Flagorneur: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

flagorneur:
- empollón; adulador; rastrero; zalamero; lameculos; pelotillero; vil adulador; arrastrado; jactancioso; cobista; dedo índice; tiralevitas; pelotas; palabrero
- adulador; lisonjero
Wiktionary:
- flagorneur → adulador, arrastrado, cepillero, chupamedias, lambiscón, lameculos, pelotillero, sobon, come mierda, franelero

Frans

Uitgebreide vertaling voor flagorneur (Frans) in het Spaans

flagorneur:

flagorneur [le ~] zelfstandig naamwoord

le flagorneur (lèche-bottes; lécheur)
el empollón; el adulador; el rastrero; el zalamero; el lameculos; el pelotillero; el vil adulador; el arrastrado; el jactancioso; el cobista; el dedo índice; el tiralevitas
- empollón [el ~] zelfstandig naamwoord
- adulador [el ~] zelfstandig naamwoord
- rastrero [el ~] zelfstandig naamwoord
- zalamero [el ~] zelfstandig naamwoord
- lameculos [el ~] zelfstandig naamwoord
- pelotillero [el ~] zelfstandig naamwoord
- vil adulador [el ~] zelfstandig naamwoord
- arrastrado [el ~] zelfstandig naamwoord
- jactancioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- cobista [el ~] zelfstandig naamwoord
- dedo índice [el ~] zelfstandig naamwoord
- tiralevitas [el ~] zelfstandig naamwoord
le flagorneur (fayot; prétentieux; paillasson; parasite; lèche-bottes; bûcheur; reptile; lécheur; pique-assiette; écornifleur; lécheuse; flagorneuse)
el pelotas; el jactancioso; el empollón
- pelotas [el ~] zelfstandig naamwoord
- jactancioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- empollón [el ~] zelfstandig naamwoord
le flagorneur (lécheur; lèche-bottes; personne qui rampe)
el empollón; el arrastrado; el zalamero; el vil adulador; el lameculos; el jactancioso; el tiralevitas
- empollón [el ~] zelfstandig naamwoord
- arrastrado [el ~] zelfstandig naamwoord
- zalamero [el ~] zelfstandig naamwoord
- vil adulador [el ~] zelfstandig naamwoord
- lameculos [el ~] zelfstandig naamwoord
- jactancioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- tiralevitas [el ~] zelfstandig naamwoord
le flagorneur (lèche-bottes; flatteur; lécheur)
el lameculos; el empollón; el arrastrado; el jactancioso; el cobista; el dedo índice
- lameculos [el ~] zelfstandig naamwoord
- empollón [el ~] zelfstandig naamwoord
- arrastrado [el ~] zelfstandig naamwoord
- jactancioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- cobista [el ~] zelfstandig naamwoord
- dedo índice [el ~] zelfstandig naamwoord
le flagorneur (enjôleur; flatteur; enjôleuse)
el pelotillero; el cobista; el palabrero
- pelotillero [el ~] zelfstandig naamwoord
- cobista [el ~] zelfstandig naamwoord
- palabrero [el ~] zelfstandig naamwoord

flagorneur bijvoeglijk naamwoord

flagorneur (visqueux; mielleux; lèche-cul)
adulador; lisonjero
- adulador bijvoeglijk naamwoord
- lisonjero bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor flagorneur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulador	flagorneur; lèche-bottes; lécheur
arrastrado	flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
cobista	enjôleur; enjôleuse; flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur
dedo índice	flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur
empollón	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; flatteur; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; personne qui rampe; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur
jactancioso	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; flatteur; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; personne qui rampe; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur	blagueur; bluffeur; fanfaron; paradeur; paradeurs; tonneau creux; vantard; vantards
lameculos	flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
palabrero	enjôleur; enjôleuse; flagorneur; flatteur
pelotas	bûcheur; fayot; flagorneur; flagorneuse; lèche-bottes; lécheur; lécheuse; paillasson; parasite; pique-assiette; prétentieux; reptile; écornifleur	balles
pelotillero	enjôleur; enjôleuse; flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur
rastrero	flagorneur; lèche-bottes; lécheur
tiralevitas	flagorneur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
vil adulador	flagorneur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
zalamero	flagorneur; lèche-bottes; lécheur; personne qui rampe
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulador	flagorneur; lèche-cul; mielleux; visqueux	agréable à l'oeil; complimenteur; crasseux; câlin; dégoûtant; flatteur; flatteusement; grossier; immoral; immoralement; indécemment; indécent; malpropre; obscène; sale; salement
arrastrado		trimballé
lisonjero	flagorneur; lèche-cul; mielleux; visqueux	agréable à l'oeil; complimenteur; câlin; flatteur

Synoniemen voor "flagorneur":

adulateur; flatteur; louangeur; adorateur; complimenteur; courtisan; admirateur; idolâtre; fanatique; amoureux; encenseur; cajoleur; caudataire; frotte-manche; hypocrite; obséquieux; glorificateur; laudatif; loueur; thuriféraire; approbateur

Wiktionary: flagorneur

Cross Translation:

From	To	Via
• flagorneur	→ adulador	↔ sycophant — one who uses compliments to gain self-serving favor or advantage from another person.
• flagorneur	→ arrastrado; cepillero; chupamedias; lambiscón; lameculos; pelotillero; sobon; come mierda; franelero	↔ toady — sycophant flattering others to gain personal advantage

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: flagorneur

Uitgebreide vertaling voor flagorneur (Frans) in het Spaans

flagorneur:

flagorneur [le ~] zelfstandig naamwoord

le flagorneur (lèche-bottes; lécheur)

le flagorneur (fayot; prétentieux; paillasson; parasite; lèche-bottes; bûcheur; reptile; lécheur; pique-assiette; écornifleur; lécheuse; flagorneuse)

le flagorneur (lécheur; lèche-bottes; personne qui rampe)

le flagorneur (lèche-bottes; flatteur; lécheur)

le flagorneur (enjôleur; flatteur; enjôleuse)

flagorneur bijvoeglijk naamwoord

flagorneur (visqueux; mielleux; lèche-cul)

Vertaal Matrix voor flagorneur:

Synoniemen voor "flagorneur":

Wiktionary: flagorneur