Trouble: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

trouble:
- turbio; vago; inseguro; confuso; no claro; dudoso; defectuoso; vacilante; no seguro; indefinido; infinito; inestable; espinoso; indeterminado; incierto; misterioso; tenebroso; impreciso; impuro; incalculable; cuestionable; enfangado; arcilloso; embarrado; fangoso
- alboroto; disturbio; rebelión; protesta; conmoción; resistencia; oposición; sublevación; revuelta; agitación; motín; rebeldía; disturbios; trifulca; tumulto; pugilato; amotinamiento; perturbación; desarreglo; desorden; desbarajuste; trastorno; confusión; enredo; asombro; perplejidad
troubler:
- interrumpir; alterar; interferir; turbar; encolerizar; enturbiar; confundir; hacer turbio; perturbar; hacer sentir avergonzado a una persona; intimidar
troublé:
- estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente; herido; atónito; perplejo; afectado; alcanzado; siniestrado; aturdido; impresionado; conmovido; abrumado; pasmado; estupefacto; consternado; anonadado; chiflado
Wiktionary:
- trouble → turbio, desorden, desenfreno, disturbio, trastorno, empañado, opaco
- troubler → agitar, perturbar
- troubler → enturbiar, molestar, fastidiar, agobiar, trastornar, desquiciar
- troublé → aturdido, turbado

Frans

Uitgebreide vertaling voor trouble (Frans) in het Spaans

trouble:

trouble bijvoeglijk naamwoord

trouble (boueux; fangeux)
turbio
- turbio bijvoeglijk naamwoord
trouble (vague; indistinct; peu clair)
vago; inseguro; confuso; no claro; dudoso; defectuoso; vacilante; no seguro; indefinido; infinito; inestable; espinoso; turbio; indeterminado; incierto; misterioso; tenebroso; impreciso; impuro; incalculable; cuestionable
- vago bijvoeglijk naamwoord
- inseguro bijvoeglijk naamwoord
- confuso bijvoeglijk naamwoord
- no claro bijvoeglijk naamwoord
- dudoso bijvoeglijk naamwoord
- defectuoso bijvoeglijk naamwoord
- vacilante bijvoeglijk naamwoord
- no seguro bijvoeglijk naamwoord
- indefinido bijvoeglijk naamwoord
- infinito bijvoeglijk naamwoord
- inestable bijvoeglijk naamwoord
- espinoso bijvoeglijk naamwoord
- turbio bijvoeglijk naamwoord
- indeterminado bijvoeglijk naamwoord
- incierto bijvoeglijk naamwoord
- misterioso bijvoeglijk naamwoord
- tenebroso bijvoeglijk naamwoord
- impreciso bijvoeglijk naamwoord
- impuro bijvoeglijk naamwoord
- incalculable bijvoeglijk naamwoord
- cuestionable bijvoeglijk naamwoord
trouble (limoneux; fangeux; vaseux; boueux; marécageux)
enfangado; arcilloso; embarrado; fangoso
- enfangado bijvoeglijk naamwoord
- arcilloso bijvoeglijk naamwoord
- embarrado bijvoeglijk naamwoord
- fangoso bijvoeglijk naamwoord

