Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
entier:
- del todo; completo; entero; enteramente; por completo; totalmente; completamente; muy bien; en buen estado; perfecto; total; intacto; en orden; a tiempo completo; todo; verdaderamente; ciertamente; ileso; indemne; irrompible; virgen; quito; no corroído; no atacado; creído; agotado; impávido; pijo; inalterable; imperturbable; nuevo; vacío; ciego; vano; reciente; falso; presumido; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; desinflado; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; sin usar; sin probar; sin afectación; sin emoción
- entero
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor entier (Frans) in het Spaans
entier:
-
entier (entièrement)
del todo; completo; entero; enteramente; por completo; totalmente; completamente-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
enteramente bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (intact; complet; en bon état; non entamé; inaltéré; non endommagé)
muy bien; en buen estado; completo; perfecto; total; intacto; por completo; en orden-
muy bien bijvoeglijk naamwoord
-
en buen estado bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
perfecto bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
intacto bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
en orden bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (complet; total; complètement; entièrement; totalement)
totalmente; total; completo; completamente; del todo; a tiempo completo; por completo-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
del todo bijvoeglijk naamwoord
-
a tiempo completo bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (complet; intégral)
enteramente; completo; completamente; por completo; todo; total; totalmente; entero-
enteramente bijvoeglijk naamwoord
-
completo bijvoeglijk naamwoord
-
completamente bijvoeglijk naamwoord
-
por completo bijvoeglijk naamwoord
-
todo bijvoeglijk naamwoord
-
total bijvoeglijk naamwoord
-
totalmente bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (vraiment; sûr; véritablement; certain; juste; véridiquement; complet; certes; certainement; véridique; mais si!; sans doute; positif; parfait)
-
entier (tout; tous; toutes; toute; tous ensemble; entièrement; en totalité; totalement; total; intégral; intégralement)
-
entier (sain et sauf; indemne; intact; inaltéré)
-
entier (sans fissures; indemne; sans cassures)
irrompible-
irrompible bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (dans toute sa force; vierge; intact; pur; impassible; inaltéré; non corrodé)
virgen; intacto; entero; quito; no corroído; no atacado-
virgen bijvoeglijk naamwoord
-
intacto bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
quito bijvoeglijk naamwoord
-
no corroído bijvoeglijk naamwoord
-
no atacado bijvoeglijk naamwoord
-
-
entier (intact; non entamé; inutilement; nouveau; inaltéré; neuf; pur; inoccupé; naturel; virginal; non occupé; froid; vierge; spontané; intégral; insensible; impassible; vainement; intacte; en entier; qui n'a pas encore servi)
creído; agotado; impávido; no atacado; pijo; intacto; inalterable; imperturbable; nuevo; vacío; entero; ciego; vano; reciente; falso; presumido; virgen; astuto; sereno; moderno; vanidoso; ocioso; engreído; íntegro; desocupado; exhausto; desinflado; inmutable; vacuo; vanal; impertérrito; sin usar; no corroído; sin probar; sin afectación; sin emoción-
creído bijvoeglijk naamwoord
-
agotado bijvoeglijk naamwoord
-
impávido bijvoeglijk naamwoord
-
no atacado bijvoeglijk naamwoord
-
pijo bijvoeglijk naamwoord
-
intacto bijvoeglijk naamwoord
-
inalterable bijvoeglijk naamwoord
-
imperturbable bijvoeglijk naamwoord
-
nuevo bijvoeglijk naamwoord
-
vacío bijvoeglijk naamwoord
-
entero bijvoeglijk naamwoord
-
ciego bijvoeglijk naamwoord
-
vano bijvoeglijk naamwoord
-
reciente bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
presumido bijvoeglijk naamwoord
-
virgen bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
sereno bijvoeglijk naamwoord
-
moderno bijvoeglijk naamwoord
-
vanidoso bijvoeglijk naamwoord
-
ocioso bijvoeglijk naamwoord
-
engreído bijvoeglijk naamwoord
-
íntegro bijvoeglijk naamwoord
-
desocupado bijvoeglijk naamwoord
-
exhausto bijvoeglijk naamwoord
-
desinflado bijvoeglijk naamwoord
-
inmutable bijvoeglijk naamwoord
-
vacuo bijvoeglijk naamwoord
-
vanal bijvoeglijk naamwoord
-
impertérrito bijvoeglijk naamwoord
-
sin usar bijvoeglijk naamwoord
-
no corroído bijvoeglijk naamwoord
-
sin probar bijvoeglijk naamwoord
-
sin afectación bijvoeglijk naamwoord
-
sin emoción bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor entier:
Synoniemen voor "entier":
Wiktionary: entier
entier
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• entier | → entero | ↔ entire — whole |
• entier | → entero | ↔ full — total, entire |
• entier | → entero | ↔ integer — integer |
• entier | → número | ↔ number — mathematical number |
• entier | → total | ↔ total — entire |
• entier | → entero | ↔ whole — entire |
• entier | → integral | ↔ wholegrain — cereal grain that contains germ, endosperm, and bran |
• entier | → todo | ↔ ganz — nicht zerbrochen, unversehrt |