loud manner |
• fort | → fuerte | ↔ strong — capable of producing great physical force |
• fort | → enérgico; vigoroso; potente; fuerte | ↔ krachtig — beschikkend over veel kracht |
• fort | → fuerte | ↔ dringend — sehr stark |
• fort | → rudo; adusto; ruda; adusta; arisca; arisco; brusco; malhumorado; brusca; malhumorada | ↔ harsch — Sprache, Handlung: rau, barsch, unwirsch |
• fort | → fuerte | ↔ hart — mit großer Kraft |
• fort | → fuerte | ↔ laut — von Ton und Stimmen : stark, intensiv |
• fort | → fuerte | ↔ stark — kräftig |
• fort | → intenso | ↔ stark — intensiv |