Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
modifier:
- cambiar; modificar; transformar; desarrollar; alterar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; reparar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir; enmendar; cambiar de sitio; reconstruir; conmutar; canjear por; revisar; rever; matizar; reorganizar; doblar; editar
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor modifie (Frans) in het Spaans
modifié:
Synoniemen voor "modifié":
modifie vorm van modifier:
modifier werkwoord (modifie, modifies, modifions, modifiez, modifient, modifiais, modifiait, modifiions, modifiiez, modifiaient, modifiai, modifias, modifia, modifiâmes, modifiâtes, modifièrent, modifierai, modifieras, modifiera, modifierons, modifierez, modifieront)
-
modifier (alterner; changer; transformer; échanger; altérer; varier; permuter)
cambiar; modificar; transformar; desarrollar; alterar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; reparar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir-
cambiar werkwoord
-
modificar werkwoord
-
transformar werkwoord
-
desarrollar werkwoord
-
alterar werkwoord
-
reformar werkwoord
-
convertirse en werkwoord
-
convertir werkwoord
-
desplegar werkwoord
-
cambiar por werkwoord
-
variar werkwoord
-
reparar werkwoord
-
desarrollarse werkwoord
-
elaborar werkwoord
-
fabricar werkwoord
-
evolucionar werkwoord
-
revelar werkwoord
-
extraer werkwoord
-
alternar werkwoord
-
remendar werkwoord
-
instruir werkwoord
-
-
modifier (changer; transformer; réviser; renverser; amender; réformer; restructurer; altérer; remanier; réorganiser; retravailler)
-
modifier (changer; transformer; réviser; rectifier; refondre; amender; remanier)
-
modifier (convertir; transformer; changer)
convertir; cambiar de sitio; cambiar; reconstruir; conmutar; canjear por; cambiar por-
convertir werkwoord
-
cambiar de sitio werkwoord
-
cambiar werkwoord
-
reconstruir werkwoord
-
conmutar werkwoord
-
canjear por werkwoord
-
cambiar por werkwoord
-
-
modifier (réviser; revoir; amender; retravailler; altérer; transformer; régénérer; réformer)
-
modifier (nuancer; différencier)
-
modifier (réorganiser; transformer; déformer; restructurer; changer; retravailler; retourner; labourer; remanier)
-
modifier (altérer; changer; renverser)
-
modifier (échanger; confondre; renvoyer; troquer; changer; troquer contre; faire un échange; transformer; varier; substituer; permuter; annuler; embarrasser; tourner en sens contraire)
-
modifier
Conjugations for modifier:
Présent
- modifie
- modifies
- modifie
- modifions
- modifiez
- modifient
imparfait
- modifiais
- modifiais
- modifiait
- modifiions
- modifiiez
- modifiaient
passé simple
- modifiai
- modifias
- modifia
- modifiâmes
- modifiâtes
- modifièrent
futur simple
- modifierai
- modifieras
- modifiera
- modifierons
- modifierez
- modifieront
subjonctif présent
- que je modifie
- que tu modifies
- qu'il modifie
- que nous modifiions
- que vous modifiiez
- qu'ils modifient
conditionnel présent
- modifierais
- modifierais
- modifierait
- modifierions
- modifieriez
- modifieraient
passé composé
- ai modifié
- as modifié
- a modifié
- avons modifié
- avez modifié
- ont modifié
divers
- modifie!
- modifiez!
- modifions!
- modifié
- modifiant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor modifier:
Synoniemen voor "modifier":
Wiktionary: modifier
modifier
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• modifier | → editar | ↔ edit — to change a text, or a document |
• modifier | → modificar | ↔ modify — to make partial changes to |
• modifier | → inmutar; remodelar; modificar; cambiar | ↔ veranderen — zodanig aan iets werken of iets behandelen dat het anders wordt |
• modifier | → cambiar; modificar | ↔ wijzigen — zodanig aan iets werken dat het anders wordt |
• modifier | → modificar; cambiar; enmendar | ↔ abändern — transitiv: etwas ein wenig, meist zum Besseren, verändern/anpassen |
• modifier | → modificar | ↔ modifizieren — abändern |