Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tribu:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tribu:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tribu (Frans) in het Spaans

tribu:

tribu [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tribu (clan; peuplade)
    la tribu
    • tribu [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tribu (lignée; famille; dynastie; )
    la familia; la dinastía; la casa
    • familia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dinastía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • casa [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tribu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casa clan; dynastie; espèce; famille; lignée; parents; peuplade; race; sexe; tribu; variété bâtiment; bâtisse; chez-soi; construction; demeure; domicile; dynastie; entreprise; entreprise commerciale; firme; foyer; groupe de sociétés; habitation; immeuble; lignée; logement; logis; lot; lotissement; maison; maison d'habitation; monument; parcelle; parcelle de terrain; résidence; terrain vague; terrain à bâtir; édifice
dinastía clan; dynastie; espèce; famille; lignée; parents; peuplade; race; sexe; tribu; variété dynastie; lignée; maison royale
familia clan; dynastie; espèce; famille; lignée; parents; peuplade; race; sexe; tribu; variété dynastie; famille; lignée; ménage; sexe
tribu clan; peuplade; tribu phylum; tige; tronc; verge
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
familia famille

Synoniemen voor "tribu":


Wiktionary: tribu

tribu
noun
  1. antiq|fr division du peuple, chez quelques nations anciennes.

Cross Translation:
FromToVia
tribu tribu stam — antropologie|nld een samenlevinsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
tribu tribu StammEthnologie: größere Gruppe von Menschen mit ethnischen Gemeinsamkeiten
tribu tribu VolksstammEthnologie: eine größere Gruppe von Menschen, die hinsichtlich der Sprache und Kultur viele Gemeinsamkeiten aufweisen und die normalerweise in einem gemeinsamen Siedlungsgebiet leben
tribu tribu tribe — group of people

Verwante vertalingen van tribu



Spaans

Uitgebreide vertaling voor tribu (Spaans) in het Frans

tribu:

tribu [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tribu
    le tribu; le clan; la peuplade
    • tribu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • clan [le ~] zelfstandig naamwoord
    • peuplade [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la tribu (caja; hueco; foso; tronco)
    la verge; la tige
    • verge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tige [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la tribu (estirpe; fuste; raíz; )
    le tronc; le phylum
    • tronc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • phylum [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tribu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clan tribu apartado; banda; casa; chusma; clan; dinastía; familia; horda
peuplade tribu casa; dinastía; familia
phylum astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco
tige caja; foso; hueco; tribu; tronco azote; brizna; brote; brotes; pedúnculo; rabillo; rabo; rama; rama de árbol; ramo; retoño; retoños; tallo
tribu tribu casa; dinastía; familia
tronc astil; barquillo; estirpe; foso; fuste; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco armazón; cepillo; cepo; hucha; raíz; tronco
verge caja; foso; hueco; tribu; tronco

Synoniemen voor "tribu":


Wiktionary: tribu

tribu
noun
  1. antiq|fr division du peuple, chez quelques nations anciennes.

Cross Translation:
FromToVia
tribu tribu stam — antropologie|nld een samenlevinsvorm bestaande uit groep meer en minder verwante mensen, die meestal minder technologisch gevorderd is
tribu tribu StammEthnologie: größere Gruppe von Menschen mit ethnischen Gemeinsamkeiten
tribu tribu VolksstammEthnologie: eine größere Gruppe von Menschen, die hinsichtlich der Sprache und Kultur viele Gemeinsamkeiten aufweisen und die normalerweise in einem gemeinsamen Siedlungsgebiet leben
tribu tribu tribe — group of people

Verwante vertalingen van tribu