Vertaal branche van Frans naar Spaans

el ramo de la industria

• ramo de la industria [el ~] zelfstandig naamwoord

el departamento; la sección; la división; la parte; la unidad; la rama; el recambio accesorio; la capa; el destacamento; el sector; el segmento; la categoría; el cuerpo; el estrato; la brigada; la pieza; el ramo; el nudo; la dependencia; la articulación; la disciplina; la porción; la fracción; la autopsia; el escuadrón; la juntura; el ramificación; el grupo parlamentario

• departamento [el ~] zelfstandig naamwoord
• sección [la ~] zelfstandig naamwoord
• división [la ~] zelfstandig naamwoord
• parte [la ~] zelfstandig naamwoord
• unidad [la ~] zelfstandig naamwoord
• rama [la ~] zelfstandig naamwoord
• recambio accesorio [el ~] zelfstandig naamwoord
• capa [la ~] zelfstandig naamwoord
• destacamento [el ~] zelfstandig naamwoord
• sector [el ~] zelfstandig naamwoord
• segmento [el ~] zelfstandig naamwoord
• categoría [la ~] zelfstandig naamwoord
• cuerpo [el ~] zelfstandig naamwoord
• estrato [el ~] zelfstandig naamwoord
• brigada [la ~] zelfstandig naamwoord
• pieza [la ~] zelfstandig naamwoord
• ramo [el ~] zelfstandig naamwoord
• nudo [el ~] zelfstandig naamwoord
• dependencia [la ~] zelfstandig naamwoord
• articulación [la ~] zelfstandig naamwoord
• disciplina [la ~] zelfstandig naamwoord
• porción [la ~] zelfstandig naamwoord
• fracción [la ~] zelfstandig naamwoord
• autopsia [la ~] zelfstandig naamwoord
• escuadrón [el ~] zelfstandig naamwoord
• juntura [la ~] zelfstandig naamwoord
• ramificación [el ~] zelfstandig naamwoord
• grupo parlamentario [el ~] zelfstandig naamwoord

la rama; la rama de árbol; el ramo

• rama [la ~] zelfstandig naamwoord
• rama de árbol [la ~] zelfstandig naamwoord
• ramo [el ~] zelfstandig naamwoord

el elemento básico; el componente fundamental

• elemento básico [el ~] zelfstandig naamwoord
• componente fundamental [el ~] zelfstandig naamwoord

la especialidad; el terreno profesional; la disciplina

• especialidad [la ~] zelfstandig naamwoord
• terreno profesional [el ~] zelfstandig naamwoord
• disciplina [la ~] zelfstandig naamwoord

la rama; la sección; el sector; el ramificación

• rama [la ~] zelfstandig naamwoord
• sección [la ~] zelfstandig naamwoord
• sector [el ~] zelfstandig naamwoord
• ramificación [el ~] zelfstandig naamwoord

la división; la sección de una asignatura en la universidad; el departamento

• división [la ~] zelfstandig naamwoord
• sección de una asignatura en la universidad [la ~] zelfstandig naamwoord
• departamento [el ~] zelfstandig naamwoord

el retoño; el brote

• retoño [el ~] zelfstandig naamwoord
• brote [el ~] zelfstandig naamwoord

la rama

• rama [la ~] zelfstandig naamwoord

la bifurcación; la ramificación

• bifurcación [la ~] zelfstandig naamwoord
• ramificación [la ~] zelfstandig naamwoord

la rama; elemento de rama; rama condicional

• rama [la ~] zelfstandig naamwoord
• elemento de rama
• rama condicional

ramificación

• ramificación