Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
- roue:
-
roué:
- maligno; diabólico; demoniaco; malvado; malo; falso; malévolo; pérfido; satánico; demoníaco; clandestino; desagradable; secretamente; falsamente; bajo; traidor; traicionero; sinvergüenza; despreciable; a escondidas; disimulado; andrajoso; harapiento; socarrón; en secreto; en falso; desarrapado; exquisito; zorro; antipático; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; cazurro; tallado; reticente; obsceno; solapado; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsificado; desacorde
- rouer:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor roue (Frans) in het Spaans
roue:
-
la roue
-
la roue (éventail)
Vertaal Matrix voor roue:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abanico | roue; éventail | |
abanillo | roue; éventail | |
espectro | roue; éventail | apparition; cauchemar; chimère; connaissance; esprit; fantasme; fantôme; gamme; génie; hantise; illusion; image onirique; imagination; intellect; intelligence; raison; revenant; spectre; série; vision; âme; épouvantail; éventail |
rueda | roue | |
rueda de coche | roue |
Synoniemen voor "roue":
Wiktionary: roue
roue
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• roue | → voltereta lateral | ↔ cartwheel — A gymnastic maneuver |
• roue | → rodeador; rodeadora | ↔ roll — that which rolls; a roller |
• roue | → rueda | ↔ wheel — a circular device facilitating movement or transportation |
• roue | → llanta | ↔ wheel — wheel rim |
• roue | → rueda | ↔ wiel — ronddraaiende schijf |
roué:
-
roué (diabolique; malin; méchant; maligne; vilainement; malicieux; démoniaque; du diable; infernal; perfide; diantre; malicieusement; diaboliquement; vilain; louche; rusé; satanique; perfidement)
maligno; diabólico; demoniaco; malvado; malo; falso; malévolo; pérfido; satánico; demoníaco-
maligno bijvoeglijk naamwoord
-
diabólico bijvoeglijk naamwoord
-
demoniaco bijvoeglijk naamwoord
-
malvado bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
malévolo bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
satánico bijvoeglijk naamwoord
-
demoníaco bijvoeglijk naamwoord
-
-
roué (sournois; hypocrite; faux; en cachette; perfidement; clandestin; traître; rusé; minable; dissimulé; clandestinement; perfide; fourbe; félon; sournoisement; en traître; en secret; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres)
malo; falso; clandestino; desagradable; pérfido; secretamente; falsamente; bajo; traidor; traicionero; sinvergüenza; despreciable; a escondidas; disimulado; andrajoso; harapiento; socarrón; en secreto; en falso; desarrapado-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
clandestino bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
secretamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
traidor bijvoeglijk naamwoord
-
traicionero bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
despreciable bijvoeglijk naamwoord
-
a escondidas bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
socarrón bijvoeglijk naamwoord
-
en secreto bijvoeglijk naamwoord
-
en falso bijvoeglijk naamwoord
-
desarrapado bijvoeglijk naamwoord
-
-
roué (rusé; vilain; méchant; malin; hypocrite; sournoisement; perfide; bas; miteux; futé; minable; traître; vil; bassement; perfidement; sournois; fieffé; vilainement; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres)
exquisito; zorro; bajo; desagradable; malo; antipático; sinvergüenza; secreto; afilado; ducho; redomado; guarro; a escondidas; listo; grosero; canalla; sofisticado; vivo; falso; disimulado; secretamente; astuto; hábil; desafinado; indecente; taimado; pérfido; cazurro; traicionero; tallado; reticente; despreciable; obsceno; andrajoso; harapiento; solapado; socarrón; a hurtadillas; terriblemente; subrepticio; falsamente; falsificado; en secreto; desacorde; en falso-
exquisito bijvoeglijk naamwoord
-
zorro bijvoeglijk naamwoord
-
bajo bijvoeglijk naamwoord
-
desagradable bijvoeglijk naamwoord
-
malo bijvoeglijk naamwoord
-
antipático bijvoeglijk naamwoord
-
sinvergüenza bijvoeglijk naamwoord
-
secreto bijvoeglijk naamwoord
-
afilado bijvoeglijk naamwoord
-
ducho bijvoeglijk naamwoord
-
redomado bijvoeglijk naamwoord
-
guarro bijvoeglijk naamwoord
-
a escondidas bijvoeglijk naamwoord
-
listo bijvoeglijk naamwoord
-
grosero bijvoeglijk naamwoord
-
canalla bijvoeglijk naamwoord
-
sofisticado bijvoeglijk naamwoord
-
vivo bijvoeglijk naamwoord
-
falso bijvoeglijk naamwoord
-
disimulado bijvoeglijk naamwoord
-
secretamente bijvoeglijk naamwoord
-
astuto bijvoeglijk naamwoord
-
hábil bijvoeglijk naamwoord
-
desafinado bijvoeglijk naamwoord
-
indecente bijvoeglijk naamwoord
-
taimado bijvoeglijk naamwoord
-
pérfido bijvoeglijk naamwoord
-
cazurro bijvoeglijk naamwoord
-
traicionero bijvoeglijk naamwoord
-
tallado bijvoeglijk naamwoord
-
reticente bijvoeglijk naamwoord
-
despreciable bijvoeglijk naamwoord
-
obsceno bijvoeglijk naamwoord
-
andrajoso bijvoeglijk naamwoord
-
harapiento bijvoeglijk naamwoord
-
solapado bijvoeglijk naamwoord
-
socarrón bijvoeglijk naamwoord
-
a hurtadillas bijvoeglijk naamwoord
-
terriblemente bijvoeglijk naamwoord
-
subrepticio bijvoeglijk naamwoord
-
falsamente bijvoeglijk naamwoord
-
falsificado bijvoeglijk naamwoord
-
en secreto bijvoeglijk naamwoord
-
desacorde bijvoeglijk naamwoord
-
en falso bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor roué:
Synoniemen voor "roué":
Wiktionary: roué
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• roué | → taimado | ↔ durchtrieben — von Menschen, abwertend: gerissen, gewieft |
roue vorm van rouer:
rouer werkwoord (roue, roues, rouons, rouez, rouent, rouais, rouait, rouions, rouiez, rouaient, rouai, rouas, roua, rouâmes, rouâtes, rouèrent, rouerai, roueras, rouera, rouerons, rouerez, roueront)
-
rouer
Conjugations for rouer:
Présent
- roue
- roues
- roue
- rouons
- rouez
- rouent
imparfait
- rouais
- rouais
- rouait
- rouions
- rouiez
- rouaient
passé simple
- rouai
- rouas
- roua
- rouâmes
- rouâtes
- rouèrent
futur simple
- rouerai
- roueras
- rouera
- rouerons
- rouerez
- roueront
subjonctif présent
- que je roue
- que tu roues
- qu'il roue
- que nous rouions
- que vous rouiez
- qu'ils rouent
conditionnel présent
- rouerais
- rouerais
- rouerait
- rouerions
- roueriez
- roueraient
passé composé
- ai roué
- as roué
- a roué
- avons roué
- avez roué
- ont roué
divers
- roue!
- rouez!
- rouons!
- roué
- rouant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor rouer:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chapurrar | rouer | |
supliciar en la rueda | rouer |
Synoniemen voor "rouer":
Computer vertaling door derden: