Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
-
zigzaguer:
-
Wiktionary:
zigzaguer → zigzaguear
zigzaguer → zigzaguear -
Synoniemen voor "zigzaguer":
serpenter; glisser; onduler; sinuer; louvoyer; slalomer; chanceler; tituber; vaciller
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor zigzaguer (Frans) in het Spaans
zigzaguer:
Synoniemen voor "zigzaguer":
Wiktionary: zigzaguer
zigzaguer
Cross Translation:
verb
-
Ne pas aller droit ; faire des zigzags.
- zigzaguer → zigzaguear
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zigzaguer | → zigzaguear | ↔ zigzag — move in a zigzag manner |