Matériel: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

matériel:
- útiles; artículos; menesters; enseres; aparatos; instrumento; equipo; aparato; aparejo; máquina; mecanismo; utillaje; amoblamiento; vestidos; adorno; vestimenta; ropa; hardware
- material; mundano; terrenal; terrestre; laico; secular; telúrico; irreverente
Wiktionary:
- matériel → herramientas
- matériel → hardware, material

Frans

Uitgebreide vertaling voor matériel (Frans) in het Spaans

matériel:

matériel [le ~] zelfstandig naamwoord

le matériel (outillage)
el útiles; el artículos; el menesters; el enseres
- útiles [el ~] zelfstandig naamwoord
- artículos [el ~] zelfstandig naamwoord
- menesters [el ~] zelfstandig naamwoord
- enseres [el ~] zelfstandig naamwoord
le matériel (dispositif; appareil; instrument; outil)
el aparatos; el instrumento; el equipo; el aparato; el aparejo; la máquina; el mecanismo
- aparatos [el ~] zelfstandig naamwoord
- instrumento [el ~] zelfstandig naamwoord
- equipo [el ~] zelfstandig naamwoord
- aparato [el ~] zelfstandig naamwoord
- aparejo [el ~] zelfstandig naamwoord
- máquina [la ~] zelfstandig naamwoord
- mecanismo [el ~] zelfstandig naamwoord
le matériel (équipement; outillage; armement; aménagement)
el equipo; el utillaje; el amoblamiento; el vestidos; el adorno; la vestimenta; la ropa
- equipo [el ~] zelfstandig naamwoord
- utillaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- amoblamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- vestidos [el ~] zelfstandig naamwoord
- adorno [el ~] zelfstandig naamwoord
- vestimenta [la ~] zelfstandig naamwoord
- ropa [la ~] zelfstandig naamwoord
le matériel
hardware
- hardware

matériel bijvoeglijk naamwoord

matériel (matériellement)
material
- material bijvoeglijk naamwoord
matériel (mondain; séculier; séculaire; terrestre; de ce monde; profane; du monde)
mundano; terrenal; terrestre; laico; secular; telúrico; irreverente
- mundano bijvoeglijk naamwoord
- terrenal bijvoeglijk naamwoord
- terrestre bijvoeglijk naamwoord
- laico bijvoeglijk naamwoord
- secular bijvoeglijk naamwoord
- telúrico bijvoeglijk naamwoord
- irreverente bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor matériel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adorno	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	apparat; bijou; costume; décor; décoration; décoration scénique; embellissement; enjolivement; faste; habit; lustre; magnificence; mercure; médaille; ornement; ornementation; parure; pompe; splendeur; tenue; vêtements
amoblamiento	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	ameublement; aménagement; clinique psychiatrique; garniture; maison de fous; meubles
aparato	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; objet d'usage courant; outil; truc
aparatos	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; appareils; machine; machines
aparejo	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; brédindin; gant; gréement; lyre; machine; manoeuvres; palan; voile
artículos	matériel; outillage	articles; articles grammaticals; marchandise
enseres	matériel; outillage	ameublement; aménagement; bordereau des pièces du dossier; garniture; instrument; instruments; inventaire; meubles; nécessaires; outil; outillage; outils; ustensiles; équipements
equipo	aménagement; appareil; armement; dispositif; instrument; matériel; outil; outillage; équipement	PC; appareil; cercle; gang; groupe; machine; onze; ordinateur personnel; outillage; pièce d'équipement; sphère; système informatique; équipe; équipe de football; équipement
instrumento	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; instrument; instruments; machine; outil; outillage; outils; ustensiles
laico		laïc; laïque; profane
material	matériel	chose; matériau; pièce d'équipement; substance; truc; équipement
mecanismo	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; machine; mécanisme; mécanisme d'avancement
menesters	matériel; outillage
máquina	appareil; dispositif; instrument; matériel; outil	appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; outil; truc
ropa	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	babioles; choses; consigne; costume; costume folklorique; costume régional; costume traditionnel; effets; garde-robe; habillement; habit; habits; linge; penderie; tenue; toilette; vestiaire; vêtements
utillaje	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement
vestidos	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	costume; costume folklorique; costume régional; costume traditionnel; habillement; habit; habits; passements; tenue; toilette; vêtements
vestimenta	aménagement; armement; matériel; outillage; équipement	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements
útiles	matériel; outillage
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hardware	matériel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
irreverente	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre	blasphématoire; profane
laico	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre	athée; incroyant; non religieux; païen; sans religion
material	matériel; matériellement	avec réserve; impersonel; rationnel; rationnellement; réservé
mundano	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre	ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de ce monde; de mise; dernier cri; du monde; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode
secular	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre	séculaire
telúrico	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre
terrenal	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre
terrestre	de ce monde; du monde; matériel; mondain; profane; séculaire; séculier; terrestre

Synoniemen voor "matériel":

concret; palpable; réel; positif; précis; net; corporel; physique; charnel; organique; physiologique; sexuel; fourbi; attirail; barda; astiqué; frotté; tangible; matériau; outillage; mobilier; équipement; machine; matos; appareillage; instruments; physionomie; prosaïque; vulgaire; commun; réalité; patent; visible; indiscutableindubitable; effectif; solide; sérieux; certain

Wiktionary: matériel

matériel

noun

ensemble des objets de toute nature qui sont employés à quelque service public, par opposition à personnel, qui s’entend de toutes les personnes attachées à ce même service. Ensemble des matériaux et des outils nécessaires à une fabrication, une [[concep
- matériel → herramientas

Cross Translation:

From	To	Via
• matériel	→ hardware	↔ hardware — The part of a computer that is fixed and cannot be altered without replacement or physical modification
• matériel	→ material	↔ material — worldly
• matériel	→ material	↔ stoffelijk — tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel
• matériel	→ material	↔ materieel — betrekking hebbend op materiaal of materialen
• matériel	→ material	↔ materieel — wat nodig is aan gereedschappen, machines enz. voor werk of bedrijf dus niet de grondstof (terminologie met name gebruikelijk bij het leger, de politie, brandweer)
• matériel	→ hardware	↔ Hardware — Gesamtheit der technischen Bestandteile eines Computers (oder anderer technischer Systeme), die nicht ausschließlich aus Daten bestehen, sondern physisch vorhanden sind, z. B. ein Mainboard oder eine Tastatur
• matériel	→ material	↔ stofflich — aus Materie bestehend

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van matériel

Remove Ads

Franse en Spaanse zoekresultaten voor: matériel

Uitgebreide vertaling voor matériel (Frans) in het Spaans

matériel:

matériel [le ~] zelfstandig naamwoord

le matériel (outillage)

le matériel (dispositif; appareil; instrument; outil)

le matériel (équipement; outillage; armement; aménagement)

le matériel

matériel bijvoeglijk naamwoord

matériel (matériellement)

matériel (mondain; séculier; séculaire; terrestre; de ce monde; profane; du monde)

Vertaal Matrix voor matériel:

Synoniemen voor "matériel":

Wiktionary: matériel

Verwante vertalingen van matériel