Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
plaignant:
- malhumorado; gruñón; hosco; en tono de mal humor; desabrido; irritado; inestable; imprevisible; de humor variable; inconstante; lastimoso; incalculable; murrio; quejumbroso; quejicoso; pesado; huraño; quejando; cargante; mohino
- reclamante; demandante; parte demandante; demandador; suplicante; querellante; procurador; acusador; demandante de casación
- plaindre:
-
Wiktionary:
- plaignant → demandante, querellante
- plaindre → compadecer
- plaindre → quejarse, compadecer
Frans
Uitgebreide vertaling voor plaignant (Frans) in het Spaans
plaignant:
-
plaignant (de mauvaise humeur; irrité; grincheux; grognon; maussade; râleur; irascible; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement)
malhumorado; gruñón; hosco; en tono de mal humor; desabrido; irritado-
malhumorado bijvoeglijk naamwoord
-
gruñón bijvoeglijk naamwoord
-
hosco bijvoeglijk naamwoord
-
en tono de mal humor bijvoeglijk naamwoord
-
desabrido bijvoeglijk naamwoord
-
irritado bijvoeglijk naamwoord
-
-
plaignant (grincheux; grognon; hargneux; bougon)
malhumorado; inestable; imprevisible; de humor variable; inconstante; lastimoso; incalculable-
malhumorado bijvoeglijk naamwoord
-
inestable bijvoeglijk naamwoord
-
imprevisible bijvoeglijk naamwoord
-
de humor variable bijvoeglijk naamwoord
-
inconstante bijvoeglijk naamwoord
-
lastimoso bijvoeglijk naamwoord
-
incalculable bijvoeglijk naamwoord
-
-
plaignant (gémissant; boudeur; en boudant; grincheux; grincheuse; plaintivement; maussade; plaintif; dolent; d'un ton traînard)
murrio; hosco; lastimoso; quejumbroso; quejicoso; pesado; huraño; desabrido; quejando; cargante; mohino-
murrio bijvoeglijk naamwoord
-
hosco bijvoeglijk naamwoord
-
lastimoso bijvoeglijk naamwoord
-
quejumbroso bijvoeglijk naamwoord
-
quejicoso bijvoeglijk naamwoord
-
pesado bijvoeglijk naamwoord
-
huraño bijvoeglijk naamwoord
-
desabrido bijvoeglijk naamwoord
-
quejando bijvoeglijk naamwoord
-
cargante bijvoeglijk naamwoord
-
mohino bijvoeglijk naamwoord
-
-
le plaignant (réclamant; partie civile; revendicateur)
-
le plaignant (demandeur)
-
le plaignant (réquisiteur; procureur de la République; partie civile; requérant; accusateur; mandant)
el procurador; el acusador; el demandante; el demandador; el parte demandante; el demandante de casación
Vertaal Matrix voor plaignant:
Synoniemen voor "plaignant":
Wiktionary: plaignant
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plaignant | → demandante; querellante | ↔ plaintiff — party bringing a suit in civil law against a defendant |
plaindre:
plaindre werkwoord (plains, plaint, plaignons, plaignez, plaignent, plaignais, plaignait, plaignions, plaigniez, plaignaient, plaignis, plaignit, plaignîmes, plaignîtes, plaignirent, plaindrai, plaindras, plaindra, plaindrons, plaindrez, plaindront)
-
plaindre (montrer de la sympathie; présenter ses condoléances; exprimer ses condoléances; déplorer; faire preuve de sensibilité)
dar el pésame-
dar el pésame werkwoord
-
-
plaindre (émettre des réserves; se plaindre; se lamenter de)
hacer objeciones contra; oponerse a; objetar contra; pesar sobre-
hacer objeciones contra werkwoord
-
oponerse a werkwoord
-
objetar contra werkwoord
-
pesar sobre werkwoord
-
-
plaindre (compatir; présenter ses condoléances; déplorer; exprimer ses condoléances)
expresar su sentimiento; compadecerse; simpatizar; apiadarse; participar; dar el pésame; tomar parte-
expresar su sentimiento werkwoord
-
compadecerse werkwoord
-
simpatizar werkwoord
-
apiadarse werkwoord
-
participar werkwoord
-
dar el pésame werkwoord
-
tomar parte werkwoord
-
-
plaindre (sympathiser avec; déplorer; compatir; être sympathisant avec)
Conjugations for plaindre:
Présent
- plains
- plains
- plaint
- plaignons
- plaignez
- plaignent
imparfait
- plaignais
- plaignais
- plaignait
- plaignions
- plaigniez
- plaignaient
passé simple
- plaignis
- plaignis
- plaignit
- plaignîmes
- plaignîtes
- plaignirent
futur simple
- plaindrai
- plaindras
- plaindra
- plaindrons
- plaindrez
- plaindront
subjonctif présent
- que je plaigne
- que tu plaignes
- qu'il plaigne
- que nous plaignions
- que vous plaigniez
- qu'ils plaignent
conditionnel présent
- plaindrais
- plaindrais
- plaindrait
- plaindrions
- plaindriez
- plaindraient
passé composé
- ai plaint
- as plaint
- a plaint
- avons plaint
- avez plaint
- ont plaint
divers
- plains!
- plaignez!
- plaignons!
- plaint
- plaignant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor plaindre:
Synoniemen voor "plaindre":
Wiktionary: plaindre
plaindre
Cross Translation:
verb
-
Traductions à trier suivant le sens.
- plaindre → compadecer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plaindre | → quejarse | ↔ complain — to express feelings of pain, dissatisfaction, or resentment |
• plaindre | → quejarse | ↔ klagen — ongenoegen uiten |
• plaindre | → compadecer | ↔ beklagen — iemands leed bejammeren |