Frans
Uitgebreide vertaling voor abriter quelqu'un (Frans) in het Spaans
abriter quelqu'un:
-
abriter quelqu'un (loger)
alojarse; habitar; apartar; destinar; hospedar; estacionar; vivir en casa de una persona; dar alojamiento; clasificar; hospedarse-
alojarse werkwoord
-
habitar werkwoord
-
apartar werkwoord
-
destinar werkwoord
-
hospedar werkwoord
-
estacionar werkwoord
-
vivir en casa de una persona werkwoord
-
dar alojamiento werkwoord
-
clasificar werkwoord
-
hospedarse werkwoord
-