trouble [le ~] zelfstandig naamwoord

le trouble (bagarre; révolte; émeute; agitation; remous; insurrection; excitation; rébellion; combat de boxe; confusion; tumulte; pugilat; match de boxe)
el alboroto; el disturbio; la rebelión; la protesta; la conmoción; la resistencia; la oposición; la sublevación; la revuelta; la agitación; el motín; la rebeldía; el disturbios; la trifulca; el tumulto; el pugilato; el amotinamiento
- alboroto [el ~] zelfstandig naamwoord
- disturbio [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebelión [la ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- conmoción [la ~] zelfstandig naamwoord
- resistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- sublevación [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- agitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- motín [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebeldía [la ~] zelfstandig naamwoord
- disturbios [el ~] zelfstandig naamwoord
- trifulca [la ~] zelfstandig naamwoord
- tumulto [el ~] zelfstandig naamwoord
- pugilato [el ~] zelfstandig naamwoord
- amotinamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
le trouble (chaos; désordre; pagaille; anarchie)
la perturbación; el desarreglo; el desorden; el desbarajuste; el trastorno; la confusión; el enredo
- perturbación [la ~] zelfstandig naamwoord
- desarreglo [el ~] zelfstandig naamwoord
- desorden [el ~] zelfstandig naamwoord
- desbarajuste [el ~] zelfstandig naamwoord
- trastorno [el ~] zelfstandig naamwoord
- confusión [la ~] zelfstandig naamwoord
- enredo [el ~] zelfstandig naamwoord
le trouble (perplexité; confusion; affolement; égarement; ahurissement; embrouillement; ébahissement; déconcertation)
el asombro; la confusión; la perplejidad
- asombro [el ~] zelfstandig naamwoord
- confusión [la ~] zelfstandig naamwoord
- perplejidad [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trouble:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agitación	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	affluence; agitation; animation; ardeur; bousculade; brouhaha; bruit; cas; chahut; chaleur; chamailleries; cohue; commotion; cérémonie; effervescence; embarras; engueulades; excitation; fluctuation; foule; foule d'occupations; galopade; galopades; houle; oscillation; pagaille; poussée; provocation; précipitation; querelles; remue-ménage; sensation; stress; tapage; tintouin; tumulte; turbulence; vacarme; vrille; éclat; émoi
alboroto	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	affluence; agitation; animation; atteinte à l'ordre public; beuglement; boucan; bousculade; braillement; brouhaha; bruit; cabale; chahut; chamailleries; charivari; chichis; clameur; cohue; commotion; criailleries; désordre; effervescence; engueulades; esclandre; fluctuation; foule; fracas; houle; hurlement; hurlements; interférence; interruption; mugissement; oscillation; perturbation; piaulement; poussée; presse; querelles; rugissement; rumeur; scandale; sensation; tam-tam; tapage; tapage injurieux; tapage nocturne; tumulte; vacarme; émoi
amotinamiento	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; insurrection; opposition; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; émeute
asombro	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; perplexité; trouble; ébahissement; égarement	ahurissement; perplexité; surprise; ébahissement; étonnement
confusión	affolement; ahurissement; anarchie; chaos; confusion; déconcertation; désordre; embrouillement; pagaille; perplexité; trouble; ébahissement; égarement	affolement; ahurissement; bazar; bordel; caractère indéfini; caractère vague; confusion; déconcertation; désarroi; désordre; embrouillement; emmêlement; enchevêtrement; enlacement; entrelacement; fouillis; gâchis; lapsus; méli-mélo; pagaille; égarement
conmoción	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agacement; agitation; animation; bruit; cas; chamailleries; commotion; couloir maritime; coup de mer; déferlement; désordre; effervescence; engueulades; excitation; houle; interruption; irritation; lame; mer; mouvement d'âme; querelles; rancoeur; sensation; tumulte; éclat; émoi; émotion; énervement
desarreglo	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	désordre; interruption; négligence
desbarajuste	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	accumulation; amalgame; assemblage; bazar; bordel; bric-à-brac; crasse; cumul; désordre; entassement; fouillis; gâchis; masque de visage; masse; mélange; méli-mélo; pagaille; pile; pot-pourri; pêle-mêle; quantité; ramas; ramassis; rassemblement; salade; saleté; tas; troupe
desorden	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	amalgame; anarchie; atteinte à l'ordre public; barbouillage; bazar; bibine; bordel; bousillage; bric-à-brac; brouillamini; chahut; chaos; charogne; chienlit; cochonnerie; conflit; confusion; crasse; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; désorganisation; embrouillage; emmêlement; enchevêtrement; enlacement; entrelacement; fatras; fouillis; foutoir; gribouillage; gâchis; heurt; interférence; interruption; labyrinthe; litige; lutte; mélange; méli-mélo; négligence; pagaille; pagaïe; pagaïlle; piquette; pot-pourri; pourriture; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; ravage; rinçure; salade; saleté; saletés; situation négligée; tas de décombres; troubles; troupe
disturbio	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; anomalie; bruit; cabale; chahut; cohue; désordre; fracas; insurrection; irrégularité; opposition; rumeur; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; tapage; tumulte; vacarme; émeute
disturbios	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; atteinte à l'ordre public; bordel; chahut; chamailleries; chaos; chienlit; confusion; désordre; désordres; embrouillage; engueulades; interférence; interruption; pagaille; pagaïe; querelles; remous; troubles; tumulte
