Époque: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

époque:
- siglo; centuria; era; período; época; fase de desarrollo; estadio de evolución; espacio de tiempo; plazo; término; lapso de tiempo
Wiktionary:
- époque → época
- époque → era, época, período

Frans

Uitgebreide vertaling voor époque (Frans) in het Spaans

époque:

époque [la ~] zelfstandig naamwoord

l'époque (siècle; âge)
el siglo; la centuria; la era
- siglo [el ~] zelfstandig naamwoord
- centuria [la ~] zelfstandig naamwoord
- era [la ~] zelfstandig naamwoord
l'époque (ère; période; temps; an; saison; cycle)
el período; la época
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
- época [la ~] zelfstandig naamwoord
l'époque (phase de développement; phase; étape; stade; temps; niveau; période; degré; cycle)
la fase de desarrollo; el estadio de evolución
- fase de desarrollo [la ~] zelfstandig naamwoord
- estadio de evolución [el ~] zelfstandig naamwoord
l'époque (petit moment; passage du temps; laps de temps; période; espace de temps; temps; terme; durée; moment; intervalle)
el espacio de tiempo; el plazo; el término; el período; el lapso de tiempo
- espacio de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord
- plazo [el ~] zelfstandig naamwoord
- término [el ~] zelfstandig naamwoord
- período [el ~] zelfstandig naamwoord
- lapso de tiempo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor époque:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
centuria	siècle; âge; époque	siècle; éternité
era	siècle; âge; époque	aire de battage; intensité du son; niveau sonore; reliure; siècle; tirage; tome; volume; volume sonore; édition; éternité
espacio de tiempo	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque	espace de temps; laps de temps
estadio de evolución	cycle; degré; niveau; phase; phase de développement; période; stade; temps; époque; étape
fase de desarrollo	cycle; degré; niveau; phase; phase de développement; période; stade; temps; époque; étape
lapso de tiempo	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque	espace de temps; laps de temps
período	an; cycle; durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; saison; temps; terme; ère; époque	délai; espace de temps; heure; interligne; intermittence; intervalle; intérim; laps de temps; menstruation; pause; phase d'évolution; phase de développement; période; règles; stade; temps; temps d'écoulement; étape de parcours
plazo	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque	acquittement; délai; espace de temps; laps de temps; règlement
siglo	siècle; âge; époque	siècle; éternité
término	durée; espace de temps; intervalle; laps de temps; moment; passage du temps; petit moment; période; temps; terme; époque	achèvement; bitte; bout; cessation; clôture; con; détermination de l'heure; espace de temps; extrémité; fin; fin d'année; finale; laps de temps; membre; membre viril; poteau; pénis; zizi
época	an; cycle; période; saison; temps; ère; époque	espace de temps; laps de temps; temps

Synoniemen voor "époque":

âge; ancienneté; période; temps; vieillesse; moment; ère; siècle; règne; date; étape; instant; circonstance; occasion; royauté; gouvernement; prédominance; saison; cycle; de saison; hors de saison; ans; durée

Wiktionary: époque

époque

noun

moment de l’histoire qui ordinairement marquer par quelque événement considérable.
- époque → época

Cross Translation:

From	To	Via
• époque	→ era; época	↔ age — great period in the history of the Earth
• époque	→ época	↔ epoch — particular period of history
• époque	→ época; era; período	↔ era — time period
• époque	→ época	↔ tijdperk — een begrensde en als eenheid beschouwde tijd
• époque	→ época	↔ Epoche — ein längerer Zeitraum, der sich durch eine oder mehrere grundlegende Gemeinsamkeiten auszeichnet
• époque	→ era	↔ Zeitalter — größerer Abschnitt der Menschheitsgeschichte

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van époque

Spaans

Uitgebreide vertaling voor époque (Spaans) in het Frans

époque: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: époque

Uitgebreide vertaling voor époque (Frans) in het Spaans

époque:

époque [la ~] zelfstandig naamwoord

l'époque (siècle; âge)

l'époque (ère; période; temps; an; saison; cycle)

l'époque (phase de développement; phase; étape; stade; temps; niveau; période; degré; cycle)

l'époque (petit moment; passage du temps; laps de temps; période; espace de temps; temps; terme; durée; moment; intervalle)

Vertaal Matrix voor époque:

Synoniemen voor "époque":

Wiktionary: époque

Verwante vertalingen van époque

Uitgebreide vertaling voor époque (Spaans) in het Frans

époque: (*Woord en zin splitter gebruikt)

époque: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}