Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
ordinairement:
- generalmente; la mayoría de las veces; en general; normalmente; usualmente; lo más; mayoritariamente; de ordinario; las más de las veces; en su mayoría; en la mayoría; ordinariamente; bajo; malo; pequeño; inferior; menos; común; grosero; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; guarro; mezquino; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; habitual; acostumbrado; vil; simplemente; verdaderamente; ordinario; canalla; francamente; ruin; usual; infame; criminal; indecente; comúnmente; obsceno; andrajoso; harapiento; módico; como siempre; sin más; ignominioso; habituado a; vilmente; deshonroso; oxidante; así como así; innoble; a sotavento; en gran parte; falsamente; falso; fingido; desdeñoso; falsificado; fuera de tono
-
Wiktionary:
- ordinairement → generalmente, ordinariamente, comúnmente
Frans
Uitgebreide vertaling voor ordinairement (Frans) in het Spaans
ordinairement:
-
ordinairement (généralement; en général; le plus souvent; la plupart du temps; dans la plupart des cas)
generalmente; la mayoría de las veces; en general-
generalmente bijvoeglijk naamwoord
-
la mayoría de las veces bijvoeglijk naamwoord
-
en general bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordinairement (normalement; généralement; en général; le plus souvent; communément)
generalmente; la mayoría de las veces; en general; normalmente; usualmente; lo más; mayoritariamente; de ordinario; las más de las veces; en su mayoría; en la mayoría; ordinariamente-
generalmente bijvoeglijk naamwoord
-
la mayoría de las veces bijvoeglijk naamwoord
-
en general bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
usualmente bijvoeglijk naamwoord
-
lo más bijvoeglijk naamwoord
-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
de ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
las más de las veces bijvoeglijk naamwoord
-
en su mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
ordinariamente bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordinairement (bas; basse; méchant; mauvais; méprisable; ordinaire; peu élevé; ignoblement; quotidien; odieux; ignoble; bassement; vachement; généralement admis; courant; vil; infect; déshonorant; habituel; normal; infâme; usuel; honteusement; d'usage; sans scrupules; odieusement)
bajo; malo; pequeño; inferior; menos; común; grosero; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; guarro; mezquino; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; vil; simplemente; verdaderamente; ordinario; canalla; francamente; ruin; usual; infame; criminal; indecente; comúnmente; obsceno; andrajoso; harapiento; módico; como siempre; sin más; ignominioso; habituado a; vilmente; deshonroso; oxidante; así como así; innoble; a sotavento-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
pequeño bijvoeglijk naamwoord
-
inferior bijvoeglijk naamwoord
-
menos bijvoeglijk naamwoord
-
común bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
indigno bijvoeglijk naamwoord
-
bajamente bijvoeglijk naamwoord
-
realmente bijvoeglijk naamwoord
-
sencillo bijvoeglijk naamwoord
-
general bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
limitado bijvoeglijk naamwoord
-
sencillamente bijvoeglijk naamwoord
-
soez bijvoeglijk naamwoord
-
corriente bijvoeglijk naamwoord
-
grave bijvoeglijk naamwoord
-
normalmente bijvoeglijk naamwoord
-
habitual bijvoeglijk naamwoord
-
acostumbrado bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
simplemente bijvoeglijk naamwoord
-
verdaderamente bijvoeglijk naamwoord
-
ordinario bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
francamente bijvoeglijk naamwoord
-
ruin bijvoeglijk naamwoord
-
usual bijvoeglijk naamwoord
-
infame bijvoeglijk naamwoord
-
criminal bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
comúnmente bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
módico bijvoeglijk naamwoord
-
como siempre bijvoeglijk naamwoord
-
sin más bijvoeglijk naamwoord
-
ignominioso bijvoeglijk naamwoord
-
habituado a bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
deshonroso bijvoeglijk naamwoord
-
oxidante bijvoeglijk naamwoord
-
así como así bijvoeglijk naamwoord
-
innoble bijvoeglijk naamwoord
-
a sotavento bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordinairement (le plus souvent; normalement; pour la plupart; communément; d'habitude; de façon générale)
mayoritariamente; en gran parte; en la mayoría-
mayoritariamente bijvoeglijk naamwoord
-
en gran parte bijvoeglijk naamwoord
-
en la mayoría bijvoeglijk naamwoord
-
-
ordinairement (faux; perfide; fictif; faussement; vil; bas; méchant; feint; vulgaire; inventé; méprisable; rudement; supposé; perfidement; vulgairement; basse; ordinaire; vachement; ignoble; abject; bassement; ignoblement)
falsamente; falso; vil; malo; mezquino; fingido; desdeñoso; vilmente; falsificado; fuera de tono-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
vil bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
mezquino bijvoeglijk naamwoord
-
fingido bijvoeglijk naamwoord
-
desdeñoso bijvoeglijk naamwoord
-
vilmente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
fuera de tono bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor ordinairement:
Synoniemen voor "ordinairement":
Wiktionary: ordinairement
ordinairement
Cross Translation:
-
-
- ordinairement → generalmente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ordinairement | → generalmente | ↔ doorgaans — in de meeste gevallen, met weinig uitzonderingen |
• ordinairement | → ordinariamente | ↔ ordinarily — usually or as a general rule |
• ordinairement | → comúnmente | ↔ regularly — normally, ordinarily |