Avidité in het Spaans vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

avidité:
- afán de estudiar; ganas; afán; codicia; giro; avaricia; avidez; hiena; ansia; deseo; arder en deseos de; anhelo; animosidad; mezquindad; tacañería; roña; mezquinidad; cicatería; roñosería; voracidad; glotonería; tragonería
Wiktionary:
- avidité → avidez
- avidité → ambición, avidez, codicia, angurria

Frans

Uitgebreide vertaling voor avidité (Frans) in het Spaans

avidité:

avidité [la ~] zelfstandig naamwoord

l'avidité (soif d'apprendre)
el afán de estudiar
- afán de estudiar [el ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (envie; empressement)
la ganas; el afán
- ganas [la ~] zelfstandig naamwoord
- afán [el ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (avarice)
la codicia; el giro; la avaricia; la avidez; la hiena
- codicia [la ~] zelfstandig naamwoord
- giro [el ~] zelfstandig naamwoord
- avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord
- avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- hiena [la ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (convoitise; désir violent; envie)
la ansia; el deseo; el arder en deseos de; el afán; el anhelo; la animosidad
- ansia [la ~] zelfstandig naamwoord
- deseo [el ~] zelfstandig naamwoord
- arder en deseos de [el ~] zelfstandig naamwoord
- afán [el ~] zelfstandig naamwoord
- anhelo [el ~] zelfstandig naamwoord
- animosidad [la ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (désir ardent; désir impatient)
el anhelo
- anhelo [el ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (cupidité; avarice; égoïsme)
la codicia; la avaricia; la avidez
- codicia [la ~] zelfstandig naamwoord
- avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord
- avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité
la avidez
- avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (rapacité)
la codicia; la avaricia; la avidez; la mezquindad; la tacañería; la roña; la mezquinidad; la cicatería; la roñosería
- codicia [la ~] zelfstandig naamwoord
- avaricia [la ~] zelfstandig naamwoord
- avidez [la ~] zelfstandig naamwoord
- mezquindad [la ~] zelfstandig naamwoord
- tacañería [la ~] zelfstandig naamwoord
- roña [la ~] zelfstandig naamwoord
- mezquinidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- cicatería [la ~] zelfstandig naamwoord
- roñosería [la ~] zelfstandig naamwoord
l'avidité (gloutonnerie)
la voracidad; la glotonería; la tragonería
- voracidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- glotonería [la ~] zelfstandig naamwoord
- tragonería [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor avidité:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afán	avidité; convoitise; désir violent; empressement; envie	agilité; allure; ambition; application; ardeur; aspiration; barbotage; désir; dévouement; efforts; empressement; envie; hâte; impulsion; instances; instinct; passion; pataugeage; poussée; promptitude; précipitation; pulsion; rapidité; recherche; souhait; tendance; urgence; vitesse; vélocité; zèle; zèle sans pareil
afán de estudiar	avidité; soif d'apprendre
anhelo	avidité; convoitise; désir ardent; désir impatient; désir violent; envie	désir; envie; passion; souhait
animosidad	avidité; convoitise; désir violent; envie	aigreur; animosité; ardeur; caractère; dynamisme; dépit; force; haine; hostilité; inimitié; poussée; propulsion; rancune; ressentiment; ressort; vitalité; âme; énergie
ansia	avidité; convoitise; désir violent; envie	aspiration; désir; envie; impulsion; passion; souhait; urgence
arder en deseos de	avidité; convoitise; désir violent; envie
avaricia	avarice; avidité; cupidité; rapacité; égoïsme	avare; avarice; lisier; purin
avidez	avarice; avidité; cupidité; rapacité; égoïsme	lisier; purin
cicatería	avidité; rapacité
codicia	avarice; avidité; cupidité; rapacité; égoïsme	lisier; purin
deseo	avidité; convoitise; désir violent; envie	ardeur; demande; désir; désir charnel; envie; excitation; impulsion; instinct; joie; lubricité; passion; plaisir; prière; pulsion; pulsion sexuelle; requête; souhait; tendance; voeu; volupté
ganas	avidité; empressement; envie	ardeur; désir; désir charnel; envie; fait d'aimer; passion; passions; plaisir; pulsion sexuelle; sensualités; volupté
giro	avarice; avidité	compte chèque postal; expression; inversion; locution verbale; point culminant; renversement; retournement; revirement; rotation; révolution; service de comptes postaux; tour; tournant; virage; virement; virement postal; virement bancaire
glotonería	avidité; gloutonnerie	gourmandise
hiena	avarice; avidité	hyène; lisier; purin
mezquindad	avidité; rapacité	attitude bourgeoise; esprit borné; frugalité; humilité; infortune; lâcheté; mesquinerie; misère; modestie; parcimonie; parti pris; partialité; pauvreté; petitesse; petitesse d'esprit; pleutrerie; pénurie; étroitesse; étroitesse d'esprit
mezquinidad	avidité; rapacité	pingrerie
roña	avidité; rapacité	gale; gratte; grattelle; rouvieux
roñosería	avidité; rapacité
tacañería	avidité; rapacité	pingrerie
tragonería	avidité; gloutonnerie
voracidad	avidité; gloutonnerie	gourmandise
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afán de estudiar		interrogateur; interrogatif; studieuse; studieux

Synoniemen voor "avidité":

appétit; appétence; faim; besoin; désir; goût; attrait; soif; avarice; cupidité; ladrerie; lésinerie; parcimonie; rapacité; voracité; âpreté; envie; passion; concupiscence; ardeur; convoitise; ambition; vénalité; empressement; presse; zèle; vivacité; promptitude; hâte; élan; attention; impatience; soin; gloutonnerie; insatiabilité; goinfrerie; agacement; précipitation; énervement; exaspération; irritation; nervosité; fièvre; irritabilité; colère; boulimie; vampirisme; possessivité

Wiktionary: avidité

avidité

noun

caractère de celui, de celle, qui est avide. désir excessif de posséder, de consommer.
- avidité → avidez

Cross Translation:

From	To	Via
• avidité	→ ambición	↔ Ehrsucht — Psychologie: übermäßiges, nicht erfüllbares Verlangen nach Anerkennung
• avidité	→ avidez	↔ Gier — unmäßiges, maßloses Verlangen
• avidité	→ avidez; codicia; angurria	↔ Habgier — Habsucht, Habgier ist die Gier, möglichst viel zu haben, das Streben nach immer mehr Besitz

Verwante vertalingen van avidité

avidité d'apprendre

Remove Ads

Vertaal avidité van Frans naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor avidité (Frans) in het Spaans

avidité:

avidité [la ~] zelfstandig naamwoord

l'avidité (soif d'apprendre)

l'avidité (envie; empressement)

l'avidité (avarice)

l'avidité (convoitise; désir violent; envie)

l'avidité (désir ardent; désir impatient)

l'avidité (cupidité; avarice; égoïsme)

l'avidité

l'avidité (rapacité)

l'avidité (gloutonnerie)

Vertaal Matrix voor avidité:

Synoniemen voor "avidité":

Wiktionary: avidité

Verwante vertalingen van avidité