Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. éclipser:
  2. Wiktionary:
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. eclipse:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor éclipse (Frans) in het Spaans

éclipse:


Synoniemen voor "éclipse":


Wiktionary: éclipse

éclipse
noun
  1. Disparition d’un astre dans le passage d’un autre (1)

Cross Translation:
FromToVia
éclipse eclipse eclipse — passage of a planetary object between others
éclipse eclipse FinsternisAstronomie: Erscheinung, bei der für einen Beobachter ein Himmelskörper für eine bestimmte Zeit partiell oder total verdeckt wird
éclipse eclipse eclips — het verschijnsel waarbij een ster en twee of meer andere hemellichamen in één lijn komen te staan, waardoor de schaduw van het ene hemellichaam het andere verduistert

éclipsé:


Synoniemen voor "éclipsé":


éclipser:

éclipser werkwoord (éclipse, éclipses, éclipsons, éclipsez, )

  1. éclipser (surpasser)

Conjugations for éclipser:

Présent
  1. éclipse
  2. éclipses
  3. éclipse
  4. éclipsons
  5. éclipsez
  6. éclipsent
imparfait
  1. éclipsais
  2. éclipsais
  3. éclipsait
  4. éclipsions
  5. éclipsiez
  6. éclipsaient
passé simple
  1. éclipsai
  2. éclipsas
  3. éclipsa
  4. éclipsâmes
  5. éclipsâtes
  6. éclipsèrent
futur simple
  1. éclipserai
  2. éclipseras
  3. éclipsera
  4. éclipserons
  5. éclipserez
  6. éclipseront
subjonctif présent
  1. que j'éclipse
  2. que tu éclipses
  3. qu'il éclipse
  4. que nous éclipsions
  5. que vous éclipsiez
  6. qu'ils éclipsent
conditionnel présent
  1. éclipserais
  2. éclipserais
  3. éclipserait
  4. éclipserions
  5. éclipseriez
  6. éclipseraient
passé composé
  1. ai éclipsé
  2. as éclipsé
  3. a éclipsé
  4. avons éclipsé
  5. avez éclipsé
  6. ont éclipsé
divers
  1. éclipse!
  2. éclipsez!
  3. éclipsons!
  4. éclipsé
  5. éclipsant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor éclipser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sobresalir dépassement; protubérer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sobrepasar surpasser; éclipser contraster; couper; devancer; dépasser; dévancer; l'emporter sur; se faire valoir; se pavaner; surenchérir; surpasser; étaler
sobresalir surpasser; éclipser briller; exceller; faire saillie; saillir

Synoniemen voor "éclipser":


Wiktionary: éclipser


Cross Translation:
FromToVia
éclipser eclipsar eclipse — To overshadow
éclipser eclipsar eclipse — To cause an eclipse
éclipser ocultar; esconder obstruct — To get in the way of so as to hide from sight
éclipser eclipsar; deslucir overshadow — to dominate something and make it seem insignificant

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van éclipse



Spaans

Uitgebreide vertaling voor éclipse (Spaans) in het Frans

eclipse:

eclipse [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el eclipse (eclipse solar; eclipse lunar)
    l'éclipse solaire

Vertaal Matrix voor eclipse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
éclipse solaire eclipse; eclipse lunar; eclipse solar

Verwante woorden van "eclipse":

  • eclipses, eclipsa, eclipsas

Synoniemen voor "eclipse":


Wiktionary: eclipse

eclipse
noun
  1. Disparition d’un astre dans le passage d’un autre (1)

Cross Translation:
FromToVia
eclipse éclipse eclipse — passage of a planetary object between others
eclipse éclipse FinsternisAstronomie: Erscheinung, bei der für einen Beobachter ein Himmelskörper für eine bestimmte Zeit partiell oder total verdeckt wird
eclipse éclipse eclips — het verschijnsel waarbij een ster en twee of meer andere hemellichamen in één lijn komen te staan, waardoor de schaduw van het ene hemellichaam het andere verduistert

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van éclipse