Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal familiarité

Vertaal familiarité van Frans naar Spaans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

familiarité:
- familiaridad; reputación; conocimiento; fama; popularidad; notoriedad
Wiktionary:
- familiarité → familiaridad, intimidad

Frans

Uitgebreide vertaling voor familiarité (Frans) in het Spaans

familiarité:

familiarité [la ~] zelfstandig naamwoord

la familiarité
la familiaridad
- familiaridad [la ~] zelfstandig naamwoord
la familiarité (réputation; célébrité; renom; popularité)
la reputación; el conocimiento; la fama; la popularidad; la notoriedad
- reputación [la ~] zelfstandig naamwoord
- conocimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- fama [la ~] zelfstandig naamwoord
- popularidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- notoriedad [la ~] zelfstandig naamwoord
la familiarité (célébrité; renommée; renom; popularité)
la fama; la popularidad; la notoriedad; la reputación
- fama [la ~] zelfstandig naamwoord
- popularidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- notoriedad [la ~] zelfstandig naamwoord
- reputación [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor familiarité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conocimiento	célébrité; familiarité; popularité; renom; réputation	caractère; connaissance; connaissance de cause; connaissances; nature; savoir; science
fama	célébrité; familiarité; popularité; renom; renommée; réputation	célébrité; renommée
familiaridad	familiarité
notoriedad	célébrité; familiarité; popularité; renom; renommée; réputation	notoriété; publicité
popularidad	célébrité; familiarité; popularité; renom; renommée; réputation	célébrité; popularité; renom; renommée
reputación	célébrité; familiarité; popularité; renom; renommée; réputation	considération; célébrité; nom; notoriété; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; état

Synoniemen voor "familiarité":

bonhomie; amabilité; bonté; douceur; facilité; gentillesse; simplicité; camaraderie; intimité; amitié; fréquentation; désinvolture; liberté; effronterie; contact; pratique; assiduité; usage; voisinage; entourage; connaissance; accointances; relation; rapport; liaison; union; secret; privé; privauté; sans-gêne; caresse; promiscuité; proximité; mélange; confusion; mitoyenneté

Wiktionary: familiarité

familiarité

noun

manière de vivre dans l’intimité de quelqu’un.
- familiarité → familiaridad; intimidad

Verwante vertalingen van familiarité

trop grande familiarité