Châssis: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

châssis:
- armadura; estructura; armazón; marco; bastidor; chasis; tren de rodado; soporte; tía buena; tío bueno; persona guapa; esqueleto; carrocería; marco de ventana
Wiktionary:
- châssis → chasis
- châssis → chasis

Frans

Uitgebreide vertaling voor châssis (Frans) in het Spaans

châssis:

châssis [le ~] zelfstandig naamwoord

le châssis (cadre; carcasse; charpente; squelette)
la armadura; la estructura; el armazón; el marco; el bastidor
- armadura [la ~] zelfstandig naamwoord
- estructura [la ~] zelfstandig naamwoord
- armazón [el ~] zelfstandig naamwoord
- marco [el ~] zelfstandig naamwoord
- bastidor [el ~] zelfstandig naamwoord
le châssis (base; pied; support)
el bastidor; el chasis; el armazón; el tren de rodado; el soporte
- bastidor [el ~] zelfstandig naamwoord
- chasis [el ~] zelfstandig naamwoord
- armazón [el ~] zelfstandig naamwoord
- tren de rodado [el ~] zelfstandig naamwoord
- soporte [el ~] zelfstandig naamwoord
le châssis (beau morceau)
la tía buena; el tío bueno; la persona guapa
- tía buena [la ~] zelfstandig naamwoord
- tío bueno [el ~] zelfstandig naamwoord
- persona guapa [la ~] zelfstandig naamwoord
le châssis (squelette; cadre; carcasse; charpente; encadrement; cadres; l'ossature)
el armazón; la armadura; el esqueleto
- armazón [el ~] zelfstandig naamwoord
- armadura [la ~] zelfstandig naamwoord
- esqueleto [el ~] zelfstandig naamwoord
le châssis (squelette; carcasse; charpente)
la armadura; el esqueleto
- armadura [la ~] zelfstandig naamwoord
- esqueleto [el ~] zelfstandig naamwoord
le châssis (carrosserie)
la carrocería
- carrocería [la ~] zelfstandig naamwoord
le châssis
el marco de ventana
- marco de ventana [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor châssis:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armadura	cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette	armure; armures; blindage; cuirasse; cuirassement; cuirasses; maison uniquement constituée du corps
armazón	base; cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; pied; squelette; support	affût; carvasse; chevalet; position d'artillerie; support; tronc; tréteau
bastidor	base; cadre; carcasse; charpente; châssis; pied; squelette; support	chambranle; chevalet; encadrement; ourdissoir; support; tréteau
carrocería	carrosserie; châssis
chasis	base; châssis; pied; support
esqueleto	cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette	carcasse; charpente; ensemble des os; homme maigre comme une squelette; ossature; squelette; système osseux
estructura	cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette	air distinguée; arrangement; bâtiment; bâtisse; classe; classement; combinaison; composition; constitution; construction; distinction; ensemble; grand air; immeuble; lot; lotissement; maison; mise en ordre; monument; ordre; ossature; parcelle; parcelle de terrain; structure; terrain vague; terrain à bâtir; édification; édifice
marco	cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette	amalgame; application; bord; bordure; bric-à-brac; cadre; chambranle; contour; corniche; couronnement; encadrement; estampille; galon; indicateur; infrastructure; jauge; lisière; marge; mark; marque d'étalonnage; masque de visage; mélange; méli-mélo; orée; poids et mesures; pot-pourri; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; salade; troupe; étalonnage
marco de ventana	châssis	cadre de la fenêtre
persona guapa	beau morceau; châssis
soporte	base; châssis; pied; support	Assistance sociale; aide; appui; assistance sociale; canon; drapeau; fanion de commandement; indemnité de chômage; pied; soutien; statif; support; tréteau; étai; étalon; étendard
tren de rodado	base; châssis; pied; support
tía buena	beau morceau; châssis
tío bueno	beau morceau; châssis

Synoniemen voor "châssis":

boiserie; charpente; huisserie; lambris; menuiserie; moulure; panneau; parquet; carcasse; ossature; armature; structure; architecture; nervure; assemblage; bâti; encadrement; cadre; baguette; bordure; cartouche; chambranle; entourage; listel; mandorle; vitrage; verrière; marquise; vitrine; vitrail; rosace; rose

Wiktionary: châssis

châssis

noun

menuiserie|fr ouvrage composé de plusieurs pièces de menuiserie formant ordinairement des cadres où l’on met des vitres, de la toile ou des feuilles de papier huiler, etc.
- châssis → chasis

Cross Translation:

From	To	Via
• châssis	→ chasis	↔ chassis — base frame of motor vehicle

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van châssis

Remove Ads

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: châssis

Uitgebreide vertaling voor châssis (Frans) in het Spaans

châssis:

châssis [le ~] zelfstandig naamwoord

le châssis (cadre; carcasse; charpente; squelette)

le châssis (base; pied; support)

le châssis (beau morceau)

le châssis (squelette; cadre; carcasse; charpente; encadrement; cadres; l'ossature)

le châssis (squelette; carcasse; charpente)

le châssis (carrosserie)

le châssis

Vertaal Matrix voor châssis:

Synoniemen voor "châssis":

Wiktionary: châssis

Verwante vertalingen van châssis