Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
avis:
- aconsejo; consulta; asesoramiento; opinión; punto de vista; convicción; idea; noción; concepto; modo de ver; noticia; informe; requerimiento; parecer; visión óptica; notificación; aviso; publicación; comunicación; información; juicio; interpretación; pensamiento; aspecto; concepción; visión; manera de pensar; anuncio; mención; referencia; comunicado; revelación; proclamación; dictamen; posición; actitud; toma de posición; avisos; anuncios; tener conocimiento; examen; exámenes; inspección; convencimiento; disposición; tendencia; postura; credo; inclinación; filiación; persuasión; simpatías; pedido; orden; encargo; circular; mandato; evocación; convocatoria; llamamiento; señal; signo; seña; cédula de notificación
- avisé:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor avis (Frans) in het Spaans
avis:
-
l'avis (conseil)
-
l'avis (opinion; conviction)
-
l'avis (actualité; nouvelle; annonce)
-
l'avis (exhortation; sommation; avertissement; prière instante)
-
l'avis (façon de voir; point de vue; vision; perspective; opinion; optique; idée)
-
l'avis (communication; message; mention; annonce; notice; appel; envoi; renvoi; information; publication; nouvelle)
-
l'avis (façon de penser; point de vue; conception; prise de position; opinion; perspective; pensée; interprétation; concept; doctrine; idée; notion; optique; mentalité; réflexion; intention; conviction; vision; exposé; position)
el juicio; la interpretación; la opinión; el pensamiento; el aspecto; el concepto; la concepción; la visión; el punto de vista; el modo de ver; la manera de pensar; la idea -
l'avis (nouvelle; message; annonce; communication; mention; faire-part)
el anuncio; la notificación; el aviso; la mención; la comunicación; la información; el informe; la referencia -
l'avis (mise au courant; avertissement; renseignement; communication; appel; faire-part)
-
l'avis (communication)
el informe; el anuncio; el aviso; la noticia; el comunicado; la revelación; la publicación; la proclamación -
l'avis (opinion; jugement; conception; sentence)
-
l'avis (prise de position; position; attitude; point de vue; opinion; optique; opinions)
-
l'avis (faire-parts; annonces)
-
l'avis (communication; faire-part)
-
l'avis (conviction; opinion; conception)
la convicción; el juicio; el convencimiento; la actitud; el parecer; la disposición; la idea; la tendencia; el concepto; la postura; la opinión; el credo; la inclinación; la noción; la filiación; el punto de vista; la persuasión; la simpatías; la toma de posición -
l'avis (notification; dénonciation; déclaration; convocation; sommation; exploit d'huissier)
el aviso; el pedido; la orden; el encargo; la circular; el requerimiento; el mandato; la notificación; la evocación -
l'avis (appel; convocation; notification; communication; faire-part; citation)
-
l'avis (signe; signal; avertissement; indice; signe de tête)
-
l'avis (exploit d'huissier; notification; sommation; convocation)
-
l'avis
Vertaal Matrix voor avis:
Synoniemen voor "avis":
Wiktionary: avis
avis
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• avis | → concepción; interpretación; modo de ver | ↔ Auffassung — Meinung, Ansicht |
• avis | → parece; opinión | ↔ Befinden — gehoben: Dafürhalten, Ermessen, Meinung |
• avis | → intención | ↔ Intention — die Absicht, etwas zu tun |
• avis | → mensaje | ↔ Mitteilung — Nachricht über etwas, Weitergabe einer Information |
• avis | → opinión | ↔ Ansicht — Art und Weise, wie man etwas versteht |
• avis | → opinión | ↔ opinion — thought a person has formed about a topic |
avisé:
-
avisé (ingénieuse; brillant; astucieux; ingénieux; averti; agile; habile; avec astuce; habilement; ingénieusement; astucieusement)
perito; apuesto; hábil; diestro; ingenioso; listo; inventivo; ducho; inteligente; habilidoso-
perito bijvoeglijk naamwoord
-
apuesto bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
diestro bijvoeglijk naamwoord
-
ingenioso bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
inventivo bijvoeglijk naamwoord
-
ducho bijvoeglijk naamwoord
-
inteligente bijvoeglijk naamwoord
-
habilidoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
avisé (malin; intelligent; futé; éveillé; dégourdi; astucieusement; débrouillard; rusé; astucieux; prompt; roublard)
inteligente; zorro; vivo; listo; astuto; ingenioso; despabilado; perspicaz; avispado; despierto-
inteligente bijvoeglijk naamwoord
-
zorro bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
ingenioso bijvoeglijk naamwoord
-
despabilado bijvoeglijk naamwoord
-
perspicaz bijvoeglijk naamwoord
-
avispado bijvoeglijk naamwoord
-
despierto bijvoeglijk naamwoord
-
-
avisé (rodé)
templado; curtido; experimentado; veterano; endurecido-
templado bijvoeglijk naamwoord
-
curtido bijvoeglijk naamwoord
-
experimentado bijvoeglijk naamwoord
-
veterano bijvoeglijk naamwoord
-
endurecido bijvoeglijk naamwoord
-
-
avisé (au fait; prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; prompt; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement)
inteligente; pronto a la réplica; listo; avispado; vivo; oportuno; aprovechado; ladino; zorro; ingenioso; despierto; afilado; agudo; astuto; diestro; vivaracho-
inteligente bijvoeglijk naamwoord
-
pronto a la réplica bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
avispado bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
oportuno bijvoeglijk naamwoord
-
aprovechado bijvoeglijk naamwoord
-
ladino bijvoeglijk naamwoord
-
zorro bijvoeglijk naamwoord
-
ingenioso bijvoeglijk naamwoord
-
despierto bijvoeglijk naamwoord
-
afilado bijvoeglijk naamwoord
-
agudo bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
diestro bijvoeglijk naamwoord
-
vivaracho bijvoeglijk naamwoord
-