enredo	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	bordel; brouillamini; chamailleries; chaos; chienlit; conflit; confusion; conspiration; discorde; dispute; dédale; dégâts; démêlé; désordre; embrouillage; emmêlement; enchevêtrement; engueulades; enlacement; entrelacement; heurt; intrigue; intrigues; labyrinthe; litige; lutte; magouille; négligence; pagaille; pagaïe; piège; querelles; ravage; troubles; tumulte
infinito		au-delà; autre monde; immensité; infini; infinité; éternité
motín	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; insurrection; opposition; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; émeute
oposición	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	adversaire; adversité; agitation; contestation; contrariété; contretemps; distraction; divertissement; défense; détente; insurrection; objection; opposition; parti opposé; partie adverse; plainte; protestation; rébellion; réclamation; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; vent contraire; émeute
perplejidad	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; perplexité; trouble; ébahissement; égarement	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; égarement
perturbación	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	affolement; ahurissement; bordel; chaos; chienlit; confusion; déconcertation; dérèglement; désordre; embrouillage; embrouillement; interruption; pagaille; pagaïe; égarement
protesta	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	adversité; agitation; contestation; contrariété; contretemps; distraction; divertissement; détente; insurrection; objection; opposition; plainte; protestation; rébellion; réclamation; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; vent contraire; émeute
pugilato	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute
rebeldía	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; insurrection; opposition; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; émeute
rebelión	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; insurrection; opposition; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; émeute
resistencia	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	Résistance; action illicite; adversité; agitation; clandestinité; contestation; contrariété; contretemps; courage; distraction; divertissement; défense; détente; endurance; endurcissement; fait d'être ferme; fermeté; illégalité; insurrection; maquis; mouvement de résistance; objection; opposition; plainte; protestation; robustesse; rébellion; réclamation; résistance; révolte; solidité; ténacité; vent contraire; vigueur; émeute; énergie
revuelta	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; boucle; coude; courbe; courbement; flexion; giration; inclinaison; inclination; insurrection; opposition; rotation; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; sinuosité; soulèvement populaire; tournant; virage; émeute
sublevación	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; insurrection; opposition; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; émeute
trastorno	anarchie; chaos; désordre; pagaille; trouble	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; négligence; égarement
trifulca	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	agitation; chamailleries; engueulades; insurrection; opposition; querelles; rébellion; résistance; révolte; révolte du peuple; soulèvement populaire; tumulte; émeute
tumulto	agitation; bagarre; combat de boxe; confusion; excitation; insurrection; match de boxe; pugilat; remous; rébellion; révolte; trouble; tumulte; émeute	atteinte à l'ordre public; bordel; boucan; brouhaha; bruit; cabale; chahut; chamailleries; chaos; chichis; chienlit; cohue; confusion; désordre; embrouillage; engueulades; fracas; grand bruit; interférence; interruption; pagaille; pagaïe; querelles; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme
vago		abruti; cloche; fainéant; fainéantise; fêtard; misérable; nouille; paresse; paresseux
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
indeterminado	indistinct; peu clair; trouble; vague	assourdi; flou; imprécis; indistinct; indécis; indéfini; indéfiniment; indéterminable; indéterminé; vague; vaguement; étouffé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arcilloso	boueux; fangeux; limoneux; marécageux; trouble; vaseux	argileuse; argileux; boueux; fangeux; terreux; vaseux
confuso	indistinct; peu clair; trouble; vague	absurde; ahuri; alarmé; bouche bée; bouleversé; brouillon; bête; cinglé; complexé; compliqué; confondu; confus; consterné; craintif; d'un air embarrassé; d'une manière imbécile; diffus; dingue; débile; déconcerté; déconfit; décontenancé; délirant; dément; dérangé; désespéré; effaré; effréné; embarrassé; embrouillé; emmêlé; estomaqué; farfelu; farouche; flou; follement; fou; frappé; frénétique; gêné; idiot; idiotement; imbécile; imprécis; indistinct; indécis; indéfini; indéfiniment; indéterminé; inhibé; interdit; louche; loufoque; obscur; obscurément; opaque; pantois; pas clair; pas transparent; penaud; perplexe; perturbé; sot; sottement; stupide; stupéfait; timide; timoré; toqué; touché; troublé; vague; vaguement; vaporeusement; vaporeux; voilé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé
cuestionable	indistinct; peu clair; trouble; vague	attaquable; changeable; contentieuse; contentieux; contestable; contesté; controversable; controversé; critique; discutable; douteusement; douteux; délicat; incertain; litigieuse; litigieux; suspect
defectuoso	indistinct; peu clair; trouble; vague	défectueux; en dérangement; en panne; hors d'usage; hors de service; imparfait
dudoso	indistinct; peu clair; trouble; vague	attaquable; contentieuse; contentieux; contestable; contesté; controversable; controversé; critique; discutable

Synoniemen voor "trouble":

anarchique; désordonné; confus; bouderie; brouille; dépit; désaccord; différend; discorde; dispute; fâcherie; humeur; malentendu; moue; querelle; brouillage; perturbation; confusion; désordre; parasite; bruit; brouillerie; mésentente; désunion; contestation; dissension; chaos; bouleversement; tohu-bohu; cataclysme; incohérence; fatras; mêlée; cohue; erreur; disfonctionnement; dysfonctionnement; difficulté; affection; effroi; frayeur; affolement; crainte; anxiété; alarme; panique; terreur; épouvante; peur; émotion; émoi; impression; sentiment; excitation; saisissement; désarroi; commotion; enthousiasme; transe; ébranlement; enivrement; ivresse; exaltation; transport; plaisir; bonheur; vertige; volupté; folie; déséquilibre; aliénation; démence; délire; névrose; psychose; phobie; manie; déraison; dérangement; égarement; divagation; gaucherie; embarras; malaise; gêne; timidité; imprécis; flou; vague; incertain; indéfini; imparfait; approximatif; indistinct; indéterminé; flottant; effet; étonnement; empreinte; marque; trace; influence; sensation; perception; opinion; insurrection; sédition; soulèvement; mutinerie; révolte; révolution; jacquerie; résistance; louche; douteux; suspect; ambigu; étrange; inquiétant; torve; cuillère; maladie; atteinte; indisposition; mal; traumatisme; crise; attaque; épreuve; infirmité; rechute; nausée; vapeur; nébuleuse; voie lactée; galaxie; nuageuse; brumeuse; vaporeuse; obscure; confuse; fumeuse; inintelligible; orageux; houleux; tumultueux; agité; mouvementé; péripétie; événement; épisode; aléa; incident; rebondissement; aventure; avatar; mésaventure; agitation; dérèglement; remue-ménage; émeute; remous; mouvement; variation; évolution; tourbillon; tournoiement; tourbillonnement; bouillonnement; va-et-vient; ondoiement; roulis; tangage; boueux; vaseux; terne; sale; obscur; nébuleux; bizarre; malsain; embrouille; perturbe; dérange; bouleverse; intimide

Wiktionary: trouble

Cross Translation:

From	To	Via
• trouble	→ turbio	↔ cloudy — not transparent; not clear
• trouble	→ desorden; desenfreno; disturbio	↔ disorder — disturbance of civic order or of public order
• trouble	→ trastorno	↔ disorder — physical or psychical malfunction
• trouble	→ turbio; empañado; opaco	↔ trüb — unklar, nicht transparent, stark undurchsichtig, fast nicht mehr durchsichtig

trouble vorm van troubler:

troubler werkwoord (trouble, troubles, troublons, troublez, troublent, troublais, troublait, troublions, troubliez, troublaient, troublai, troublas, troubla, troublâmes, troublâtes, troublèrent, troublerai, troubleras, troublera, troublerons, troublerez, troubleront)

troubler (déranger; perturber; interrompre; gêner; brouiller; irriter; fâcher; mettre en colère)
interrumpir; alterar; interferir; turbar; encolerizar
- interrumpir werkwoord
- alterar werkwoord
- interferir werkwoord
- turbar werkwoord
- encolerizar werkwoord
troubler
enturbiar; confundir; hacer turbio
- enturbiar werkwoord
- confundir werkwoord
- hacer turbio werkwoord
troubler
perturbar
- perturbar werkwoord
troubler (embarrasser; intimider; décontenancer)
hacer sentir avergonzado a una persona; intimidar
- hacer sentir avergonzado a una persona werkwoord
- intimidar werkwoord

Conjugations for troubler:

