Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. abréviation:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor abréviation (Frans) in het Spaans

abréviation:

abréviation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'abréviation
    la abreviación; la abreviatura
  2. l'abréviation (action d'abréger)
    el abreviar; el acortar
    • abreviar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • acortar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abréviation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abreviación abréviation
abreviar abréviation; action d'abréger abrègement; raccourcissement
abreviatura abréviation
acortar abréviation; action d'abréger
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abreviar abréger; amoindrir; baisser; diminuer; décliner; décroître; faire un résumé de; raccourcir; récapituler; réduire; régresser; résumer; se restreindre; solder; écourter
acortar abréger; diminuer; raccourcir; raser; réduire; se raser; tondre; écourter

Synoniemen voor "abréviation":


Wiktionary: abréviation

abréviation
noun
  1. Action d’abréger ; résultat de cette action
  2. Procédé retranchant des lettres dans un mot ou une expression pour le raccourcir
  3. Mot issu de ce retranchement de lettres

Cross Translation:
FromToVia
abréviation abreviación abbreviation — shortened or contracted form of a word or phrase
abréviation abreviatura afkorting — het inkorten van een woord of een frase
abréviation abreviatura abbreviatie — het inkorten van een woord of een frase
abréviation reducción; abreviación; abreviatura AbkürzungLinguistik, Wortbildung: die verkürzte Form eines Wortes oder eines Ausdrucks

Computer vertaling door derden: