Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
éclatant:
- fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente; glorioso; fastuoso; reluciente; amplio; tremendo; espacioso
-
éclater:
- estallar; soltarse; desatarse; prorrumpir; romperse; expandir; explotar; explosionar; entrar en erupción; hacer explosión; tronar; detonar; rajarse; resquebrajarse; romper; saltar; quebrar; quebrantar; fracturar; refractar; abrirse bruscamente; abrirse de golpe; reventar; cuartease; agrietarse; rebotar; murmurar; gorgotear; rabiar; refunfuñar; estar furioso; poner morritos; maldecir; desentonar; resentirse; enfurruñarse; estar de mal humor; partir en pedazos; ¡vete a la mierda!; ¡que te revientes!; dejarse caer; precipitar; derrumbarse; chapotear
-
Wiktionary:
- éclatant → resplandesciente, rebosante
- éclater → reventar, astillar, estrellar, hacer añicos, resquebrajarse, resonar, estallar
Frans
Uitgebreide vertaling voor éclatant (Frans) in het Spaans
éclatant:
-
éclatant (magnifique; merveilleux; éblouissant; fabuleux; superbe; excellent; splendide; formidable; au mieux; de première classe; brillant; saillant; grandiose; parfait; fantastique; sublime; resplendissant; avec éclat)
fantástico; maravilloso; buenísimo; estupendo; a las mil maravillas; espléndido; fabuloso; magnífico; resplandeciente; de primera categoría; excelente; grandioso; macanudo; fabulosamente; fenomenal; de primera; colosal; brillante; imponente; gigantesco; grande; preeminente-
fantástico bijvoeglijk naamwoord
-
maravilloso bijvoeglijk naamwoord
-
buenísimo bijvoeglijk naamwoord
-
estupendo bijvoeglijk naamwoord
-
a las mil maravillas bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
fabuloso bijvoeglijk naamwoord
-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
de primera categoría bijvoeglijk naamwoord
-
excelente bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
macanudo bijvoeglijk naamwoord
-
fabulosamente bijvoeglijk naamwoord
-
fenomenal bijvoeglijk naamwoord
-
de primera bijvoeglijk naamwoord
-
colosal bijvoeglijk naamwoord
-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
imponente bijvoeglijk naamwoord
-
gigantesco bijvoeglijk naamwoord
-
grande bijvoeglijk naamwoord
-
preeminente bijvoeglijk naamwoord
-
-
éclatant (somptueux; glorieux; splendide; éblouissant; splendidement; exquis; fastueux)
espléndido; glorioso; fastuoso-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
glorioso bijvoeglijk naamwoord
-
fastuoso bijvoeglijk naamwoord
-
-
éclatant (brillant; magnifique; éblouissant; glorieux; avec éclat; brillamment; de toute beauté; splendide; étincelant; magnifiquement; glorieusement; splendidement; resplendissant)
brillante; reluciente; resplandeciente-
brillante bijvoeglijk naamwoord
-
reluciente bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
-
éclatant (spacieux; splendide; resplendissant; splendidement)
magnífico; espléndido; amplio; resplandeciente; tremendo; espacioso; grandioso; fastuoso; glorioso-
magnífico bijvoeglijk naamwoord
-
espléndido bijvoeglijk naamwoord
-
amplio bijvoeglijk naamwoord
-
resplandeciente bijvoeglijk naamwoord
-
tremendo bijvoeglijk naamwoord
-
espacioso bijvoeglijk naamwoord
-
grandioso bijvoeglijk naamwoord
-
fastuoso bijvoeglijk naamwoord
-
glorioso bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor éclatant:
Synoniemen voor "éclatant":
Wiktionary: éclatant
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• éclatant | → resplandesciente; rebosante | ↔ incandescent — showing intense emotion |
éclater:
éclater werkwoord (éclate, éclates, éclatons, éclatez, éclatent, éclatais, éclatait, éclations, éclatiez, éclataient, éclatai, éclatas, éclata, éclatâmes, éclatâtes, éclatèrent, éclaterai, éclateras, éclatera, éclaterons, éclaterez, éclateront)