Présent

trouble
troubles
trouble
troublons
troublez
troublent

imparfait

troublais
troublais
troublait
troublions
troubliez
troublaient

passé simple

troublai
troublas
troubla
troublâmes
troublâtes
troublèrent

futur simple

troublerai
troubleras
troublera
troublerons
troublerez
troubleront

subjonctif présent

que je trouble
que tu troubles
qu'il trouble
que nous troublions
que vous troubliez
qu'ils troublent

conditionnel présent

troublerais
troublerais
troublerait
troublerions
troubleriez
troubleraient

passé composé

ai troublé
as troublé
a troublé
avons troublé
avez troublé
ont troublé

divers

trouble!
troublez!
troublons!
troublé
troublant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor troubler:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alterar	brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler	alterner; altérer; amender; changer; dérégler; effleurer; frôler; marquer d'un point; mettre en désordre; mettre sens dessus dessous; modifier; mélanger; permuter; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à; transformer; varier; échanger
confundir	troubler	déconcerter; dérouter; emmêler; mettre en désordre
encolerizar	brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler
enturbiar	troubler
hacer sentir avergonzado a una persona	décontenancer; embarrasser; intimider; troubler
hacer turbio	troubler
interferir	brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler
interrumpir	brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler	abattre; assassiner; bloquer; briser; descendre; déroger; effleurer; faire arrêter; frôler; interrompre; intervenir; liquider; marquer d'un point; mélanger; obstruer; rompre; s'entremettre; s'interposer; supprimer; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à; transgresser; tuer; égorger
intimidar	décontenancer; embarrasser; intimider; troubler	angoisser; exercer pression sur quelqu'un; faire peur; intimider; menacer; terroriser; tyranniser; épouvanter
perturbar	troubler	effleurer; frôler; marquer d'un point; mélanger; secouer; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à
turbar	brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler	extraire la tourbe; tourber
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alterar		falsifier

Synoniemen voor "troubler":

affliger; attrister; accabler; affecter; atterrer; désoler; décourager; chagriner; déchirer; navrer; bafouiller; bredouiller; ânonner; bégayer; barboter; baragouiner; cafouiller; marmonner; compliquer; obscurcir; embrouiller; alambiquer; entortiller; emmêler; aggraver; embarrasser; embroussailler; détraquer; déranger; casser; dérégler; détériorer; démonter; disloquer; pervertir; brouiller; embrumer; assombrir; éclipser; enténébrer; opacifier; émotionner; émouvoir; impressionner; attendrir; toucher; remuer; saisir; exciter; enflammer; alarmer; retourner; gêner; encombrer; entraver; empêcher; obstruer; obturer; restreindre; contraindre; importuner; intimider; incommoder; indisposer; fatiguer; empoisonner; ennuyer; menacer; effrayer; effaroucher; glacer; paralyser; terroriser; perturber; désarçonner; bousculer; renverser; faucher; salir; souiller; tacher; encrasser; maculer; polluer; poisser; abîmer; ternir; croupir; gâcher; corrompre

Wiktionary: troubler

troubler

verb

rendre trouble.
- troubler → agitar; perturbar

Cross Translation:

From	To	Via
• troubler	→ enturbiar	↔ roil — render turbid
• troubler	→ molestar; fastidiar; agobiar	↔ trouble — to bother; to annoy
• troubler	→ trastornar; desquiciar	↔ unhinge — to mentally disturb

troublée:

Synoniemen voor "troublée":

houleuse; agitée; orageuse; inquiète; anxieuse; soucieuse; tourmentée; chagrinée; embarrassée; perplexe; insatisfaite; impatiente

troublé:

