Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal bûcheur

Vertaal bûcheur van Frans naar Spaans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

bûcheur:
- infatigable; diligente; incansable
- pelotas; jactancioso; empollón
Wiktionary:
- bûcheur → empollón

Frans

Uitgebreide vertaling voor bûcheur (Frans) in het Spaans

bûcheur:

bûcheur bijvoeglijk naamwoord

bûcheur (assidu; infatigable; avec zèle; laborieux; zélé; avec application)
infatigable; diligente; incansable
- infatigable bijvoeglijk naamwoord
- diligente bijvoeglijk naamwoord
- incansable bijvoeglijk naamwoord

bûcheur [le ~] zelfstandig naamwoord

le bûcheur (fayot; flagorneur; prétentieux; paillasson; parasite; lèche-bottes; reptile; lécheur; pique-assiette; écornifleur; lécheuse; flagorneuse)
el pelotas; el jactancioso; el empollón
- pelotas [el ~] zelfstandig naamwoord
- jactancioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- empollón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bûcheur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
empollón	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur	flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
jactancioso	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur	blagueur; bluffeur; fanfaron; flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur; paradeur; paradeurs; personne qui rampe; tonneau creux; vantard; vantards
pelotas	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur	balles
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diligente	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	actif; active; activement; aisément; appliqué; approfondi; avec soin; avec zèle; consciencieusement; consciencieux; dans le détail; de base; diligemment; diligent; effectif; en faisant bien des efforts; en profondeur; en s'y prenant bien; essentiel; facile; fondamental; fondé; juste; laborieuse; laborieusement; laborieux; méticuleusement; méticuleux; ne pas ménageant ses efforts; scrupuleusement; scrupuleux; soigneusement; soigneux; soigné; à fond
incansable	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; infatigable; inlassable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser
infatigable	assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé	constamment; continuel; continuellement; imperturbable; infatigable; inlassable; non fatigué; permanent; sans cesse; sans se lasser

Synoniemen voor "bûcheur":

bosseur; gratteur; travailleur

Wiktionary: bûcheur

Cross Translation:

From	To	Via
• bûcheur	→ empollón	↔ wonk — overly studious person

Computer vertaling door derden: