Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
agressif:
- agresivo; atacante; ofensivo; violento; brusco; con mano dura; con dureza; brutal; duro; bruto; chillón; asertivo; autoconsciente; consciente de sí mismo; seguro de sí mismo; peleón; bravucón; mordaz; fuerte; apasionado; feroz; intenso; furioso; estridente; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; sañudo; parecido a un peleo; desierto; amargado; resentido; vivo; salvaje; agudo; subido; árido; riguroso; rudo; tajante; rabioso; cortante; acre; mordido; vehemente; yermo; inhóspito; cáustico
-
Wiktionary:
- agressif → agressivo
- agressif → agresivo, tosco, pendenciero, belicoso, camorrista, provocador, truculento, ofensivo
Frans
Uitgebreide vertaling voor agressif (Frans) in het Spaans
agressif:
-
agressif (offensif; offensivement; agressivement)
-
agressif (violent; violemment; agressivement; sauvage; rude; brutal; brutalement; rudement; sauvagement)
violento; brusco; con mano dura; con dureza; agresivo; brutal; duro; bruto; chillón-
violento bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
con mano dura bijvoeglijk naamwoord
-
con dureza bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
duro bijvoeglijk naamwoord
-
bruto bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
-
agressif (assuré; sûr de soi; avec assurance; agressivement; capable de s'affirmer; capable de s'imposer)
asertivo; autoconsciente; consciente de sí mismo; seguro de sí mismo-
asertivo bijvoeglijk naamwoord
-
autoconsciente bijvoeglijk naamwoord
-
consciente de sí mismo bijvoeglijk naamwoord
-
seguro de sí mismo bijvoeglijk naamwoord
-
-
agressif (macho; arrogant)
-
agressif (revêche; âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre)
mordaz; fuerte; apasionado; feroz; intenso; furioso; estridente; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; sañudo-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
agressif (querelleur; belliqueux)
parecido a un peleo-
parecido a un peleo bijvoeglijk naamwoord
-
-
agressif (férocement; âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre)
fuerte; desierto; amargado; encarnizado; resentido; vivo; salvaje; agudo; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; furioso; rabioso; agresivo; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; vehemente; yermo; empedernido; enconado; inhóspito; torvo; cáustico; sañudo-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
desierto bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
resentido bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
salvaje bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
subido bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
riguroso bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
tajante bijvoeglijk naamwoord
-
furioso bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
cortante bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
acre bijvoeglijk naamwoord
-
mordido bijvoeglijk naamwoord
-
vehemente bijvoeglijk naamwoord
-
yermo bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
inhóspito bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
cáustico bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
-
agressif (virulent; furieux; enragé; en colère; férocement; furieusement)
fuerte; vehemente; vivo; agudo; apasionado; feroz; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; amargado; rabioso; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; yermo; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo-
fuerte bijvoeglijk naamwoord
-
vehemente bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
apasionado bijvoeglijk naamwoord
-
feroz bijvoeglijk naamwoord
-
árido bijvoeglijk naamwoord
-
brusco bijvoeglijk naamwoord
-
riguroso bijvoeglijk naamwoord
-
intenso bijvoeglijk naamwoord
-
rudo bijvoeglijk naamwoord
-
tajante bijvoeglijk naamwoord
-
amargado bijvoeglijk naamwoord
-
rabioso bijvoeglijk naamwoord
-
agresivo bijvoeglijk naamwoord
-
resentido bijvoeglijk naamwoord
-
cortante bijvoeglijk naamwoord
-
estridente bijvoeglijk naamwoord
-
mordaz bijvoeglijk naamwoord
-
chillón bijvoeglijk naamwoord
-
acre bijvoeglijk naamwoord
-
mordido bijvoeglijk naamwoord
-
yermo bijvoeglijk naamwoord
-
empedernido bijvoeglijk naamwoord
-
enconado bijvoeglijk naamwoord
-
encarnizado bijvoeglijk naamwoord
-
torvo bijvoeglijk naamwoord
-
cáustico bijvoeglijk naamwoord
-
sañudo bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor agressif:
Synoniemen voor "agressif":
Wiktionary: agressif
agressif
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agressif | → agresivo | ↔ aggressive — tending or disposed to aggress |
• agressif | → tosco | ↔ brash — insensitive or tactless |
• agressif | → pendenciero; belicoso; camorrista; provocador | ↔ contentious — given to struggling |
• agressif | → agresivo | ↔ feisty — belligerent |
• agressif | → truculento | ↔ truculent — cruel or savage |
• agressif | → agresivo | ↔ agressief — aanvallend |
• agressif | → agresivo | ↔ aggressiv — angriffslustig und gewaltbereit |
• agressif | → ofensivo | ↔ offensiv — fremdsprachlich: angriffslustig, den Angriff vorziehend/liebend |