Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
bête:
- estúpido; bobo; absurdo; insensato; memo; imprudente; lelo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; locamente; ingenuo; aniñado; tonto; cándido; simple; inocente; inmaduro; simplón; como un niño; simplote; infantil; cú-cú; Juan Lanas; extraño; chiflado; perezoso; mudo; cucú; cretino; desequilibrado; raro; peculiar; ganso; perturbado; enmarañado; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; descabellado; ofuscado; insano; obcecado; sencillo; crédulo; imbécil; torpe; tosco; zafio; mastuerzo; pueril
- bicho; animal; bestia; monstruo; endriago
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor bête (Frans) in het Spaans
bête:
-
bête (sans intelligence; stupide; déraisonnable; insensé; imprudent)
-
bête (idiot; fou; farfelu; imbécile; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; troublé; absurde; sottement; d'une manière imbécile)
estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente-
estúpido bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
burro bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
idiota bijvoeglijk naamwoord
-
mentecato bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
demente bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
confuso bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
bête (naïf; naïvement)
ingenuo; aniñado; bobo; tonto; cándido; simple; inocente; inmaduro; simplón; como un niño; simplote; infantil-
ingenuo bijvoeglijk naamwoord
-
aniñado bijvoeglijk naamwoord
-
bobo bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
cándido bijvoeglijk naamwoord
-
simple bijvoeglijk naamwoord
-
inocente bijvoeglijk naamwoord
-
inmaduro bijvoeglijk naamwoord
-
simplón bijvoeglijk naamwoord
-
como un niño bijvoeglijk naamwoord
-
simplote bijvoeglijk naamwoord
-
infantil bijvoeglijk naamwoord
-
-
bête (absurde; idiotement; folle; fou; dingue; toqué; stupide; délirant; frénétique; sottement; sot; brumeux; idiot)
cú-cú; Juan Lanas; extraño; loco; chiflado; perezoso; mudo; cucú; desconcertado; absurdo; cretino; chalado; desequilibrado; tonto; raro; peculiar; ganso; locamente; perturbado; loquillo; como loco; enmarañado; curioso; típico; desordenado; necio; característico; tontamente; con locura; loco de remate; caótico; descabellado; indolente; ofuscado; insano; obcecado-
cú-cú bijvoeglijk naamwoord
-
Juan Lanas bijvoeglijk naamwoord
-
extraño bijvoeglijk naamwoord
-
loco bijvoeglijk naamwoord
-
chiflado bijvoeglijk naamwoord
-
perezoso bijvoeglijk naamwoord
-
mudo bijvoeglijk naamwoord
-
cucú bijvoeglijk naamwoord
-
desconcertado bijvoeglijk naamwoord
-
absurdo bijvoeglijk naamwoord
-
cretino bijvoeglijk naamwoord
-
chalado bijvoeglijk naamwoord
-
desequilibrado bijvoeglijk naamwoord
-
tonto bijvoeglijk naamwoord
-
raro bijvoeglijk naamwoord
-
peculiar bijvoeglijk naamwoord
-
ganso bijvoeglijk naamwoord
-
locamente bijvoeglijk naamwoord
-
perturbado bijvoeglijk naamwoord
-
loquillo bijvoeglijk naamwoord
-
como loco bijvoeglijk naamwoord
-
enmarañado bijvoeglijk naamwoord
-
curioso bijvoeglijk naamwoord
-
típico bijvoeglijk naamwoord
-
desordenado bijvoeglijk naamwoord
-
necio bijvoeglijk naamwoord
-
característico bijvoeglijk naamwoord
-
tontamente bijvoeglijk naamwoord
-
con locura bijvoeglijk naamwoord
-
loco de remate bijvoeglijk naamwoord
-
caótico bijvoeglijk naamwoord
-
descabellado bijvoeglijk naamwoord
-
indolente bijvoeglijk naamwoord
-
ofuscado bijvoeglijk naamwoord
-
insano bijvoeglijk naamwoord
-
obcecado bijvoeglijk naamwoord
-
-
bête (naïf; candide; trop confiant; crédule; infantile; ingénu; naïvement; ingénument; sans artifice)
-
bête (sans cervelle; nul; distrait; stupide; sot; innocent; imbécile; bêtement; écervelé; sottement; stupidement; sans tête)
-
bête (folle; imbécile; fou; dingue; dérangé; frénétique; absurde; perturbé; stupide; effréné; sottement; idiotement; sot; farfelu; débile; dément; idiot; cinglé; délirant; follement; troublé; loufoque; toqué; d'une manière imbécile)
-
bête (bébête; idiot)
-
bête (infantile; enfantin; naïf; puéril; naïvement; d'enfant; puérilement)
-
bête
-
la bête (animal)
-
la bête (monstre; sale cabot; gnome)
Vertaal Matrix voor bête:
Synoniemen voor "bête":
Wiktionary: bête
bête
Cross Translation:
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bête | → bestia; animal | ↔ animal — organism |
• bête | → bestia | ↔ beast — non-human animal |
• bête | → tonto; estúpido | ↔ dumb — pointless or unintellectual |
• bête | → necio; tonto; inprudente | ↔ foolish — lacking good sense or judgement; unwise |
• bête | → descerebrado; subnormal; tonto | ↔ shit-for-brains — Very stupid |
• bête | → niñito | ↔ silly — foolish, showing a lack of good sense and wisdom |
• bête | → estúpido; menso; gilí; pendejo | ↔ stupid — lacking in intelligence |
• bête | → soso; bobo; memo; papanatas; pavitonto; zoquete; sin vida | ↔ vapid — lifeless, dull, or banal |
• bête | → bestia; animal | ↔ beest — dier, gebruikt om het aardse, niet menselijke van een dier te benadrukken |
• bête | → tonto; estúpido | ↔ blöd — dumm, einfältig, umgangssprachlich, norddeutsch: doof |
• bête | → tonto | ↔ doof — salopp: dumm, beschränkt |
• bête | → tonto; estúpido | ↔ dumm — schwach an Verstand, ohne Intelligenz, ohne Können, unwissend |