Frans

Uitgebreide vertaling voor constructeur (Frans) in het Spaans

constructeur:

constructeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le constructeur (ouvrier du bâtiment; faiseur)
    el obrero de la construcción
  2. le constructeur (entrepreneur de construction; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur)
    el emprendedor de construcciones; el constructor; el contratista de obras
  3. le constructeur
    el constructor
  4. le constructeur
    el montador; el autor; el redactor
    • montador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • autor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • redactor [el ~] zelfstandig naamwoord
  5. le constructeur (faiseur; auteur; fabricant; architecte)
    el autor; la autora; el elaborador; el fabricante; el creador; el hacedor
    • autor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • autora [la ~] zelfstandig naamwoord
    • elaborador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • fabricante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • creador [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hacedor [el ~] zelfstandig naamwoord
  6. le constructeur (fabricant; producteur; industriel)
    el productor; el fabricante; el elaborador
  7. le constructeur (créateur; faiseur; architecte; )
    el creador
    • creador [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor constructeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autor architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur auteur; coupable; initiateur; initiatrice; instigateur; poète; romancier; rédacteur publicitaire; rédacteur-concepteur; écrivain
autora architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur auteur; femme de lettres; femme écrivain; poète
constructor constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction
contratista de obras constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction entrepreneur; entrepreneur de bâtiments
creador architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; inventeur auteur; créateur
elaborador architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur; industriel; producteur
emprendedor de construcciones constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction
fabricante architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur; industriel; producteur
hacedor architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur
montador constructeur
obrero de la construcción constructeur; faiseur; ouvrier du bâtiment
productor constructeur; fabricant; industriel; producteur cultivateur; fabricant; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur
redactor constructeur rédacteur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
creador constructeur; créateur
fabricante fabriquant

Synoniemen voor "constructeur":


Wiktionary: constructeur

constructeur
noun
  1. programmation|nocat=1

Cross Translation:
FromToVia
constructeur constructor builder — a person who builds or constructs things
constructeur constructor constructeur — een ontwerper van constructies

Verwante vertalingen van constructeur