troublé bijvoeglijk naamwoord

troublé (idiot; fou; farfelu; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; absurde; sottement; d'une manière imbécile)
estúpido; bobo; loco; burro; como loco; idiota; mentecato; loquillo; desconcertado; indolente; furioso; caótico; demente; chalado; curioso; confuso; absurdo; locamente
- estúpido bijvoeglijk naamwoord
- bobo bijvoeglijk naamwoord
- loco bijvoeglijk naamwoord
- burro bijvoeglijk naamwoord
- como loco bijvoeglijk naamwoord
- idiota bijvoeglijk naamwoord
- mentecato bijvoeglijk naamwoord
- loquillo bijvoeglijk naamwoord
- desconcertado bijvoeglijk naamwoord
- indolente bijvoeglijk naamwoord
- furioso bijvoeglijk naamwoord
- caótico bijvoeglijk naamwoord
- demente bijvoeglijk naamwoord
- chalado bijvoeglijk naamwoord
- curioso bijvoeglijk naamwoord
- confuso bijvoeglijk naamwoord
- absurdo bijvoeglijk naamwoord
- locamente bijvoeglijk naamwoord
troublé (touché; bouche bée; estomaqué; interdit; frappé; stupéfait; effaré; perplexe; pantois; consterné; éberlué; ébahi; épaté; déconcerté; époustouflé; décontenancé)
herido; atónito; perplejo; afectado; desconcertado; alcanzado; confuso; siniestrado; aturdido; impresionado; conmovido; abrumado; pasmado; estupefacto; consternado; anonadado
- herido bijvoeglijk naamwoord
- atónito bijvoeglijk naamwoord
- perplejo bijvoeglijk naamwoord
- afectado bijvoeglijk naamwoord
- desconcertado bijvoeglijk naamwoord
- alcanzado bijvoeglijk naamwoord
- confuso bijvoeglijk naamwoord
- siniestrado bijvoeglijk naamwoord
- aturdido bijvoeglijk naamwoord
- impresionado bijvoeglijk naamwoord
- conmovido bijvoeglijk naamwoord
- abrumado bijvoeglijk naamwoord
- pasmado bijvoeglijk naamwoord
- estupefacto bijvoeglijk naamwoord
- consternado bijvoeglijk naamwoord
- anonadado bijvoeglijk naamwoord
troublé (folle; imbécile; fou; dingue; dérangé; frénétique; absurde; perturbé; stupide; effréné; bête; sottement; idiotement; sot; farfelu; débile; dément; idiot; cinglé; délirant; follement; loufoque; toqué; d'une manière imbécile)
chalado; chiflado
- chalado bijvoeglijk naamwoord
- chiflado bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor troublé:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
absurdo		absurdité; arriération mentale; baliverne; balivernes; bêtises; folie; ineptie; maladie mentale
afectado		député; pigeon; sinistré; victime; victime d'escroquerie
alcanzado		résultat; score
bobo		abruti; arlequin; ballot; benêt; bonne poire; bouffon; brave coeur; brave homme; bécasse; bêta; chouette; cloche; connard; crétin; esprit vide; fou; gros bêta; gros malin; hibou; hurluberlu; idiot; imbécile; minus; mulet; niais; nigaud; noix; nouille; nullard; nullité; oie blanche; pauvre diable; polichinelle; risée; sot; toqué; triple buse; tête d'oeuf; tête de veau; âne; écervelé
burro		benêt; bonne poire; bourrique; cloche; connard; esprit vide; idiot; imbécile; nigaud; noix; nouille; oie blanche; oreillard; tête d'oeuf; âne
chalado		bidon; cinglé; clown; couille molle; dingo; dingue; fada; pitre; schnock; schnoque; zouave
chiflado		aliéné mental; arlequin; barbare; bidon; bouffon; couille molle; dingo; dément; déséquilibré; enragé; fada; forcené; fou; hurluberlu; idiot; imbécile; malade mental; niais; polichinelle; sot; toqué; écervelé
demente		aliéné; desaxé; dément; déséquilibré; fou; handicapé mental; imbécile; nigaud; sot; toqué; écervelé
estúpido		abruti; benêt; bonne poire; bêta; chouette; cloche; connard; crétin; esprit vide; gros bêta; gros malin; hibou; idiot; imbécile; mulet; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; sot; triple buse; tête d'oeuf; tête de veau; âne
furioso		enragée
herido		accidenté; blessé; victime
idiota		abruti; aliéné; arlequin; benêt; bonne poire; bouffon; bêta; cloche; connard; crétin; esprit vide; fou; gros bêta; gros malin; handicapé mental; hurluberlu; idiot; imbécile; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; polichinelle; sot; toqué; tête d'oeuf; tête de veau; âne; écervelé
loco		aliéné; aliéné mental; barbare; cinglé; clown; desaxé; dingo; dingue; dément; déséquilibré; enragé; fada; forcené; fou; freak; handicapé mental; idiot; imbécile; malade mental; maniaque; nigaud; schnock; schnoque; sot; toqué; vieux schnock; écervelé
mentecato		abruti; benêt; bonne poire; bêta; chouette; cloche; connard; cruche; crétin; cutéreux; dadais; esprit vide; fermier; gros bêta; gros malin; hibou; idiot; imbécile; mulet; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; paysan; petit rêveur; plouc; péquenot; rustre; sot; triple buse; tête d'oeuf; tête de veau; âne
perplejo		ahurissement; perplexité; ébahissement
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abrumado	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	bouche bée; perplexe; époustouflé
absurdo	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	absurde; absurdement; bariolé; brumeux; burlesque; bête; carnavalesque; d'une manière insensée; de façon irrationnelle; dingue; délirant; déraisonnable; dérisoire; désaxé; folle; follement; fou; frénétique; grotesque; hilarant; idiot; idiotement; imbécile; impossible; impossible à faire; impraticable; imprudent; insensé; inutile; irrationnel; irrationnelle; irréalisable; irréaliste; irréfléchi; mentalement perturbé; ridicule; ridiculement; risible; sans intelligence; sans raison; sot; sotte; sottement; stupide; toqué; vide de sens
