Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- diffuser:
- diffusé, e:
- Wiktionary:
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- diffuse:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor diffuse (Frans) in het Engels
diffusé:
Synoniemen voor "diffusé":
diffuser:
diffuser werkwoord (diffuse, diffuses, diffusons, diffusez, diffusent, diffusais, diffusait, diffusions, diffusiez, diffusaient, diffusai, diffusas, diffusa, diffusâmes, diffusâtes, diffusèrent, diffuserai, diffuseras, diffusera, diffuserons, diffuserez, diffuseront)
-
diffuser (essaimer; répandre; disperser; se répandre; épandre; se disperser; éparpiller; se déplier; être disposé en éventail; rayonner; disséminer; être déployé en éventail; être étalé en éventail)
-
diffuser (radiodiffuser; émettre; émaner)
-
diffuser (répandre; disperser; épandre; étaler; étendre; éparpiller; propager)
to spread; to disperse; to scatter; cast around; to sprinkle; to strew about; to sow; to toss about-
cast around werkwoord
-
diffuser (émettre; radiodiffuser)
-
diffuser (émettre)
-
diffuser (se répandre)
-
diffuser
Conjugations for diffuser:
Présent
- diffuse
- diffuses
- diffuse
- diffusons
- diffusez
- diffusent
imparfait
- diffusais
- diffusais
- diffusait
- diffusions
- diffusiez
- diffusaient
passé simple
- diffusai
- diffusas
- diffusa
- diffusâmes
- diffusâtes
- diffusèrent
futur simple
- diffuserai
- diffuseras
- diffusera
- diffuserons
- diffuserez
- diffuseront
subjonctif présent
- que je diffuse
- que tu diffuses
- qu'il diffuse
- que nous diffusions
- que vous diffusiez
- qu'ils diffusent
conditionnel présent
- diffuserais
- diffuserais
- diffuserait
- diffuserions
- diffuseriez
- diffuseraient
passé composé
- ai diffusé
- as diffusé
- a diffusé
- avons diffusé
- avez diffusé
- ont diffusé
divers
- diffuse!
- diffusez!
- diffusons!
- diffusé
- diffusant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor diffuser:
Synoniemen voor "diffuser":
Wiktionary: diffuser
diffuser
Cross Translation:
verb
diffuser
verb
-
To spread over or through as in air, water, or other matter, especially by fluid motion or passive means
-
to show something in advance
-
to disperse, scatter
-
to transmit a message or signal via radio waves or electronic means
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• diffuser | → air; broadcast | ↔ ausstrahlen — etwas über Strahlen, Wellen o. ä. verbreiten |
diffusé, e:
-
diffusé, e
Vertaal Matrix voor diffusé, e:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
broadcast | diffusion; programme de radio; radiodiffusion; émission; émission radiophonique | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
broadcast | annoncer; diffuser; présenter les nouvelles; radiodiffuser; émettre | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
broadcast | diffusé, e |
Engels
Uitgebreide vertaling voor diffuse (Engels) in het Frans
diffuse:
-
diffuse
-
diffuse (bewildered; confused; flustered; disordered; disconcerted; chaotic)
confondu; confus; sens dessus dessous; bouleversé; renversé; obscur; compliqué; complexe; brouillon; sophistiqué; diffus; à l'envers; embrouillé; emmêlé-
confondu bijvoeglijk naamwoord
-
confus bijvoeglijk naamwoord
-
sens dessus dessous bijvoeglijk naamwoord
-
bouleversé bijvoeglijk naamwoord
-
renversé bijvoeglijk naamwoord
-
obscur bijvoeglijk naamwoord
-
compliqué bijvoeglijk naamwoord
-
complexe bijvoeglijk naamwoord
-
brouillon bijvoeglijk naamwoord
-
sophistiqué bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
à l'envers bijvoeglijk naamwoord
-
embrouillé bijvoeglijk naamwoord
-
emmêlé bijvoeglijk naamwoord
-