Frans
Uitgebreide vertaling voor étroit (Frans) in het Spaans
étroit:
-
étroit (serré; petit; restreint; étouffé; ténu; étroitement; limité; étouffant; pressant; petitement)
-
étroit (avec peu d'espace; serré; restreint; étroitement; petitement; juste; tout juste)
estrechamente; apenas; ajustado; rozando; apretadamente; cerca; por poco-
estrechamente bijvoeglijk naamwoord
-
apenas bijvoeglijk naamwoord
-
ajustado bijvoeglijk naamwoord
-
rozando bijvoeglijk naamwoord
-
apretadamente bijvoeglijk naamwoord
-
cerca bijvoeglijk naamwoord
-
por poco bijvoeglijk naamwoord
-
-
étroit (serré; juste; étroitement; raide)
-
étroit (borné; petit-bourgeois; mesquinement)
pegueñoburguesa; burgués; estrecho de miras; estrecho-
pegueñoburguesa bijvoeglijk naamwoord
-
burgués bijvoeglijk naamwoord
-
estrecho de miras bijvoeglijk naamwoord
-
estrecho bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor étroit:
Synoniemen voor "étroit":
Wiktionary: étroit
étroit
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• étroit | → angosto; estrecha; estrecho; angosta | ↔ narrow — having a small width |
• étroit | → angosto; estrecho | ↔ nauw — een geringe breedte hebbend |
• étroit | → estrecho | ↔ eng — met weinig tussenruimte |
• étroit | → estrecho; angosto | ↔ eng — schmal, nahe anliegend; von relativ geringer Ausdehnung |
• étroit | → estrecho | ↔ schmal — wenig breit |