Façade in het Spaans vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

façade:
- fachada; frente; parte delantera; frontis; pechera; frontispicio; parte de delante; delantera; apariencia; pretexto; pared de la fachada; farsa; cara
Wiktionary:
- façade → fachada
- façade → fachada

Frans

Uitgebreide vertaling voor façade (Frans) in het Spaans

façade:

façade [la ~] zelfstandig naamwoord

la façade (devanture; pignon)
la fachada; el frente; la parte delantera; el frontis; la pechera; el frontispicio; la parte de delante
- fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
- frente [el ~] zelfstandig naamwoord
- parte delantera [la ~] zelfstandig naamwoord
- frontis [el ~] zelfstandig naamwoord
- pechera [la ~] zelfstandig naamwoord
- frontispicio [el ~] zelfstandig naamwoord
- parte de delante [la ~] zelfstandig naamwoord
la façade (devanture; devant; front)
la fachada
- fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
la façade (front)
la parte de delante; el frente; la fachada; la delantera; el frontis; la parte delantera; el frontispicio
- parte de delante [la ~] zelfstandig naamwoord
- frente [el ~] zelfstandig naamwoord
- fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
- delantera [la ~] zelfstandig naamwoord
- frontis [el ~] zelfstandig naamwoord
- parte delantera [la ~] zelfstandig naamwoord
- frontispicio [el ~] zelfstandig naamwoord
la façade (couverture; apparence; mascarade; masque; déguisement; pignon; devanture; travestissement; manteau; camouflage; changement d'habits)
el fachada; el apariencia; el pretexto
- fachada [el ~] zelfstandig naamwoord
- apariencia [el ~] zelfstandig naamwoord
- pretexto [el ~] zelfstandig naamwoord
la façade
la pared de la fachada
- pared de la fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
la façade (apparence; semblant; simulacre; simulation; trompe-l'oeil)
la fachada; la apariencia; la farsa
- fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
- apariencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- farsa [la ~] zelfstandig naamwoord
la façade (front; ligne)
la cara; la fachada; la delantera; la parte de delante
- cara [la ~] zelfstandig naamwoord
- fachada [la ~] zelfstandig naamwoord
- delantera [la ~] zelfstandig naamwoord
- parte de delante [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor façade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apariencia	apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; semblant; simulacre; simulation; travestissement; trompe-l'oeil	air; air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; illusion; leurre; mine; nom; notoriété; physique; prestige; réputation; semblant; simulation; trompe-l'oeil
cara	façade; front; ligne	B.P.C.O; air; allure; apparence; aspect; broncho-pneumopathie chronique obstructive; cloison; extérieur; face; figure; forme; mine; mur mitoyen; panorama; paroi; physionomie; physique; spectacle; séparation; visage; visibilité; vision; vue
delantera	façade; front; ligne	avance; ligne de combat
fachada	apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devant; devanture; déguisement; façade; front; ligne; manteau; mascarade; masque; pignon; semblant; simulacre; simulation; travestissement; trompe-l'oeil	front; largeur de façade; ligne de combat; simulation; vue de face
farsa	apparence; façade; semblant; simulacre; simulation; trompe-l'oeil	attrape-nigaud; bluff; bouffonnerie; comédie; escroquerie; farce; filouterie; imposture; malversation; mascarade; mystification; piège grossier; simulacre; simulation; soulèvements; tromperie; vaudeville
frente	devanture; façade; front; pignon	front; largeur de façade; ligne de combat
frontis	devanture; façade; front; pignon
frontispicio	devanture; façade; front; pignon	bobine; frontispice; vue de face
pared de la fachada	façade
parte de delante	devanture; façade; front; ligne; pignon
parte delantera	devanture; façade; front; pignon	lé
pechera	devanture; façade; pignon
pretexto	apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement	allure; couvert; faux-fuyant; manteaux; prétexte; simulation; subterfuge; train; vitesse; vitesse de conduite; voile

Synoniemen voor "façade":

devanture; étalage; montre; vitrine; étal; éventaire; avant; devant; endroit; entrée; face; front; fronton; apparence; extérieur; frontispice; figure; côté; union; parvis; place; esplanade; magistrale; artifice

Wiktionary: façade

façade

noun

(architecture) Un des côtés d’un bâtiment, d’un édifice, lorsqu’il se présente au spectateur.
- façade → fachada

Cross Translation:

From	To	Via
• façade	→ fachada	↔ façade — face of a building
• façade	→ fachada	↔ voorgevel — gevel aan de voorkant
• façade	→ fachada	↔ gevel — buitenmuur van een gebouw
• façade	→ fachada	↔ façade — de zichtbare buitenmuur van een gebouw, specifiek die aan de voorkant
• façade	→ fachada	↔ Fassade — Vorderansicht eines Gebäudes

Verwante vertalingen van façade

Remove Ads

Vertaal façade van Frans naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor façade (Frans) in het Spaans

façade:

façade [la ~] zelfstandig naamwoord

la façade (devanture; pignon)

la façade (devanture; devant; front)

la façade (front)

la façade (couverture; apparence; mascarade; masque; déguisement; pignon; devanture; travestissement; manteau; camouflage; changement d'habits)

la façade

la façade (apparence; semblant; simulacre; simulation; trompe-l'oeil)

la façade (front; ligne)

Vertaal Matrix voor façade:

Synoniemen voor "façade":

Wiktionary: façade

Verwante vertalingen van façade