-
éclater
estallar; soltarse; desatarse; prorrumpir-
estallar werkwoord
-
soltarse werkwoord
-
desatarse werkwoord
-
prorrumpir werkwoord
-
-
éclater
-
éclater
-
éclater (exploder; exploser)
explotar; estallar; explosionar; entrar en erupción; hacer explosión-
explotar werkwoord
-
estallar werkwoord
-
explosionar werkwoord
-
entrar en erupción werkwoord
-
hacer explosión werkwoord
-
-
éclater (détoner; gronder; faire claquer; tonner)
-
éclater (se gercer; s'ouvrir brusquement)
estallar; rajarse; resquebrajarse; romper; saltar; quebrar; quebrantar; fracturar; refractar; abrirse bruscamente; abrirse de golpe-
estallar werkwoord
-
rajarse werkwoord
-
resquebrajarse werkwoord
-
romper werkwoord
-
saltar werkwoord
-
quebrar werkwoord
-
quebrantar werkwoord
-
fracturar werkwoord
-
refractar werkwoord
-
abrirse bruscamente werkwoord
-
abrirse de golpe werkwoord
-
-
éclater (exploser; crever; péter; fendre; se fendre; exploder; se fêler; faire explosion; se fissurer; crevasser; se gercer; éclater en morceaux)
explotar; estallar; explosionar; reventar; cuartease; agrietarse-
explotar werkwoord
-
estallar werkwoord
-
explosionar werkwoord
-
reventar werkwoord
-
cuartease werkwoord
-
agrietarse werkwoord
-
-
éclater (voler en éclats; s'envoler; s'élancer; se détacher; se décoller; s'écailler)
-
éclater (gronder; retentir)
-
éclater (exploser; sauter)
-
éclater (être furieux; être en colère; faire rage; bouder; fulminer; tempêter; vociférer)
rabiar; refunfuñar; estar furioso; poner morritos; maldecir; desentonar; resentirse; enfurruñarse; estar de mal humor-
rabiar werkwoord
-
refunfuñar werkwoord
-
estar furioso werkwoord
-
poner morritos werkwoord
-
maldecir werkwoord
-
desentonar werkwoord
-
resentirse werkwoord
-
enfurruñarse werkwoord
-
estar de mal humor werkwoord
-
-
éclater (éclater en morceaux; exploser)
estallar; explotar; rajarse; resquebrajarse; cuartease; partir en pedazos; hacer explosión-
estallar werkwoord
-
explotar werkwoord
-
rajarse werkwoord
-
resquebrajarse werkwoord
-
cuartease werkwoord
-
partir en pedazos werkwoord
-
hacer explosión werkwoord
-
-
éclater (foutre; crevasser; se fendre; se fissurer; se fêler; casser; rompre; briser; crever; fendre; fracasser)
-
éclater (tomber avec un bruit sourd; tomber avec un plouf; s'écraser)
estallar; dejarse caer; precipitar; derrumbarse; chapotear-
estallar werkwoord
-
dejarse caer werkwoord
-
precipitar werkwoord
-
derrumbarse werkwoord
-
chapotear werkwoord
-
Conjugations for éclater:
Présent
- éclate
- éclates
- éclate
- éclatons
- éclatez
- éclatent
imparfait
- éclatais
- éclatais
- éclatait
- éclations
- éclatiez
- éclataient
passé simple
- éclatai
- éclatas
- éclata
- éclatâmes
- éclatâtes
- éclatèrent
futur simple
- éclaterai
- éclateras
- éclatera
- éclaterons
- éclaterez
- éclateront
subjonctif présent
- que j'éclate
- que tu éclates
- qu'il éclate
- que nous éclations
- que vous éclatiez
- qu'ils éclatent
conditionnel présent
- éclaterais
- éclaterais
- éclaterait
- éclaterions
- éclateriez
- éclateraient
passé composé
- ai éclaté
- as éclaté
- a éclaté
- avons éclaté
- avez éclaté
- ont éclaté
divers
- éclate!
- éclatez!
- éclatons!
- éclaté
- éclatant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor éclater:
Synoniemen voor "éclater":
Wiktionary: éclater
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• éclater | → reventar | ↔ burst — to break from internal pressure |
• éclater | → astillar; estrellar; hacer añicos | ↔ shatter — to smash, or break into tiny pieces |
• éclater | → resquebrajarse | ↔ bersten — onder inwendige druk uit elkaar breken |
• éclater | → resonar; estallar | ↔ erschallen — gehoben, (intransitiv) laut ertönen, laut hörbar werden |
Computer vertaling door derden: