Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
enragé:
- furioso; enfurecido; indómito; tosco; rudo; enfadado; malo; con un humor de perros; enojado; feroz; rabioso; mal; indignado; malamente; frenético; airado; indebidamente; ofendido; borboteante; disgustado; ahogado; reprimido; oprimido; yermo; fuerte; contenido; salvaje; apasionado; subido; árido; brusco; intenso; tajante; amargado; rencoroso; obstinado; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; mordido; vehemente; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo; amargo; vivo; agudo; riguroso; chillón; acre; desierto; inhóspito; muy enfadado
- loca; chiflado; loco; perturbado mental; trastornado; trastornada; enfermo mental
- fanático
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor enragé (Frans) in het Spaans
enragé:
-
enragé (furieux; furieuse; rageur; en colère; enragée; déchaîné; exaspérée; furieusement; furibond; avec rage; exaspéré; déchaînée)
-
enragé (sauvage; féroce; rugueux; rude; farouche; outré; rêche; rageur; férocement; fou de rage; en colère; raboteux; furieux; furieuse; furibond; furieusement)
-
enragé (irrité; fâché; furieux; en colère; fâcheux; mis en colère; irritable; outré; furibond; hargneux; exaspéré; hargneusement; indigné; courroucé; d'un air fâché)
enfadado; malo; con un humor de perros; enojado; furioso; rudo; feroz; rabioso; mal; indignado; enfurecido; malamente; frenético; airado; indebidamente-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
con un humor de perros bijvoeglijk naamwoord
-
enojado bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
mal bijvoeglijk naamwoord
-
indignado bijvoeglijk naamwoord
-
enfurecido bijvoeglijk naamwoord
-
malamente bijvoeglijk naamwoord
-
frenético bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
indebidamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (indigné; outré; hargneux; courroucé; hargneuse; grincheusement; grincheux; en colère; acariâtre; grincheuse; avec hargne; hargneusement; avec dépit; d'un air mécontent; d'une humeur massacrante)
-
enragé (sauvage; violent)
furioso; enfurecido; borboteante-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
enfurecido bijvoeglijk naamwoord
-
borboteante bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (courroucé; fâché; furieux; hargneux; en colère; envenimé; furieusement; en couroux)
enfadado; disgustado; airado-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
disgustado bijvoeglijk naamwoord
-
airado bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (opprimé; ulcéré; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; fâché contre; irrité contre)
ahogado; reprimido; oprimido; yermo; fuerte; contenido; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; intenso; rudo; tajante; amargado; rencoroso; rabioso; obstinado; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; mordido; vehemente; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo-
ahogado bijvoeglijk naamwoord
-
reprimido bijvoeglijk naamwoord
-
oprimido bijvoeglijk naamwoord
-
yermo bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
contenido bijvoeglijk naamwoord
-
salvaje bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
subido bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
tajante bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
rencoroso bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
obstinado bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
resentido bijvoeglijk naamwoord
-
cortante bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
mordido bijvoeglijk naamwoord
-
vehemente bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
cáustico bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (revêche; âpre; virulent; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre)
mordaz; fuerte; apasionado; feroz; intenso; furioso; estridente; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; sañudo-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (amer; vif; âpre; infernal; endiablé; furieux; acerbe; fervent; violent)
-
enragé (virulent; furieux; agressif; en colère; férocement; furieusement)
fuerte; vehemente; vivo; agudo; apasionado; feroz; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; amargado; rabioso; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; yermo; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
vehemente bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
riguroso bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
tajante bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
resentido bijvoeglijk naamwoord
-
cortante bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
acre bijvoeglijk naamwoord
-
mordido bijvoeglijk naamwoord
-
yermo bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
cáustico bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (férocement; âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre)
fuerte; desierto; amargado; encarnizado; resentido; vivo; salvaje; agudo; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; furioso; rabioso; agresivo; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; vehemente; yermo; empedernido; enconado; inhóspito; torvo; cáustico; sañudo-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
desierto bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
resentido bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
salvaje bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
subido bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
riguroso bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
tajante bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
cortante bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
acre bijvoeglijk naamwoord
-
mordido bijvoeglijk naamwoord
-
vehemente bijvoeglijk naamwoord
-
yermo bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
inhóspito bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
cáustico bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
enragé (furieux; acerbe; fâché; fâcheux; en colère; furieusement; hargneux; fâcheuse; furieuse)
enfadado; furioso; amargado; enojado; enfurecido; muy enfadado-
enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
enojado bijvoeglijk naamwoord
-
enfurecido bijvoeglijk naamwoord
-
muy enfadado bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'enragé (malade mental; imbécile; sot; forcené; barbare; toqué; fou; dément; idiot; déséquilibré; aliéné mental)
la loca; el chiflado; el loco; el perturbado mental; el trastornado; la trastornada; el enfermo mental