afectado	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	affecté; apprêté; artificiel; artificielle; artificiellement; avec affectation; chichiteux; composé; convenu; créé; d'une façon maniérée; d'une manière affectée; exagéré; excessif; excessivement; fait; faux; feint; forcé; involontaire; maniéré; minaudier; plein de pose; poseur; pédant; réalisé; touché; émotif; ému
alcanzado	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé
anonadado	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	abattu; accablé; affligé; déprimé; maussade; morne; morose; pessimiste; prostré; triste
aturdido	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	abruti; ahuri; avec étonnement; aveuglé; bouche bée; bouleversé; brusquement; campagnard; champêtre; consterné; d'un air surpris; d'un ton brusque; d'un ton sec; de façon rustique; déconcerté; décontenancé; effronté; effrontément; en rustre; endormi; grossier; grossièrement; hébété; impertinemment; impertinent; impoli; impudemment; impudent; insensé; insolemment; insolent; interdit; mal élevé; non civilisé; perplexe; présomptueux; prétentieusement; prétentieux; rudement; rural; rustaud; rustique; rustre; sans détours; sans façons; sans gêne; sans se gêner; sans vergogne; simplement; sobrement; somnolent; stupéfait; surpris; sèchement; terne; tout net; villageois; vulgaire; à la paysanne; à moitié endormi; ébahi; éberlué; égaré; époustouflé; étonné; étourdi
atónito	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	ahuri; alarmé; avec étonnement; bouche bée; bouleversé; brouillon; complexe; compliqué; confondu; confus; consterné; d'un air surpris; diffus; déconcerté; décontenancé; désespéré; embrouillé; emmêlé; estomaqué; hébété; interdit; interloqué; muet; obscur; perplexe; renversé; sens dessus dessous; sophistiqué; stupéfait; surpris; à l'envers; ébahi; éberlué; époustouflé; étonné; étourdi
bobo	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	abrutissant; bariolé; bête; bêtement; comme un enfant; con; d'enfant; d'une façon enfantine; de façon irrationnelle; distrait; déraisonnable; embêtant; en bon enfant; enfantin; ennuyeux; fade; folle; follement; fou; idiot; imbécile; imprudent; infantile; ingénu; innocent; insensé; insipide; monotone; mortel; naïf; naïvement; nul; puéril; puérilement; sans cervelle; sans esprit; sans intelligence; sans tête; sot; sotte; sottement; stupide; stupidement; terne; écervelé; état obtus
burro	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	aberrant; aliéné; attardé; demeuré; dément; intellectuellement retardé
caótico	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	absurde; anarchique; avec négligence; bordélique; brumeux; bête; chaotique; confus; d'une façon désordonnée; diffus; dingue; débraillé; délaissé; délirant; désordonné; dévergondé; embrouillé; en désordre; folle; fou; frénétique; idiot; idiotement; indiscipliné; irrégulier; mal soigné; mélangé; négligemment; négligé; pêle-mêle; qui est sens dessus dessous; sot; sottement; stupide; toqué
chalado	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	absurde; brumeux; bête; complètement dingue; dingue; délirant; folle; fou; frénétique; idiot; idiotement; sot; sottement; stupide; toqué
chiflado	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	absurde; bariolé; brumeux; bête; complètement dingue; de façon irrationnelle; demi-cuit; dingue; délirant; déraisonnable; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; imprudent; insensé; sot; sotte; sottement; stupide; toqué
como loco	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé	absurde; brumeux; bête; dingue; délirant; folle; fou; frénétique; idiot; idiotement; sot; sottement; stupide; toqué
confuso	absurde; bouche bée; bête; cinglé; consterné; d'une manière imbécile; dingue; débile; déconcerté; décontenancé; délirant; dément; dérangé; effaré; effréné; estomaqué; farfelu; follement; fou; frappé; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; interdit; loufoque; pantois; perplexe; perturbé; sot; sottement; stupide; stupéfait; toqué; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	ahuri; alarmé; bouleversé; brouillon; complexé; compliqué; confondu; confus; craintif; d'un air embarrassé; diffus; déconcerté; déconfit; désespéré; embarrassé; embrouillé; emmêlé; farouche; flou; gêné; imprécis; indistinct; indécis; indéfini; indéfiniment; indéterminé; inhibé; interdit; louche; obscur; obscurément; opaque; pantois; pas clair; pas transparent; penaud; peu clair; timide; timoré; trouble; vague; vaguement; vaporeusement; vaporeux; voilé
conmovido	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	affecté; atteint; avec affectation; blessé; d'une manière affectée; d'une manière émotive; mouvementé; offensé; piqué; profondément blessé; sensible; touché; touché au vif; émotif; émotionnel; ému
consternado	bouche bée; consterné; déconcerté; décontenancé; effaré; estomaqué; frappé; interdit; pantois; perplexe; stupéfait; touché; troublé; ébahi; éberlué; épaté; époustouflé	ahuri; alarmé; bouleversé; consterné; déconcerté; désespéré; effaré; ébahi; éberlué
curioso	absurde; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; follement; fou

Synoniemen voor "troublé":

embarrassé; confus; penaud; indécis; inquiet; gêné; désorienté; interdit; honteux; perplexe; emprunté; contraint; empoté; embrumé; assombri; éclipsé; enténébré; ému; affecté; alarmé; agité; touché; remué; retourné; émotionné; ébranlé; consterné; bouleversé; attristé; apitoyé; hagard; ahuri; absent; délirant; dément; effaré; égaré; halluciné; saisi; hébété; abêti; abruti; sidéré; stupide; bête; abasourdi; engourdi; ensommeillé; traumatisé; houleux; incommodé; dérangé; indisposé; fatigué; importuné; ennuyé; anxieux; soucieux; tourmenté; chagrin; insatisfait; impatient; perturbé; renversé; surpris; chaviré; rougissant; timide; érubescent; brouillé; sali; gâché; corrompu; turbide

Wiktionary: troublé

Cross Translation:

From	To	Via
• troublé	→ aturdido; turbado	↔ verstört — (nicht krankhaft) seelisch oder geistig verwirrt (meist plötzlich und für kurze Zeit)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van trouble

Remove Ads

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: trouble

Uitgebreide vertaling voor trouble (Frans) in het Spaans

trouble:

trouble bijvoeglijk naamwoord

trouble (boueux; fangeux)

trouble (vague; indistinct; peu clair)

trouble (limoneux; fangeux; vaseux; boueux; marécageux)

trouble [le ~] zelfstandig naamwoord

le trouble (bagarre; révolte; émeute; agitation; remous; insurrection; excitation; rébellion; combat de boxe; confusion; tumulte; pugilat; match de boxe)

le trouble (chaos; désordre; pagaille; anarchie)

le trouble (perplexité; confusion; affolement; égarement; ahurissement; embrouillement; ébahissement; déconcertation)

Vertaal Matrix voor trouble:

Synoniemen voor "trouble":

Wiktionary: trouble

trouble vorm van troubler:

troubler werkwoord (trouble, troubles, troublons, troublez, troublent, troublais, troublait, troublions, troubliez, troublaient, troublai, troublas, troubla, troublâmes, troublâtes, troublèrent, troublerai, troubleras, troublera, troublerons, troublerez, troubleront)

troubler (déranger; perturber; interrompre; gêner; brouiller; irriter; fâcher; mettre en colère)

troubler

troubler

troubler (embarrasser; intimider; décontenancer)

Conjugations for troubler:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor troubler:

Synoniemen voor "troubler":

Wiktionary: troubler

troublée:

Synoniemen voor "troublée":

troublé:

troublé bijvoeglijk naamwoord

troublé (idiot; fou; farfelu; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; absurde; sottement; d'une manière imbécile)

troublé (touché; bouche bée; estomaqué; interdit; frappé; stupéfait; effaré; perplexe; pantois; consterné; éberlué; ébahi; épaté; déconcerté; époustouflé; décontenancé)

troublé (folle; imbécile; fou; dingue; dérangé; frénétique; absurde; perturbé; stupide; effréné; bête; sottement; idiotement; sot; farfelu; débile; dément; idiot; cinglé; délirant; follement; loufoque; toqué; d'une manière imbécile)

Vertaal Matrix voor troublé:

Synoniemen voor "troublé":

Wiktionary: troublé

Verwante vertalingen van trouble