Fauteuil in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

fauteuil:
- silla; sillón; asiento; asiento delantero; butaca; escaño; poltrona; silla para el salón; tumbona
Wiktionary:
- fauteuil → sillón, butaca
- fauteuil → sillón, silla, asiento, tumbona, butaca

Frans

Uitgebreide vertaling voor fauteuil (Frans) in het Spaans

le fauteuil (chaise; siège)
la silla; el sillón; el asiento; el asiento delantero; la butaca
- silla [la ~] zelfstandig naamwoord
- sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
- asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- asiento delantero [el ~] zelfstandig naamwoord
- butaca [la ~] zelfstandig naamwoord
le fauteuil (siège)
el escaño; la butaca; el sillón; el asiento; la poltrona; la silla para el salón
- escaño [el ~] zelfstandig naamwoord
- butaca [la ~] zelfstandig naamwoord
- sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
- asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- poltrona [la ~] zelfstandig naamwoord
- silla para el salón [la ~] zelfstandig naamwoord
le fauteuil
el sillón
- sillón [el ~] zelfstandig naamwoord
le fauteuil (chaise longue; chaise de repos)
la butaca; la tumbona; la poltrona
- butaca [la ~] zelfstandig naamwoord
- tumbona [la ~] zelfstandig naamwoord
- poltrona [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asiento	chaise; fauteuil; siège	N° document; banc; banquette; canapé; dépôt; endroit; enregistrement; inscription; lieu; manifestation; place; place assise; réservation; résidu; réunion; site; siège; siège d'aisances; siège d'un cabinet d'aisances; siège de cabinet; sédiment; trône
asiento delantero	chaise; fauteuil; siège	banquette avant; siège avant
butaca	chaise; chaise de repos; chaise longue; fauteuil; siège	banc; banquette; canapé
escaño	fauteuil; siège	siège de conseiller; trône
poltrona	chaise de repos; chaise longue; fauteuil; siège	trône
silla	chaise; fauteuil; siège	banc; banquette; canapé; comble; ferme; selle; sillet de violon
silla para el salón	fauteuil; siège	trône
sillón	chaise; fauteuil; siège	banc; banquette; canapé; divan; sofa; trône
tumbona	chaise de repos; chaise longue; fauteuil

fauteuil

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• fauteuil	→ sillón	↔ armchair — a chair with supports for the arms or elbows
• fauteuil	→ silla; asiento	↔ chair — furniture
• fauteuil	→ tumbona	↔ easy chair — a comfortable chair
• fauteuil	→ sillón; butaca	↔ fauteuil — Soort stoel
• fauteuil	→ sillón; butaca	↔ Sessel — einsitziges Polstermöbelstück

Computer vertaling door derden: